Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de installatie en afleesbaarheid van slimme meters.

Indiener(s)
Khadija Zamouri
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1428)

 
Datum ontvangst: 10/03/2023 Datum publicatie: 06/06/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 30/05/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/04/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Bedrijven die zonnepanelen installeren via een derde-betalersysteem zijn afhankelijk van slimme meters op de elektriciteitsinstallatie. Er is een slimme meter nodig voor de toekenning van het GSC (Groene Stroomcertificaat). Tot zeer recent, begin 2023, plaatste Sibelga de slimme meter pas NA de installatie van de zonnepanelen. De installateur was dus afhankelijk van de goodwill van de klant die een slimme meter nog kan weigeren. Sommigen roepen hiervoor, na dat ze de zonnepanelen hebben laten plaatsen, de vrees voor elektromagnetische stralingen in.

De ordonnantie van maart 2022 over de organisatie van de energiemarkten maakt de installatie van een slimme meter in het geval van de plaatsing van zonnepanelen niet verplicht. Dit zorgt voor rechtsonzekerheid voor de installateurs die via een derde-betalersysteem werken en vertraagt de uitrol van zonnepanelen in de stad. Nochtans is dit essentieel voor het halen van de gewestelijke doelstellingen, de nationale klimaatdoelstellingen, en laten we het niet vergeten voor het klimaat zelf.

De installateurs hebben nu (sinds 1 januari 2023) een soort ‘gentleman’s agreement’ met Sibelga dat de meter eerst wordt geïnstalleerd, voor de plaatsing van de panelen. Dit is een ‘second best’ oplossing, gezien ze niet juridisch afdwingbaar is. De installateurs zijn nog steeds afhankelijk van de goodwill van Sibelga. De ordonnantie bepaalt wel dat Sibelga de informatie van de slimme meters om de 15 minuten moet delen, net als in Vlaanderen. In Vlaanderen lukt dit. In Brussel niet. Sibelga roept technische redenen in (GPDR), ze zeggen dat ze de uitdrukkelijke toestemming van de consument nodig hebben. Nochtans voorziet die wetgeving ook andere rechtsgronden.

Nu de waarde van het GSC weliswaar daalt, zal - net als in Vlaanderen - vroeg of laat, de derde investeerder ook moeten overgaan op een verdienmodel dat een deel van de winst van de opgewekte stroom afroomt. Zodat het een interessant model voor de betrokken partijen blijft. Maar het feit dat de meters in Brussel niet afleesbaar zijn, maakt dit model onzeker en riskeert de uitrol van zonnepanelen te vertragen, wat nadelig is voor de klant, de installateur en het klimaat. Het GSC werd al verlaagd, zonder overleg met de sector, zonder voorafgaande garanties dat het model ook verder kan uitgerold worden via derde investeerders. Het zorgt ook hier voor rechtsonzekerheid.

  • Wat zijn de reden(en) waarom de Brusselse ordonnantie, zoals in Vlaanderen, geen verplichte voorafgaande installatie van een slimme meter kan bepalen? Gaat u deze verplichting in de wet, of op een andere manier, opleggen?

  • Voorziet u ook retroactief de plaatsing van een slimme meter te verplichten voor al de klanten die al panelen lieten plaatsen en weigerden een slimme meter te installeren? Hoe gaat u dit probleem aanpakken?

  • Waarom kan in Brussel Sibelga de nodige informatie van de slimme meters niet delen met de installateurs?

  • Waarom werden de GSC al afgebouwd zonder eerst het lezen van de slimme meters van Sibelga afdwingbaar te maken? In welke mate hebt u overlegd met de sector en hoe zal u dit in de toekomst aanpakken?

 
 
Antwoord    In het kader van uw vragen zou ik willen herinneren aan een paar concepten en principes met betrekking tot de zogenaamde slimme meters.

[In de eerste plaats zou ik willen herinneren aan de voorwaarden voor de toekenning van groenestroomcertificaten wat betreft het onderscheid tussen de meting van de afname en injectie van elektriciteit in het distributienet en van de productie van een fotovoltaïsche installatie. Vervolgens aan het kader voor de uitrol van slimme meters dat van kracht is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat in 2022 door deze vergadering is aangenomen. En tot slot aan de draagwijdte van de verplichting om vooraf de toestemming te verkrijgen van de netgebruiker voor de telecommunicatie van de door de slimme meters verzamelde persoonsgegevens.]

Deze verduidelijkingen zouden uw bezorgdheden moeten wegnemen.

Eerst en vooral moet dus een
onderscheid worden gemaakt tussen de meting van de afname en de injectie van elektriciteit in het distributienet door een meter van de distributienetbeheerder en de meting van de productie van een fotovoltaïsche installatie door een zogenaamde "groene meter". De door Sibelga geïnstalleerde slimme meter maakt het mogelijk de "interacties" te meten tussen de eindafnemer (in dit geval een prosument) en het net (wat hij afneemt en wat hij zelf produceert maar niet verbruikt en dus in het net injecteert). Dat om hem zijn elektriciteitslevering en zijn gebruik van het net te kunnen factureren, maar ook om de prosument in staat te stellen zijn injectie in het net te valoriseren (door te verkopen) aan zijn leverancier (of een andere leverancier). De groene meter (geplaatst door een installateur van zonnepanelen) wordt gebruikt om de totale productie van groene elektriciteit van zijn installatie te meten om over de informatie te beschikken die nodig is voor het berekenen van het aantal groenestroomcertificaten waarop de prosument recht heeft.

Wat de
steun betreft, is het niveau van steun begin dit jaar inderdaad verlaagd in overeenstemming met de geldende wetgeving en het behoud van de terugverdientijd van de investering van zeven jaar (bij de berekening van de coëfficiënten door de regulator is rekening gehouden met enerzijds de daling van de kostprijs van zonnepanelen en anderzijds met de stijging van de elektriciteitsprijs).

Wat de voorwaarden voor het verkrijgen van groenestroomcertificaten betreft, is de eerste voorwaarde het beschikken over een installatie voor de productie van groene elektriciteit. De tweede voorwaarde is de certificering van de installatie, die tot doel heeft de elektrische conformiteit ervan te waarborgen: deze certificering omvat de plaatsing van een slimme meter. Om de berekening van het aantal groenestroomcertificaten waarop de prosument effectief recht heeft mogelijk te maken, moet ook, zoals ik al heb gezegd, een "groene meter" worden geïnstalleerd die de "bruto" productie van de installatie meet (d.w.z. de totale productie van de installatie vóór het eigen verbruik door de bewoner van het gebouw). Tot slot is het recht op groenestroomcertificaten geopend voor een periode van tien jaar. Ik zou in dit verband eraan willen herinneren dat deze periode pas ingaat na de certificering van de installatie: indien deze certificering om welke reden dan ook vertraging zou oplopen, heeft deze vertraging dus geen invloed op de duur van de toekenning van de groenestroomcertificaten.

Vervolgens werden de principes die de distributienetbeheerder moet naleven in het kader van de uitrol van slimme meters door deze vergadering vastgelegd in de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (hierna de "elektriciteitsordonnantie” genoemd). Ter herinnering: de distributienetbeheerder voor elektriciteit, Sibelga, is sinds 2014 verantwoordelijk voor de geleidelijke uitrol van slimme meters op zijn net, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de elektriciteitsordonnantie. In de herziening van deze ordonnantie in 2022 werd de uitrolstrategie gewijzigd. Ik zal hier alleen aan de bepalingen herinneren die betrekking hebben op prosumenten. In de elektriciteitsordonnantie is dus een verplichting opgenomen om een slimme meter te installeren bij de prosumenten: deze verplichting heeft betrekking op zowel de plaatsing van een slimme meter voor nieuwe installaties als de vervanging van de al verplichte meters A+/A- voor de “oude” installaties.
Wat betreft de toestemming voor de telecommunicatie van de gegevens die door slimme meters worden geregistreerd, is de uitoefening van bepaalde activiteiten, waaronder “elke activiteit die een injectie van elektriciteit op het distributienet kan veroorzaken", zoals de productie door de prosument zelf, onderworpen aan de verplichting om de communicatiefunctie van de slimme meter te activeren. Daarom moet een prosument over een slimme meter beschikken en moet de communicatiefunctie ervan worden geactiveerd.
Het kader van de ordonnantie is dus heel duidelijk over ieders verplichtingen.
Bij het beheer van de gegevens van de meters zijn ontwikkelingen bij de distributienetbeheerder aan de gang, maar die staat niet onder mijn toezicht. Ik ben ervan op de hoogte dat er operationele problemen zijn, maar die lijken te worden opgelost.
Ik hoop dat deze verduidelijkingen zowel uw vragen als de bezorgdheden die eraan ten grondslag liggen, beantwoorden.