Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de toenemende bedreiging van de Aziatische stinkwants voor de fruitteelt

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1434)

 
Datum ontvangst: 27/04/2023 Datum publicatie: 20/06/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 13/06/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/05/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De fruitteelt in Haspengouw (België) wordt steeds meer bedreigd door de verspreiding van de Aziatische stinkwants (Halyomorpha halys), een insect uit Azië dat zich de laatste jaren over Europa heeft verspreid.

Fruittelers zijn alert omdat dit invasieve insect zich voedt met het sap van vele planten, waaronder fruitbomen, en ernstige schade toebrengt aan de vruchten in de vorm van misvormingen, vlekken en holten.

Hoewel Haspengouw geen deel uitmaakt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is dit probleem van toenemend belang voor fruittelers in Brussel, omdat ook groene ruimtes en stedelijke landbouwgebieden door dit invasieve insect kunnen worden aangetast.

Vorig jaar heb ik zelf verschillende exemplaren op fruitbomen bij mij thuis gezien die in alle opzichten leken op de Aziatische stinkwants. Ik heb u en Leefmilieu Brussel hiervan per brief op de hoogte gebracht. Vervolgens heb ik de verzamelde exemplaren naar uw administratie gestuurd, maar ik heb nog geen enkel antwoord ontvangen.

1. Bestaan er preventieve maatregelen om de verspreiding van deze Aziatische stinkwants egen te gaan en de fruitteelt te beschermen? Zo ja, om welke maatregelen gaat het?

2. Zijn er alternatieven voor chemische bestrijdingsmiddelen om de Aziatische stinkwants te bestrijden, en zo nee, moedigt u onderzoek en innovatie aan bij de ontwikkeling van duurzame en doeltreffende methoden op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om deze plaag, die de landbouwers en de groene ruimten in het gewest bedreigt, aan te pakken?

3. Hoe werken uw diensten samen met uw Waalse en Vlaamse collega's en met andere Europese landen om informatie, ervaringen en goede praktijken uit te wisselen in de strijd tegen invasieve soorten zoals de Aziatische stinkwants?

4. Hoe zit het met de analyse die uw administratie heeft gemaakt van de exemplaren die ik haar heb toegestuurd?

 
 
Antwoord    1.
In boomgaarden is het belangrijk om niet alleen aandacht te besteden aan de bomen, maar ook aan het beheer van de omgeving met respect voor de natuur. Een weide met veel soorten is een waardevollere habitat dan een intensief beheerd gazon. In een gemaaide weide kunnen predatoren van de bruine gemarmerde schildwants bijvoorbeeld stabiele populaties vestigen, waardoor de invasie van uitheemse soorten beperkt wordt.
2.
Tot op heden zijn er nog geen afdoende maatregelen vastgesteld. Soorten voor biologische controle zoals sluipwespen en roofinsecten kunnen misschien een oplossing zijn.

In zijn natuurlijke omgeving zijn parasieten van de bruine gemarmerde schildwants bekend. Van de klassieke roofinsecten wordt over het algemeen verwacht dat ze zich voeden met de eieren van
Halyomorpha halys. Nieuwe (algemene) roofinsecten worden momenteel getest als natuurlijke vijanden van de bruine gemarmerde schildwants. Die potentiële vijanden zijn Trissolcus japonicus (sluipwesp), Arilus cristatus (wielwants) en Armadillidiidae (rolpissebedden).
3.
In België zijn sommige bevoegdheden met betrekking tot de EU-verordening over invasieve uitheemse soorten (verordening 1143/2014) overgedragen aan de federale overheid en andere aan de Gewesten. Elk Gewest is verantwoordelijk voor de uitvoering van de verordening op zijn grondgebied.

De uitvoering kan echter niet gebeuren via unilaterale beslissingen van de betrokken overheden, omdat planten en dieren zich niet aan administratieve grenzen houden en omdat de meeste bepalingen van de verordening een zekere mate van coördinatie vereisen om de coherentie en de rechtszekerheid te waarborgen.

Daarom werd in juni 2020 een samenwerkingsakkoord opgesteld. In dat akkoord wordt een gecoördineerde uitvoering van de
IUS-verordening in België gewaarborgd en wordt er gezorgd voor de uitwisseling van onmisbare informatie tussen de verschillende partijen.
4.
Leefmilieu Brussel is een administratie, geen onderzoeksinstelling. Voor de identificatie van insecten raden we u aan om contact op te nemen met het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.
Er bestaat een identificatieplatform voor geïnteresseerde burgers: www.waarnemingen.be. Op die site kunt u naar de betrokken soort zoeken via ‘Ontdek -> Soorten’. U krijgt dan informatie over de identificatiekenmerken van de soort, verspreidingskaarten, foto's, enz. U kunt er ook waarnemingen invoeren. Als u de exacte benaming niet kent, kunt u ook een foto uploaden. Op basis daarvan zal een automatische identificatie van de soort voorgesteld worden.