Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende gewestelijke strategieën voor de preventie en de aanpak van de invasie van uitheemse soorten

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1440)

 
Datum ontvangst: 03/05/2023 Datum publicatie: 27/07/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 13/06/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/05/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De kwestie van invasieve uitheemse soorten is wereldwijd een groot probleem geworden. Volgens een recente studie van het Franse Centre national de la recherche scientifique (CNRS) en de universiteit van Parijs Saclay hebben biologische invasies, met andere woorden de verspreiding van invasieve uitheemse soorten buiten hun gebied van herkomst, tussen 1980 en 2019 voor financiële verliezen ten belope van 1.208 miljard dollar gezorgd. De impact van deze biologische invasies is vergelijkbaar met de schade veroorzaakt door stormen, aardbevingen en overstromingen.

Invasieve uitheemse soorten, zoals de tijgermug en de Aziatische horzel, veroorzaken blijvende en cumulatieve schade aan de landbouw, de infrastructuur, de volksgezondheid en het milieu. Klimaatverandering verergert de situatie doordat het verspreidingsgebied van deze soorten groter wordt, waardoor het risico op negatieve interacties met lokale ecosystemen en menselijke populaties toeneemt.

In het licht van deze uitdagingen is het van cruciaal belang strategieën te implementeren voor de preventie, de monitoring en de aanpak van invasieve uitheemse soorten om onze samenleving en ons milieu te beschermen tegen de negatieve gevolgen die ze kunnen veroorzaken.

1. Welke maatregelen neemt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de binnenkomst en verspreiding van invasieve uitheemse soorten op zijn grondgebied te voorkomen?

1.1 Hoe ondersteunt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het onderzoek en de ontwikkeling van doeltreffende bestrijdings- en preventiemethoden tegen invasieve uitheemse soorten?

2. Hoe werkt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest samen met andere Belgische gewesten en buurlanden om de inspanningen ter bestrijding van invasieve uitheemse soorten te coördineren?

3. Zijn er gewestelijke initiatieven om het publiek en het bedrijfsleven bewust te maken van de gevaren van invasieve uitheemse soorten en om verantwoorde praktijken in de handel en het vervoer van goederen te bevorderen?

 
 
Antwoord    1.

De Brusselse ordonnantie betreffende het natuurbehoud is van kracht sinds 2012. Die ordonnantie bevat een ‘Brusselse lijst’ van invasieve soorten, die 74 soorten omvat (28 diersoorten en 46 plantensoorten), waarvan ongeveer de helft minstens één keer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd waargenomen.

Wettelijk gezien is het bij de ordonnantie ‘Natuurbehoud’ van 2012 verboden om de soorten die op de Brusselse lijst staan, te verkopen, kosteloos of tegen vergoeding af te staan, te ruilen of aan te kopen.
Om het grote publiek te sensibiliseren, voert Leefmilieu Brussel sinds 2015 een campagne rond het verbod op het voederen van wilde dieren op openbare plaatsen.

Leefmilieu Brussel bereidt momenteel een voorontwerp van ordonnantie over invasieve uitheemse soorten voor.

1.1.

Het Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat voor invasieve uitheemse soorten (NSSIAS) biedt wetenschappelijke ondersteuning bij de identificatie door de inspectiediensten in België. Dat omvat het volgende:
- het opstellen van een identificatieboekje (FR en NL);
- het organiseren van opleidingen voor de inspecteurs;
- het ontwikkelen van een DNA-databank voor de genetische identificatie;
- het ondersteunen van de morfologische identificatie van specimens.

2.

Bij artikel 13 van de Europese verordening worden alle lidstaten ertoe verplicht de introductie- en verspreidingsroutes van de zorgwekkende soorten in kaart te brengen en hiërarchisch te ordenen. In 2018 heeft België die analyse voltooid voor de 49 soorten die op de destijds geldende versie van de Unielijst stonden. In 2020 volgde een analyse voor de 17 toegevoegde soorten. Op basis van de resultaten van die analyse heeft België in 2022 een nationaal actieplan voor de aanpak van de onopzettelijke introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten aangenomen. Dat plan werd opgesteld door het NSSIAS, in samenwerking met de bevoegde overheden. Het plan heeft drie thematische assen:
1) het bezit van invasieve uitheemse soorten voor publieke en private doeleinden;
2) de uitvoering van recreatieve en professionele activiteiten in zoetwater;
3) het transport van habitatmateriaal, kweeksubstraat en via machines.

Wanneer een van de soorten wordt aangetroffen, worden er in de mate van het mogelijke beheermaatregelen genomen om te voorkomen dat de soort zich vestigt of zich verder verspreidt.

Via de tool voor vroegtijdige waarschuwing die door het LIFE RIPARIAS-project werd ontwikkeld (https://alert.riparias.be/), kunnen de beheerders een waarschuwing ontvangen voor de geselecteerde soort zodra die op het grondgebied wordt gedetecteerd.

Er worden ook andere preventieve maatregelen tegen andere invasieve soorten ontwikkeld. Momenteel wordt gewerkt aan een strategie voor het voorkomen en monitoren van uitheemse muggensoorten (Aedes).

3.

- In de periode 2021-2024 zal het NSSIAS proefprojecten uitvoeren op het gebied van bioveiligheid voor watergebruikers: van vissers tot onderhoudsprofessionals die in de buurt van aquatische habitats werken. De eerste fase bestond uit een landelijke enquête onder alle publieke en private actoren die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of de monitoring van zoetwaterecosystemen, waaronder bijvoorbeeld beheerders van invasieve uitheemse soorten, water- en oeverbeheerders, wetenschappers en adviesbureaus. In de enquête werd gepeild naar het algemene niveau van bioveiligheidsbewustzijn met betrekking tot invasieve uitheemse soorten in zoet water en de bijbehorende pathogenen. Daarnaast heeft de enquête geholpen bij het identificeren van de huidige praktijken en beperkingen met betrekking tot het verbeteren van de bioveiligheid.

- Er wordt gewerkt aan een handboek en brochures met de best practices. In 2022 werd een opleiding over dit onderwerp georganiseerd voor het terreinpersoneel van Leefmilieu Brussel.