Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de situatie van de bijenbescherming in het Brussels Gewest

Indiener(s)
Dominique Dufourny
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1442)

 
Datum ontvangst: 03/05/2023 Datum publicatie: 26/06/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 20/06/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/05/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Het Vlaams Bijeninstituut (VBI) heeft de resultaten van zijn jaarlijkse enquête onder imkers bekendgemaakt en de resultaten zijn alarmerend. In verschillende delen van Vlaanderen heeft driekwart van de bijenpopulatie de winter niet overleefd. Sommige imkers hebben zelfs al hun bijen verloren.

De cijfers zijn misschien zelfs een onderschatting omdat "sommige imkers terughoudend zijn om hun verliezen te melden, omdat dit de indruk wekt dat ze niet goed voor hun bijen zorgen", aldus de VBI-voorzitter, die er op ook op wijst dat de verschillen tussen de regio's "vreemd en onverklaarbaar" zijn.

Er zijn bredere analyses nodig om de oorzaken te achterhalen van die massale bijensterfte, die nu niet volledig wordt begrepen. Het VBI roept de Vlaamse overheid dan ook op om dringend maatregelen te nemen.

Zijn er even alarmerende statistieken in het Brussels Gewest? Zijn er verschillen tussen de verschillende Brusselse gemeenten?

En ten slotte, is er coördinatie geweest met het Vlaams Gewest en het Waals Gewest op het vlak van onderzoek naar de oorzaken van de sterfte en de oplossingen om die tegen te gaan?

 
 
Antwoord    1.
Aangezien dit een federale bevoegdheid is (gezondheid van bijen houdt verband met de veiligheid van de voedselketen) die gedelegeerd is aan Wallonië (bijstand aan de bijenteelt), volgt Leefmilieu Brussel de gezondheid van honingbijen niet rechtstreeks op.

Toch zullen generieke systemen voor monitoring bestudeerd worden in het kader van de gewestelijke strategie voor bestuivers die in 2022 goedgekeurd is door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en waarin de nationale doelstelling om de wintersterfte van kolonies te verminderen, aan bod komt.

Recente mededelingen over dat onderwerp wijzen op een soortgelijke wintersterfte in Brussel. Verdwenen kolonies kunnen echter vervangen worden door te delen of door het volgende jaar nieuwe kolonies te kopen, wat niet het geval is bij wilde insecten.

Volgens natuurwaarnemers lijkt het fenomeen dit voorjaar alle bestuivers in een deel van Europa te treffen. Die vaststellingen moeten echter nog wetenschappelijk bevestigd worden via grootschalige statistische analyses.


Leefmilieu Brussel zal de publicaties over dit onderwerp de komende maanden dan ook nauwlettend in de gaten houden.
2.
Wat de honingbij betreft (een niet-Brusselse bevoegdheid), vinden intergewestelijke uitwisselingen zo nodig plaats via de werkgroep Bestuivers van het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM).

Wat de oorzaken betreft, suggereren sommigen het cumulatieve effect van droogte en hittegolven in 2022 en een koude, natte winter in 2022-2023.

Conventionele landbouw, gebruik van pesticiden, chemische bemesting, productieve bosbouw, intensief beheer van parken en tuinen, verlies en versnippering van natuurlijke habitats, klimaatverandering, invasieve uitheemse soorten en lichtvervuiling zijn bovendien allemaal bekende cumulatieve factoren.


In bijenteeltonderzoek richt men zich vaak op praktijken ter verbetering van de bijenteelt (preventieve of curatieve behandelingen, selectie van resistente ondersoorten of ondersoorten met specifiek gedrag, enz.) en op factoren die specifiek verband houden met bijenteelt (varroase, Amerikaans vuilbroed, virussen, enz.). Die ziekten en parasieten kunnen zich verspreiden naar wilde soorten (bijvoorbeeld via bloemen). Voorbeelden zijn het misvormde vleugelvirus en nosema. Toezicht houden op ziekten bij wilde dieren (een gewestelijke bevoegdheid) omvat met name het opvolgen van de besmetting van wilde bijen door de kleine bijenkastkever (
Aethina tumida). Die uitheemse soort is afkomstig uit Zuid-Afrika, werd nog niet in België waargenomen en heeft vooral een impact op de bijenteelt.

Leefmilieu Brussel volgt die evolutie daarom op door meer nadruk te leggen op publicaties over wilde bestuivers, die rechtstreeks vallen onder het gewestelijk beleid voor natuurbehoud.