Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitdagingen van het Energie-Klimaatplan en de intergewestelijke verantwoordelijkheden

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1443)

 
Datum ontvangst: 14/05/2023 Datum publicatie: 27/07/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 19/06/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/05/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In België zijn de inspanningen om de klimaatdoelstellingen voor 2020 te halen succesvol geweest, met een vermindering van de emissies in de niet-industriële sectoren met 15% ten opzichte van 2005.

De doelstelling om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 47% te verminderen, vormt echter een aanzienlijke uitdaging.

Om dit doel te bereiken zou het reductietempo moeten worden opgevoerd tot ongeveer 4,2% per jaar. Het nieuwe Nationaal Energie- en Klimaatplan 2021-2030, met daarin de maatregelen die nodig zijn om de doelstellingen voor 2030 te bereiken, zal in juni aan de Europese Commissie worden voorgelegd.

In Wallonië is het Plan Air Climat Energie 2030 al voorgesteld, maar in Brussel en Vlaanderen is dat nog niet het geval. Bovendien is het zorgwekkend om te horen dat Vlaanderen volgens de huidige prognoses slechts een emissiereductie van 31-32% zou realiseren tegen 2030, wat aanzienlijk lager is dan de eerder aangekondigde doelstellingen.

1. Hoever staat het met het Gewestelijk Lucht-Klimaat-Energieplan 2030 voor Brussel en wanneer kunnen we de voorstelling ervan verwachten?

1.1. Zijn uw diensten op de hoogte van de verklaringen van mevrouw Zuhal Demir over de huidige prognoses waarbij Vlaanderen zijn emissies slechts met 31-32% zal verminderen tegen 2030? Zo ja, is hierover overleg gepleegd met uw ambtgenoten?

1.2 Zal Brussel, indien Vlaanderen zijn doelstellingen voor 2030 niet haalt, ter compensatie zijn inspanningen moeten opdrijven zodat de nationale doelstelling gehaald wordt?

2. Bent u in gesprek met uw Vlaamse en Waalse ambtgenoten om de inspanningen en strategieën te coördineren om ervoor te zorgen dat België zijn klimaatdoelstellingen voor 2030 haalt?

 
 
Antwoord    1.
Het nieuwe gewestelijke Lucht-, Klimaat- en Energieplan (LKEP) is op 27 april 2023 in derde en laatste lezing aangenomen. Het zal dienstdoen als Brusselse bijdrage aan de update van het Nationaal Energie-Klimaatplan, dat eind juni door de Europese Commissie verwacht wordt en momenteel samengesteld wordt.
Er zal een voorstelling van het LKEP voorzien worden in het parlement.
Mijn kabinet en mijn administratie hebben inderdaad kennisgenomen van het Vlaams energie-klimaatplan, dat meegedeeld is aan alle leden van de Nationale Klimaatcommissie. Het Vlaams Gewest streeft ernaar om de uitstoot van broeikasgassen met 40% te verminderen tegen 2030. Dat is een verbetering ten opzichte van de vorige doelstelling, maar het is nog steeds onvoldoende om aan de Europese verplichtingen te voldoen. Dat gebrek aan ambitie brengt de verwezenlijking van de Belgische doelstelling voor 2030 sterk in gevaar.
Het BHG zal het gebrek aan ambitie van het Vlaams Gewest niet compenseren en verdedigt een eerlijke verdeling van de inspanningen.
2.
Er wordt momenteel onderhandeld over een samenwerkingsakkoord over de lastenverdeling van de klimaatdoelstellingen (
burden sharing) voor 2030 in de Nationale Klimaatcommissie, waarvan ik de eer heb om voorzitter te zijn tot en met 2023. In dat akkoord worden de bijdragen van de entiteiten aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en aan de doelstelling om energie uit hernieuwbare bronnen te produceren vastgelegd, evenals andere strategische elementen om tot een evenwichtige lastenverdeling te komen, zoals het gebruik van flexibiliteitsmechanismen, de verdeling van de ETS-inkomsten, internationale klimaatfinanciering, enzovoort. Het doel is natuurlijk om tot een evenwichtig pakket tussen alle entiteiten te komen.
Nu alle entiteiten hun bijdragen aan de update van het Nationaal Energie-Klimaatplan afgerond hebben, zijn de besprekingen in een goed tempo hervat. Op 27 maart hadden we een bijeenkomst van ministers en in de maand mei heb ik verschillende bilaterale bijeenkomsten met de andere entiteiten georganiseerd. De eerste prioriteit zal zijn om het Nationaal Energie- en Klimaatplan tot een goed einde te brengen, wat betekent dat er een akkoord bereikt moet worden over de verdeling van de inspanningen.