Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende pesticiden en hun effect op vogels

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1444)

 
Datum ontvangst: 15/05/2023 Datum publicatie: 26/06/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 19/06/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/05/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In een recente Franse studie werden hoge concentraties neonicotinoïden, een klasse bestrijdingsmiddelen, aangetroffen in het bloed van verschillende vogelsoorten, waaronder gorzen, nachtegalen, patrijzen en grauwe kiekendieven. Ondanks het EU-verbod op deze stoffen wijst hun aanwezigheid op illegaal gebruik of op een langer dan verwachte persistentie in het milieu. Dit laatste zou erop wijzen dat vogels deze stoffen verscheidene jaren na het gebruik ervan kunnen opnemen.

Natuurpunt, de bekende milieuorganisatie, wijst erop dat België 's werelds grootste exporteur van neonicotinoïden naar landen buiten Europa is en pleit voor een strengere aanpak van deze stoffen, waarvoor regelmatig uitzonderingen worden toegestaan.

Uiteraard worden dit soort producten vooral in de landbouw gebruikt, een activiteit die in Brussel niet erg aanwezig is. Anderzijds is het aantal openbare en particuliere tuinen zeer groot en daar is de mogelijkheid om deze stoffen te gebruiken reëel.

1. Zijn uw diensten op de hoogte van deze studie? Zo ja, zijn er specifieke maatregelen gepland om dit probleem aan te pakken?

2. Worden er maatregelen genomen om het illegale gebruik van verboden bestrijdingsmiddelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tegen te gaan?

3. Welke initiatieven zijn er genomen om het gebruik van pesticiden te verminderen en niet-doelsoorten zoals de in de studie genoemde vogels te beschermen?

4. Deze studie wijst op de aanwezigheid van neonicotinoïden in het bloed van vogels enkele jaren na het gebruik ervan. Welke maatregelen worden genomen om de gevolgen van deze stoffen voor de plaatselijke fauna op lange termijn te controleren en te beperken?

5. Welke inspanningen worden geleverd om veiliger en milieuvriendelijke alternatieven voor neonicotinoïden te promoten bij landbouwers en andere gebruikers van pesticiden in ons gewest?

 
 
Antwoord    1.
De diensten van Leefmilieu Brussel zijn zich bewust van de grote risico's van het gebruik van neonicotinoïden voor de fauna en het milieu in het algemeen.

Het Brussels Gewest is het enige dat het gebruik van neonicotinoïden en gelijkaardige stoffen op zijn grondgebied verboden heeft. Leefmilieu Brussel geeft ook systematisch negatieve adviezen bij de nationale homologatie van nieuwe producten van dat type of wanneer federale afwijkingen toegekend worden voor producten die door Europa verboden zijn. Een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie maakte dit jaar een einde aan de onrechtmatige afwijkingen die herhaaldelijk toegekend werden voor het omhullen van bietenzaad met verboden neonicotinoïden.
2.
Er worden controles georganiseerd. Aan de ene kant is de federale overheid verantwoordelijk voor de controle op het gebruik van pesticiden in de landbouw. Aan de andere kant heeft Leefmilieu Brussel inspecteurs om de gewestelijke wetgeving te controleren. Er worden controles uitgevoerd op opslagplaatsen en klachten en overtredingen waarbij op heterdaad betrapt werd, worden opgevolgd. De controle op het feitelijke gebruik van die stoffen blijft echter complex, vooral in tuinen en privéruimten. Leefmilieu Brussel bestudeert momenteel ontwerpen om de controle op de wetgeving te versterken.
3.
Naast het aspect ‘controle’ zijn opleiding en bewustmaking van zowel professionals als particulieren belangrijke pijlers om de naleving van gewestelijke maatregelen te waarborgen. Het aanbod van opleidingen over wetgeving en alternatieven voor pesticiden is de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid via de Nature Academy, een opleidingsinstantie die door Leefmilieu Brussel beheerd wordt. Er wordt ook een online opleiding over alternatieven voor pesticiden ontwikkeld. Die is gericht op onze burgers en verkopers die in tuincentra en doe-het-zelfzaken werken.


Dat is slechts een van de vele acties die opgenomen zijn in het nieuwe
Gewestelijk Programma voor Pesticidenreductie 2023-2027.
4.
De biomonitoring van die stoffen in avifauna zal op nationaal niveau besproken worden binnen de Adviesraad van NAPAN (Nationaal Actie Plan d'Action National), waar met name verschillende onderzoekscentra en universiteiten bij betrokken zijn.

Wat betreft de maatregelen die genomen zijn om de impact van die stoffen te beperken, zie de antwoorden op de andere vragen.
5.
Zie het antwoord op vraag 3.
Wat specifiek de landbouw betreft, zal de uitvoering van de nieuwe Good Food-strategie 2.0 bijdragen aan de transitie, onder meer door netwerkvorming van actoren en nauw contact tussen de administratie en de landbouwers.