Schriftelijke vraag betreffende de aanklachten in verband met de slechte weergave van bepaalde werkzaamheden en initiatieven in het verslag "Voor de dekolonisatie van de openbare ruimte in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: een reflectiekader en aanbevelingen"
- Indiener(s)
- Kalvin Soiresse Njall
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 854)
| Datum ontvangst: 19/05/2023 | Datum publicatie: 30/08/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 13/06/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 23/05/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | Naar aanleiding van de debatten in het parlement over de dekolonisatie van de openbare ruimte en de goedkeuring van de resolutie "betreffende de structurele en inclusieve dekolonisering van de Brusselse openbare ruimte in het kader van een werk van dialoog en herinnering” hebt u besloten een werkgroep op te richten. Deze werkgroep, samengesteld uit mensen uit de academische en verenigingswereld, moest de kwestie onderzoeken in het licht van de desbetreffende bepalingen van het regeerakkoord. Dit akkoord bepaalt dat de regering “in overleg met de academische wereld en de betrokken verenigingen een denkoefening zal opstarten over de symbolen in de openbare ruimte die te maken hebben met de kolonisatie”. In haar rapport heeft de werkgroep onder meer een contextualisering en inventarisatie gemaakt van protestacties die verband houden met het koloniale karakter van de openbare ruimte. Deze acties werden gevoerd door verenigingen, bewegingen, persoonlijkheden, kunstenaars enzovoort. Bij dit soort initiatieven moeten de uitgevoerde acties, initiatieven en werkzaamheden getrouw worden weergegeven. Dit is noodzakelijk ter wille van de intellectuele eerlijkheid, maar ook uit respect voor het werk van de betrokken personen en structuren.
Als parlementslid ben ik hierover ondervraagd. Ik ben aan de tand gevoeld over delen van het verslag die feitelijk niet kloppen met de ondernomen acties. Deze bezwaren kwamen van verschillende mensen, waaronder leden van de werkgroep die me wezen op dit probleem van een niet-getrouwe weergave van de werkzaamheden en acties. Ik begrijp dat uw kabinet en uzelf over de kwestie zijn aangesproken. 1. Kunt u dat laatste bevestigen? Zo ja, welke initiatieven hebt u genomen om dit probleem aan te pakken? Welke antwoorden hebt u kunnen geven? 2. Welke oplossingen kunnen, nu het rapport openbaar is, worden doorgevoerd in dialoog met de mensen die de weergave van hun werk of handelingen betwisten? 3. In de toekomst zal voor de uitvoering van het verwachte plan van de regering op dit gebied wellicht opnieuw een beroep worden gedaan op mensen of structuren die werken of acties hebben uitgevoerd. Welke instrumenten zet u in of overweegt u met uw kabinet om ervoor te zorgen dat de rechten van auteurs worden geëerbiedigd?
|
| Antwoord | Ik heb slechts van één geval vernomen en voor dat specifieke geval hebben de leden van de werkgroep die het rapport hebben ondertekend het initiatief genomen om in dialoog te gaan met de betrokken persoon. Jammer genoeg kon er via deze dialoog geen oplossing worden gevonden in de ogen van de betrokken persoon. Ik heb geen informatie over de andere aangehaalde gevallen. Indien u over bepaalde informatie beschikt die u niet wenst openbaar te maken kan u mij hierover altijd persoonlijk aanspreken of via mijn kabinet. We waarderen en respecteren voor alle duidelijkheid de rechten van alle ontwerpers in hun artistieke creaties. Daar is geen twijfel over mogelijk. |