U gaf in uw antwoord te kennen dat u in de aanpak van de lijst van zwarte punten een nieuwe methodologie hanteert. Dat maakt het voor parlementsleden, en bij uitbreiding de burger, moeilijk om een goed zicht te krijgen op de continue en reële aanpak van deze problematiek. Vooral omdat het niet geweten is wat deze methodologie inhoudt.

Ik stel u daarom volgende vragen, in navolging van mijn vorige schriftelijke vraag nr. 1555:

• U stelde dat u op één na alle gevoelige punten van 2014 heeft weggewerkt, maar het is niet duidelijk wat die verbetering inhoudt. Wat hielden deze verbeteringen in op materiële, kwalitatieve en/of kwantitatieve wijze?

• Wat is de nieuwe methodologie die u hanteert voor het wegwerken van zwarte verkeerspunten? Waarin verschilt deze nieuwe methodologie met de voorgaande en wat was uw motivatie om te veranderen van methodologie?

• Kan u mij een duidelijk overzicht geven over de evoluties in de lijst van de 30 oorspronkelijk vastgestelde topprioriteiten volgens de oude methodologie, naast hoe deze zich verhouden en/of deels overlappen met de 55 actuele ongevalgevoelige zones volgens de nieuwe methodologie?

• Kan u mij een overzicht geven, op basis van de oude en nieuwe methodologie, van de infrastructurele toestand van de ‘oude’ 30 meest prangende verkeersveiligheidspunten, alsook de 55 ‘nieuwe’ ongevalgevoelige zones? Graag een onderscheid in de aard van de ingrepen; ofwel door ‘quick wins’ met tijdelijke ingrepen ofwel door meer structurele ingrepen door een globale heraanleg.

• Welke verkeersingrepen plant u nog te ondernemen tijdens deze legislatuur?