Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het toezicht op de vereenvoudigde verhuizingsmogelijkheden bij de OVM's.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1206)

 
Datum ontvangst: 19/04/2023 Datum publicatie: 05/07/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 28/06/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/06/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Volgens artikel 3 van het huurbesluit van september 1996 kan een huurder van een OVM  een mutatie aanvragen als de woning ongeschikt is voor de samenstelling van zijn of haar huishouden.

Mevrouw de minister, vorig jaar heb ik u in de commissie een vraag gesteld over mutaties binnen de OVM’s, waarop u antwoordde dat ondanks de grote vraag naar mutaties, dit niet aantoont dat de OVM-overplaatsing een oplossing is. Een van de redenen hiervoor is dat huurders vaak in hun eigen buurt willen blijven wonen.

U vertelde ons ook dat het vaak ouderen zijn die in zogenaamde "overaangepaste" woningen wonen en in hun buurt willen blijven wonen. Bovendien kan de OVM hen niet dwingen om te vertrekken. U vertelde ons ook dat er wordt nagedacht over het opzetten van een specifieke dienst om de mutatie van ouderen te vergemakkelijken.

U liet ons ook weten dat het informatiesysteem voor besluitvorming ter verbetering van het mutatiebeheer, door één OVM wordt getest voordat het aan de hele sector wordt aangeboden.

Dit brengt me ertoe u de volgende vragen te stellen:

  • Staat de implementatie van een specifieke dienst om de mutatie van ouderen te vergemakkelijken nog steeds op de agenda? Zo ja, in welk stadium bevindt zich de ontwikkeling van deze regeling? Kunt u ons meer details geven over de beoogde mechanismen?

  • U hebt ons in de commissie verteld dat een werkgroep onderzoekt hoe mutaties binnen de OVM kunnen worden vergemakkelijkt. Zijn de conclusies van deze werkgroep ingediend? Kunt u ons deze doen bezorgen?

  • Welke feedback hebben we ontvangen van de OVM dat het informatiesysteem voor besluitvorming heeft getest? Is dit systeem geïmplementeerd in andere systemen? Zo ja, wat zijn de resultaten?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Allereerst wil ik u herinneren aan de bepaling van artikel 140 van de Huisvestingscode met betrekking tot doorstromingen, waarin staat dat de regeling niet wordt toegepast op personen ouder dan zeventig jaar (de zogenaamde "beschermde huurders").

Momenteel is het zo dat sommige OVM's contact opnemen met hun beschermde huurders om hen ervan te overtuigen een overplaatsing te aanvaarden, vooral wanneer ze nieuwe woningen beschikbaar hebben. Sommige OVM's bieden ook hulp bij herhuisvesting, maar mensen blijven vaak weigerachtig. Deze procedures nemen veel tijd in beslag en de OVM kan hen niet dwingen om te verhuizen.

Verschillende OVM's hebben ook woningen die bestemd zijn voor ouderen, met specifieke dienstverleningen, die oudere huurders tot op zekere hoogte kunnen aanmoedigen om hun bovenmatige woning te verlaten.


Elke maatschappij ondersteunt haar huurders dus op de meest gepaste manier, in functie van haar patrimonium en haar financiële en personele middelen, en beantwoordt in de mate van het mogelijke aan de wensen van haar meest kwetsbare huurders, wat niet gemakkelijk is.


Gezien de situatie van veel jonge gezinnen met kinderen die soms al jaren wachten op een doorstroming naar een grote woning, kan ik bevestigen dat het mijn wens is om bovenmatige woningen sneller beschikbaar te stellen voor gezinnen die er dringend nood aan hebben. Dit wordt ook uiteengezet in actie 8 van mijn Noodplan voor Huisvesting.
Er is een werkgroep opgericht om verschillende mogelijke opties te onderzoeken, waarover nog geen beslissing is genomen.

Met het oog op de mogelijke gevolgen van deze hervorming van de doorstromingscriteria worden talrijke simulaties uitgevoerd om de relevantie en de budgettaire gevolgen ervan te beoordelen.


Wat de doorstromingen tussen OVM's onderling betreft,
blijkt uit de bezettingscijfers niet dat doorstromingen tussen OVM's een oplossing zijn om het aantal mutatieaanvragen op te vangen.


Ten eerste moet elke OVM prioritair de mutatieaanvragen van haar huurders behandelen en daarnaast grote renovaties realiseren. Alle OVM's die aan renovatiewerken bezig zijn, moeten echter gezinnen herhuisvesten om de te renoveren woningen vrij te maken. Deze interne behoefte aan beschikbare woningen maakt mutaties tussen OVM's dus moeilijk.


Bovendien willen de meeste huurders, vooral de oudere,
in hun wijk blijven wonen.


Grote gezinnen hebben hun leven ook in hun wijk georganiseerd (scholen voor de kinderen, sociaal leven, enz.) en willen daar ook blijven wonen.

Tot slot,
wat betreft uw laatste vraag over het besluitvormingssysteem: de OVM die het systeem getest heeft, is er tevreden over. De werkzaamheden zijn begonnen bij een andere OVM en zijn bijna voltooid. Het systeem moet in alle OVM's worden uitgerold. Dit werk neemt veel tijd in beslag omdat er verschillende huurbeheerprogramma's worden gebruikt.