Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de mogelijke onwettigheid van een overheidsopdracht in Schaarbeek

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1187)

 
Datum ontvangst: 31/05/2023 Datum publicatie: 30/08/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 14/07/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/06/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Vandaag wil ik spreken namens het Prinses Elisabeth-Stephensoncomité, waarmee ik regelmatig contact heb in Schaarbeek. Ze hebben me meermaals gecontacteerd om hun bezorgdheid te uiten over een procedure voor de gunning van een openbare dienstverleningsopdracht voor de begeleiding van het nieuwe participatieve proces voor fase 3 van het lokale mobiliteitscontract Colignon-Josaphat. Aangezien ze ondanks herhaalde verzoeken geen antwoord kregen van de bevoegde schepen, wendden ze zich tot u, maar op het moment van schrijven hebben ze nog geen antwoord ontvangen. Zij stellen de onwettigheid van de overheidsopdracht aan de kaak omdat die niet in overeenstemming is met de geldende regelgeving, met name:
  • Artikel A.3.2 over beeldrechten en de verspreiding van foto's en video's is niet in overeenstemming met de aard van de opdracht en is in tegenspraak met een andere passage waarin staat dat de communicatie wordt afgehandeld door de bevoegde gemeentelijke dienst.

  • In de overheidsopdracht wordt geen melding gemaakt van een analyserooster aan de hand waarvan de offertes kunnen worden gerangschikt volgens de verschillende gunningscriteria.

  • De formulering van het vierde gunningscriterium zou die van een selectiecriterium zijn, maar het comité is van mening dat het gemeentebestuur zich in dezen niet kan beroepen op de mogelijkheid waarin artikel 81 3°, b) van de wet van 17 juni 2016 voorziet, omdat het geen cv heeft geëist, noch enige kwalificatie van het voor de opdracht voorgestelde personeel.

Mijn vragen luiden als volgt:

  • Het voornoemde comité vraagt u ook te laten onderzoeken of dit dossier in overeenstemming is met het regelgevende kader. Ze vragen ook om volledige toegang tot de opmerkingen die zijn ingediend in het kader van de validering van de documenten van de opdracht. Bent u ingegaan op het verzoek van de betrokken bewoners en hebt u een analyse van het desbetreffende document laten uitvoeren? Zo ja, wat zijn de conclusies?

  • De indieners hebben u gevraagd of er een gids bestaat voor goed administratief gedrag, zoals in Wallonië. Daarin staat bijvoorbeeld dat er voor elk schriftelijk verzoek aan de administratie zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 10 dagen een ontvangstbevestiging moet worden bezorgd, tenzij binnen die termijn een substantieel antwoord kan worden gegeven. Er staat ook in dat de betrokken ambtenaar zijn taken nauwgezet, correct en hoffelijk moet uitvoeren en in zijn antwoorden moet trachten behulpzaam te zijn en vragen zo volledig en nauwkeurig mogelijk moet beantwoorden. Hoe zit dat in Brussel? Maakt u werk van een dergelijke gids, mocht die nog niet bestaan?

  • De bewoners klaagden dat ze geen antwoorden krijgen omdat zowel de schepen als uw kabinet hebben gezegd dat ze niet reageren op anonieme verzoeken. De bewoners wijzen erop dat er in het verleden ernstige problemen waren geweest met de gegevensverwerking door de gemeente en het respect voor hun privacy, waardoor hun voorzichtigheid gerechtvaardigd was. Ze hebben vervolgens namen opgegeven, maar nog steeds geen verdere reactie ontvangen. Welke uitwisselingen hebt u met bovengenoemd comité over deze kwestie gehad (overzicht van de verzoeken en antwoorden)? Wat is de gemiddelde reactietijd waarmee uw kabinet over het algemeen reageert op de brieven en e-mails die het ontvangt?

 
 
Antwoord    Ik ben inderdaad via diverse kanalen aangesproken over de opdracht voor de organisatie van een nieuw participatief proces voor de uitvoering van de derde fase van het project Good Move (lokaal mobiliteitscontract Colignon-Josafat).

Ik heb de administratie Brussel Plaatselijke Besturen verzocht de klacht en de documenten met betrekking tot de opdracht te onderzoeken. Op 10 juli 2023 heb ik de resultaten ervan ontvangen. Ik vat ze hierna als volgt samen:

1. Het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking is toegestaan voor opdrachten van beperkte waarde, wat hier het geval is (66.320 euro inclusief btw). Er moet echter wel een oproep tot mededinging gebeuren, en dat was het geval aangezien er 18 dienstverleners gecontacteerd werden. Slechts één enkele heeft een offerte ingediend.
2. Het zorgvuldige onderzoek van de documenten in verband met de opdracht laat toe te besluiten dat deze niet opgesteld werden om een kandidaat te bevoordelen, noch om anderen te ontmoedigen. Met andere woorden: de opdracht werd niet gestuurd.
3. De toekenningsbeslissing zelf is volledig en gemotiveerd en beantwoordt bijgevolg aan de wettelijke eisen ter zake.
4. De precieze klachten met betrekking tot verschillende bepalingen van het bestek zijn ongegrond:
a. Het is gebruikelijk en redelijk om een bepaling te voorzien in verband met het recht op afbeelding en de verspreiding van foto’s en video’s;
b. De wegingsmethode voor de toekenningscriteria is conform de wetgeving, gezien het feit dat het hier een opdracht betreft die niet onderworpen is aan de Europese bekendmaking;
c. Het criterium in verband met de capaciteit van de inschrijver om de opdracht correct uit te voeren, is bijna een standaardvoorwaarde geworden in de opdrachten voor diensten – en werd in ieder geval verschillende keren bekrachtigd door de Raad van State;
d. Idem voor het criterium “realisme van de voorgestelde werkplanning”.

Conclusie: Brussel Plaatselijke Besturen meent dat de klachten niet gegrond zijn en niet om een toezichtsmaatregel vragen.

Brussel Plaatselijke Besturen publiceert op zijn website verschillende gidsen voor goede praktijken inzake overheidsopdrachten. Ik denk bijvoorbeeld aan het compendium voor overheidsopdrachten of aan de publicatie van de toezichtsbesluiten die een gemeentelijke beslissing opschorten, annuleren of weigeren goed te keuren.

Wat betreft de anonieme verzoeken om informatie die op mijn kabinet toegekomen zijn, bevestig ik dat ik ze niet beantwoord heb.



Ik heb de afzenders evenwel gevraagd hun identiteit bekend te maken. Krachtens artikel 18, §1, van het Gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16 mei 2019 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen, zijn de verzoeken om de raadpleging van een administratief document, uitleg die daarop betrekking heeft of communicatie onder de vorm van een kopie, immers onontvankelijk, als zij niet ondertekend worden door de verzoeker of als zij de naam en het adres van de verzoeker niet preciseren.

Zodra de verzoeken opnieuw werden ingediend in naam van minstens één verzoeker, werden ze ontvankelijk, en heb ik geantwoord dat hun vragen onderzocht zouden worden door mijn bestuur.

Dit is het verloop van de uitwisselingen:

06/04/2023, 00.08 uur: anoniem bericht waarin gevraagd wordt om een analyse van het gunningsdossier;
08/05/2023, 15.51 uur: een gemeenteraadslid (geïdentificeerd) geeft het anonieme bericht van 06/04/2023 door;

09/05/2023, 10.24 uur: ik vraag de auteurs van het anonieme bericht zich bekend te maken;

09/05/2023, 12.45 uur: het gemeenteraadslid geeft de identiteit van een van de auteurs;

11/05/2023, 14.23 uur: anoniem bericht met de vraag waarom ik anonieme berichten niet beantwoord;

23/05/2023, 16.15 uur: het gemeenteraadslid vraagt hoe het staat met de zaak;

24/05/2023, 08.21 uur: ik antwoord het gemeenteraadslid dat de klacht op 15 mei werd overgemaakt aan het bestuur en dat hij op de hoogte zal worden gebracht van de resultaten van de analyse en van het eventuele vervolg;
01/06/2023: ik geef enkele bijkomende preciseringen aan het gemeenteraadslid (wettelijke rechtvaardigingsgrond om anonieme brieven niet te beantwoorden; toezichtsprocedures die van toepassing zijn op opdrachten van beperkte waarde).