Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de voortgang van de renovatie van sociale woningen.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1220)

 
Datum ontvangst: 05/06/2023 Datum publicatie: 19/01/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 11/07/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/06/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Nu de verkiezingen naderen, is het interessant om de balans op te maken van de acties van de gewestregering, in het bijzonder op het vlak van de renovatie van woningen.

Actie 5 van het Noodplan voor huisvesting voorziet in de renovatie van het socialewoningenbestand. Het doel van deze actie is een antwoord te bieden op de veroudering van het woningenbestand om de klimaatverandering en de stijgende kosten voor de huurders tegen te gaan.

De verschillende onderdelen van deze actie omvatten de invoering van tijdelijke herhuisvestingsoplossingen, de verbetering en vereenvoudiging van renovatieprocedures en een programma om renovatieprojecten te financieren.

Ik wil u daarom de volgende vragen stellen:

  • Kunt u ons een overzicht geven van de acties die zijn ondernomen en de renovatiewerkzaamheden die tot nu toe zijn uitgevoerd?

  • Is het nieuwe vierjarenplan voor de financiering van renovatieprojecten gelanceerd? Kunt u ons de werkwijze van dit plan toelichten?

  • Zal de deadline voor de renovatie van 37.000 woningen die het Noodplan voor huisvesting bevat, gehaald worden? Zo niet, met welke hindernissen wordt u geconfronteerd?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Voor wat betreft de stand van zaken van actie 5 van het NPH, kan ik u melden dat de voorziene werken op dit moment zijn uitgevoerd in 68,5% van de in het NHP vastgelegde woningen. Van de 31,5% resterende woningen, zijn de werken bij 28,8% van de woningen aan de gang en bevindt 2,7% zich in de studiefase.

Op basis van deze cijfers gelooft de BGHM dat de beoogde doelen bereikt kunnen worden, ook al heeft de gezondheids- en geopolitieke situatie een impact gehad sinds de doelstellingen werden vastgelegd, zowel op het vlak van de voorbereidingstijd en uitvoeringstermijnen van projecten als op het vlak van prijsstijgingen.

Hieronder vindt u het overzicht per soort werken:

· 1.082 woningen hebben een volledige renovatie ondergaan;
· 5.146 woningen hebben een gedeeltelijke renovatie of volledige renovatie van de buitenschil ondergaan;
· 10.600 woningen hebben een renovatie ondergaan van onderdelen met betrekking tot speciale technieken, wat overeenkomt met 18.964 interventies.
Met betrekking tot uw tweede vraag over het nieuwe vierjarenplan voor de financiering van de renovaties: het plan is wel degelijk gelanceerd, zoals ik uitgebreid heb kunnen toelichten in antwoord op de mondelinge vraag van de heer Lux op 8 december jongstleden. Deze nieuwe financiering, die bekend staat als het Strategisch Plan voor Duurzame Renovatie of PSRD, werd op 14 juli jongstleden bij besluit goedgekeurd door de regering.

De doelstellingen van deze nieuwe financiering zijn:

- het proces omtrent de terbeschikkingstelling van fondsen soepeler laten verlopen;
- een langetermijnvisie verschaffen;
- de uitstaande bedragen verminderen en schrappen;
- en tegemoetkomen aan de vraag van de Inspectie van Financiën om de regelgeving aan te passen zodat ze overeenstemt met de momenteel geldende dotatieregeling.

De toekomstige investeringen worden namelijk gepland vanuit een tienjarige visie en opgenomen in een globaal strategisch plan van de BGHM, dat wordt opgebouwd op basis van de eigen strategische plannen van de OVM’s. Dat globaal strategisch plan zal worden gevolgd door een operationeel plan voor de uitvoering van de werken.

De dotatie wordt vastgelegd op het moment van de aanstelling van aannemers in het kader van opdrachten voor werken, met dien verstande dat alle kosten verbonden aan de voorbereiding van die stap voorgefinancierd worden met langetermijnleningen van de BGHM, die in voorschotten en subsidies worden omgezet bij de goedkeuring van de aanstelling van aannemers in het kader van opdrachten voor werken.

Dit plan werd ontworpen op basis van een totaalbedrag van 900 miljoen, d.w.z. 90 miljoen per jaar gedurende 10 jaar.

De OVM’s konden starten met de studies aan de hand van de nieuwe budgetten. Als gevolg hiervan bevinden 62 projecten die geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd door het nieuwe investeringsprogramma zich momenteel in voorontwerpfase, voor een totaalbedrag van meer dan 360 miljoen euro.

Ik wil er ook aan herinneren dat de OVM's bepaalde projecten hebben kunnen versnellen dankzij het budget dat uitgetrokken was voor de voorstudies en dat kort voor de tenuitvoerlegging van het PSRD is vastgelegd.
Tot slot,
met betrekking tot uw vraag over de naleving van de deadlines en eventuele obstakels, moet er allereerst aan worden herinnerd dat de gezondheids- en geopolitieke situatie, sinds de vaststelling van de doelstellingen van het NPH in 2020, een negatieve invloed had en nog steeds heeft op de voorbereiding, uitvoering en budgetten van projecten, met name op het gebied van prijzen en de beschikbaarheid van materialen.

Desondanks heeft de sector zijn uiterste best gedaan om de doelstellingen te bereiken en we zijn op de goede weg om ze te halen.


De BGHM heeft risico's geïdentificeerd met betrekking tot het naleven van de deadlines voor de oplevering van de werken aan ongeveer 2.000 woningen. Voor toekomstige bouwplaatsen zijn er de risico's die eigen zijn aan de mislukte mededinging van opdrachten voor werken vanwege onaanvaardbare prijzen. Dit impliceert langdurige onderhandelingen om de opdrachten te redden of om te vermijden dat de opdrachten verplicht opnieuw moeten worden uitgeschreven.

Ten slotte hebben sommige omvangrijke projecten voor grondige renovatie vertraging opgelopen wegens technische redenen, zoals de ontdekking, tijdens de voorafgaande analyses die noodzakelijk zijn voor elk grootschalig project, van niet-recupereerbare betonconstructies of betonconstructies die niet voldoen aan de huidige eisen (brand, draagvermogen, enz.). Deze pathologieën komen vaak voor bij gebouwen uit het sociale woningenbestand die dateren van de jaren '60 en '70 en die een groot deel van de huidige sociale woningen uitmaken. Zowel de OVM's als de BGHM, die hen begeleidt, proberen zo goed mogelijk te anticiperen op de gevolgen van deze technische situaties.