Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende actie 7 van het Noodplan voor huisvesting ter vermindering van de lasten voor het onderhoud van groene ruimten rond sociale woningen

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1233)

 
Datum ontvangst: 03/07/2023 Datum publicatie: 20/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 12/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/07/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Mevrouw de minister, actie 7 van uw Noodplan voor huisvesting voorziet in een beperking van de kosten voor huurders van sociale woningen voor de groene ruimten bij hun woning. Daarnaast wil deze actie de biodiversiteit van de Brusselse groene ruimten garanderen.

Ik heb u hier afgelopen december naar gevraagd in de commissie. U deelde mij mee dat de vier proefprojecten voor de ontwikkeling van natuur en/of stadslandbouw in groene ruimten, rond gebouwen en/of sociale woningen aan de gang waren en dat de termijnen werden gerespecteerd.

Volgens uw Noodplan voor huisvesting bent u van plan deze proefprojecten in 2023 te evalueren.

Dit brengt mij tot de volgende vragen.

  • Zijn de vier proefprojecten al geëvalueerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uit deze evaluaties naar voren gekomen?

  • In mijn vraag van afgelopen december heb ik uw aandacht gevestigd op het feit dat sommige OVM’s ondersteuning krijgen van gemeentelijke diensten en andere niet. Zijn er plannen om alle OVM’s op dat punt gelijk te trekken?

  • Hoeveel bedraagt de geschatte kostenverlichting voor sociale huurders?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

De 4 proefprojecten zijn geëvalueerd.


Uit de evaluatie blijkt dat deze projecten veel enthousiasme hebben opgewekt op het gebied van de band met de natuur.

Comensia, bijvoorbeeld, heeft het gedifferentieerd beheer uitgebreid naar al haar groene ruimten. Een ander sterk signaal was het verzoek van de OVM’s om acties ter bescherming van de biodiversiteit op te nemen in de beheersovereenkomst van niveau 2.

Doordat de gemeenschappelijke ruimten zijn opgenomen in de prioriteiten van de beheersovereenkomst, beschikt de BGHM voor het eerst over een persoon met landschapsarchitecturale vaardigheden (1/2 VTE) om onder andere:

- Het opstellen van een standaardbestek voor het ecologisch onderhoud van open ruimtes te coördineren en dit te verspreiden zodra het klaar is;
- Ervoor te zorgen dat nieuwe inrichtingen zo duurzaam mogelijk zijn en dat het onderhoud zo licht mogelijk is;
- De opleidingen te verspreiden en de instrumenten van Leefmilieu Brussel op dit gebied te ontwikkelen.


Wat de gemeentediensten betreft, is het inderdaad zo dat de gemeente op bepaalde sites, zoals de Peterbossite, het onderhoud van de groene ruimten uitvoert en ten laste neemt.


Er moet worden opgemerkt dat momenteel in geen enkele bepaling staat vermeld wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van de groene ruimten rond sociale woningen.

We moeten er evenwel aan herinneren dat deze groene ruimten 4 km² beslaan, een oppervlakte die groter is dan 5 van de kleinste Brusselse gemeenten. We kunnen stellen dat ongeveer de helft van deze 4 km² toegankelijk is voor het publiek.

Er moet echter ook worden onderzocht of het verschil in lasten tussen huurders moet worden doorverrekend in de financiën van de gemeenten, wetende dat de gemeenten van de tweede kroon het meest geïmpacteerd zullen worden.



Wat betreft de geraamde lastenverlaging voor sociale huurders als gevolg van deze projecten, vindt u in bijlage 2 een tabel met de maandelijkse lasten van huurders voor de jaren 2020, 2021 en 2022 voor elk van de 4 OVM's die een proefproject hebben uitgevoerd. Het onderhoud door middel van gedifferentieerd beheer werd in 2021 opgestart. 2021 was een bijzonder jaar omdat het erg nat was. Hierdoor waren er meer onderhoudsbeurten nodig dan in andere jaren.


In 2022, een bijzonder droog jaar, stelt de BGHM een daling vast van de maandelijkse lasten voor het onderhoud van de proeflocaties. In het licht van de prijsstijgingen zijn deze verlagingen bijzonder opmerkelijk, aangezien er in 2022 sprake was van een recordinflatie van 10%.

De BGHM stelt vast dat er dus wel degelijk sprake is van besparingen. Omdat de sites echter zo verschillend zijn en het weer zo sterk varieert van jaar tot jaar, is het moeilijk om te veralgemenen en een gemiddeld bedrag van de verlaging te verstrekken.