Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het zwerfvuil in en de filtering van de Brusselse waterlopen

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1506)

 
Datum ontvangst: 14/07/2023 Datum publicatie: 20/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 18/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/07/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
18/09/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Enige tijd terug mocht ik u reeds enkele keren ondervragen omtrent het zwerfvuil in de Brusselse waterlopen (cf. schriftelijke vragen nr. 880 en nr. 1188). Gezien het belang van deze problematiek lijkt het mij echter opportuun om na te gaan hoe de omvang ervan evolueert en welke concrete acties er ondernomen worden om onze waterlopen zo zuiver mogelijk te kunnen maken.
  • Kan u een stand van zaken geven omtrent de hoeveelheden zwerfvuil die jaarlijks in totaal in de Brusselse waterlopen terechtkomt? Om wat voor soorten zwerfafval gaat het hierbij en welke middelen worden er voorzien om dit afval te verwijderen? Om welke hoeveelheden ging het in 2022 en in 2023 tot dusver? Welke evolutie kan u duiden in deze hoeveelheden in vergelijking met de afgelopen jaren?

  • Kan u een stand van zaken geven omtrent de acties en middelen die u voorziet om de hoeveelheden (zwerf)afval in onze waterlopen te verminderen, in het bijzonder omtrent de afvalwaterlozingen en de stormoverlaten? Op welke manier wordt deze problematiek opgevolgd binnen Leefmilieu Brussel?

  • Kan u in het bijzonder een stand van zaken geven omtrent de besprekingen die volgens uw recentste antwoord ter zake gevoerd werden tussen Leefmilieu Brussel, Net Brussel en Vivaqua in het kader van een mogelijke uitbreiding van bewustmakingscampagnes hieromtrent? Welke acties en middelen worden hiertoe voorzien?

 
 
Antwoord    1.
Wat de Zenne betreft, heeft Leefmilieu Brussel – beheerder van de waterloop – ongeveer 2 ton afval verwijderd van de oevers van de Zenne in 2022 en 2023. Er moet worden opgemerkt dat er openbare vuilnisbakken zijn op de publiek toegankelijke plaatsen langs de waterlopen, maar Leefmilieu Brussel heeft geen precieze gegevens over het legen van die vuilnisbakken in het bijzonder, omdat ze zijn opgenomen in de algemene ophaalrondes.


Een groot deel van het afval wordt door VIVAQUA – beheerder van de Zennekoker – gerecupereerd bij het rooster voor de passage van de waterloop door de koker ter hoogte van de Veeartsenstraat in Anderlecht. Voor 2022 is dat 53,8 ton en voor 2023 (gegevens tot eind juli) is dat 20,2 ton afval, naast de 2 ton afval die op de oevers werd opgehaald.




Wat het soort afval betreft, gaat het meestal om takken of houten balken, maar er is ook niet-organisch afval dat door mensen (of bedrijven) wordt weggegooid of door windvlagen wordt meegevoerd: matrassen, plastic, vuilniszakken enz.


Sinds 2016 ziet VIVAQUA over het algemeen een dalende trend. De precieze hoeveelheid is echter sterk afhankelijk van de hoeveelheid regen (onweders) die in de Zenne terechtkomt: naarmate het waterpeil stijgt, wordt er meer afval door de Zenne meegevoerd, dat bij het rooster terechtkomt. De hoeveelheid hangt ook af van perioden met sterke wind, die afval van naburige terreinen kan meevoeren.

Zo werden er in februari en maart 2020 evenveel containers (23) gegenereerd als in heel 2022: die 2 maanden werden gekenmerkt door 2 stormen (Ciara en Dennis) en talrijke dagen met onweer.


De Woluwe en de andere waterlopen: Leefmilieu Brussel onderhoudt regelmatig (twee keer per maand) de waterlopen die het beheert. Het regelmatige onderhoud gebeurt ter hoogte van de roosters voor de passage van de waterlopen door de kokers (Molenbeek, Woluwe, Neerpedebeek) en bestaat voornamelijk uit het verwijderen van takken.

Het team van ecokantonniers van Leefmilieu Brussel en onderaannemers voeren dat werk regelmatig uit (en op intensievere wijze voor en na hevige regenval die het waterpeil aanzienlijk doet stijgen). Het is echter niet mogelijk om cijfers (gewicht/volume) over het aandeel verwijderd afval te geven, maar het gaat vooral om takken en ander groenafval die in de Brusselse waterlopen worden aangetroffen, in tegenstelling tot het Kanaal, waar meer vervuiling door drijvend afval (plastic of metaal, flessen, blikjes, enz.) wordt aangetroffen.
2.
Om de lozing van afvalwater en de frequentie waarmee de stormoverlaten worden geactiveerd te verminderen, waarbij een evenwicht moet worden gevonden tussen het beheer van het risico op vervuiling van de ontvangende waterlopen en het overstromingsrisicobeheer in de stad, zijn er verschillende benaderingen. Dat houdt het volgende in:
1. de werking van de huidige overlaten herzien (zoals de waterbeheerders sinds 2018 doen en blijven doen; hierdoor konden de lozingen in de Zenne al na 4 jaar met 70% worden verminderd);
2. de opslagcapaciteit van het rioleringsnet uitbreiden door eventueel bijkomende stormbekkens aan te leggen, maar vooral door een dynamisch beheer van het rioleringsnet in te voeren om die opslagcapaciteit ook bij lichte regenval te benutten, want vandaag vullen de stormbekkens zich enkel bij overstromingsgevaar;
3. last but not least, de hoeveelheid afvloeiend water die in het riool wordt geloosd verminderen en vertragen door de ondoorlaatbaarheid van de stad drastisch te verminderen en door geïntegreerd regenwaterbeheer (GRWB) toe te passen.
In detail:
1. Het is aan VIVAQUA en Hydria, als operatoren belast met het rioleringsnet en de bouwwerken die met de afvalwaterleidingen samenhangen, zoals de stormoverlaten, om maatregelen te nemen om hun bouwwerken te optimaliseren (maximaal toegelaten debiet voor de waterzuiveringsinstallaties, niveau van de stormoverlaten, enz.).

Bij het optimaliseren van de overlaten naar de Zenne en het Kanaal werkt Leefmilieu Brussel met hen samen om ervoor te zorgen dat, in de mate van het mogelijke, retentiesystemen worden geïnstalleerd om zoveel mogelijk drijvend afval aan de rioolzijde tegen te houden.

Zo is de grootste overlaat naar de Zenne in Brussel (de Nieuwe Maalbeek, gelegen ter hoogte van de Leeuwoprit), waarvan de optimalisering klaar is, de eerste overlaat die is uitgerust met een retentiesysteem voor drijvend afval en die bovendien is verhoogd.


Wat de overlaat van Paruck betreft, is een dynamische klep geïnstalleerd om de volumes die in de Zenne worden geloosd beter te beheren, maar ook om het afval in geval van lozing zoveel mogelijk in het riool te houden. Na een 3D-modelleringsstudie van de afvoer in die overlaat, uitgevoerd door VIVAQUA in 2022-2023, en een analyse van videobeelden van de werking van die klep, is gebleken dat er een extra voorziening (een deflector) nodig is om te voorkomen dat er draaikolken ontstaan bij de klep. Die draaikolken verminderen namelijk het effect van het tegenhouden van drijvend materiaal. Die voorziening en de verhoging van de overlaten naar het Kanaal moeten nog worden uitgevoerd. In 2022 heeft Hydria de verbinding met het afvoerkanaal van de linkeroever aangepast om meer water naar het waterzuiveringsstation te kunnen sturen.


Leefmilieu Brussel heeft daarom een studie gelanceerd om de werking van de overlaat van de Molenbeek te optimaliseren. De resultaten worden in oktober 2023 verwacht.

De overlaat van Marly werd in juni 2023 door VIVAQUA verhoogd om de activeringsfrequentie ervan te verminderen.

2. De implementatie van een dynamisch beheer van de stormbekkens is ook een belangrijk actiegebied, zodat ze kunnen functioneren bij lichte regenval en een stap verder kunnen bijdragen aan de verbetering van de opvang en behandeling van afvalwater, waarbij lozingen (direct of overloop) in de natuurlijke omgeving worden beperkt zonder hun primaire rol van overstromingsbeheer in gevaar te brengen (maatregel M 1.9 van het Waterbeheerplan 2022-2027). Hydria werkt actief aan de implementatie van dat beheersysteem en er loopt een proefstudie voor de Maalbeekvallei. VIVAQUA voert een studie uit naar het dynamisch beheer van de zogenaamde ‘spaghetti’-stormoverlaat op de kruising van de Zuidlaan en de Maurice Lemonnierlaan.


3. Daarnaast werkt Leefmilieu Brussel, in nauwe samenwerking met de wateroperatoren, verder aan de uitrol van het geïntegreerd regenwaterbeheer (GRWB) waar mogelijk, zoals uiteengezet in pijler 5 van het Waterbeheerplan (SD 5.1, M 5.1 tot 5.6). Het doel van dat GRWB is om de afvloeiing en de overbelasting van het rioleringsnet te verminderen, het risico op overstromingen te voorkomen en tegelijk de functies van de natuurlijke watercyclus te herstellen, en de kwaliteit van het oppervlaktewater en de leefomgeving van de Brusselaars te verbeteren. Daaromtrent werd een bepaald aantal maatregelen opgenomen in het Waterbeheerplan, maar de doeltreffendheid daarvan zal afhangen van de omvang van de investeringen en van de bereidheid van alle actoren op het grondgebied om over te stappen op een nieuw model van regenwaterbeheer waarbij niet langer ‘alles naar het riool’ wordt gestuurd, en vooral om dat in de praktijk te brengen bij nieuwe projecten, maar ook voor bestaande ondoorlaatbare oppervlakken.

Ten slotte zal het project voor de herverbinding van de Molenbeek met de Zenne het ook mogelijk maken om helder water uit de collector te verwijderen en lozingen te vermijden (M 1.26).
3.
De bewustmakingscampagne ‘Hier begint de zee’ wordt elk jaar georganiseerd in samenwerking met de vzw Coördinatie Zenne, VIVAQUA, Hydria, Net Brussel en de 19 Brusselse gemeenten.

Sinds 2021 wordt er één of twee keer per jaar een brainstormvergadering gehouden – met al die partners – om de balans op te maken van de vorige editie, wat goed werkte en wat niet, en om te bespreken hoe we impactvoller en creatiever kunnen blijven. Daar komen veel ideeën uit voort en Leefmilieu Brussel gebruikt elk jaar een aantal daarvan om bepaalde dingen te verbeteren en andere te ontwikkelen.
In 2022-23 werden er frequentere vergaderingen gehouden met Coördinatie Zenne, VIVAQUA en Net Brussel, evenals met het Riolenmuseum, parallel met de vergaderingen met alle partners. Die besprekingen, die in kleinere groepen plaatsvonden, hadden betrekking op de beschikbare middelen om die gemeenschappelijke doelstelling te bereiken en op de projecten van elke partij (installatie van permanente plaatjes als aanvulling op de vele kortstondige tags die elk jaar in maart worden aangebracht, creatie van mozaïeken met dezelfde boodschap ...), met het oog op een goede samenwerking en een goed beheer van de middelen, de identificatie van mogelijke synergieën en de efficiëntie van de verschillende uitgevoerde initiatieven.
In 2023 kon de campagne dankzij die besprekingen ook een belangrijke impuls krijgen dankzij de steun van IMPS, het moederbedrijf van de Smurfen (dat Aquabru enkele jaren eerder al had geholpen in een andere context, met het oog op hun steun aan de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties). Dankzij hun medewerking en het ter beschikking stellen van materiaal hebben de campagne en de boodschap ervan aan zichtbaarheid en duidelijkheid gewonnen (door de aanpassing van het formaat van de tags, de deelname van de Smurfen – via het uitlenen van kostuums – aan verschillende activiteiten en evenementen van de Brusselse Waterdagen, in het kader waarvan de campagne wordt georganiseerd, het ter beschikking stellen van verschillende grafische elementen, enz.). Leefmilieu Brussel heeft een budget (+- 10.000 euro incl. btw) vrijgemaakt voor de productie van twee filmpjes met de Smurfen over problematisch gedrag in openbare en huiselijke ruimten. Die filmpjes werden ontwikkeld in samenspraak met VIVAQUA, Coördinatie Zenne, ... (zie links in bijlage).


Tot nu toe waren de campagne, de tags en de bijbehorende affiche gericht op de openbare ruimte. In 2023 werd de reikwijdte uitgebreid naar de huiselijke ruimte, dankzij de twee aparte filmpjes, de herziening van de affiche van de campagne, de inhoud van de Facebook- en Instagram-posts, enz. in die zin (waarbij logo’s werden gebruikt om alles begrijpelijker te maken voor Brusselaars die geen Frans of Nederlands spreken, wat ook essentieel was om aan te werken), en de landingspagina (zie bijlage voor de visuals en hun inhoud). Aangezien de vzw Coördinatie Zenne deze campagne voor het Brussels Gewest leidt, is het budget voor deze paar specifieke acties afkomstig van de meerjarige subsidie die ze van Leefmilieu Brussel ontvangt.
De filmpjes werden op grote schaal verspreid over een periode van twee weken dankzij een mediadienstverlener die hielp om de juiste kanalen te kiezen (sociale netwerken, uitzendingen op strategische tijdstippen in bepaalde bioscopen, enz.) en een breder publiek te bereiken. Het budget voor de aankoop van mediaruimte in dat kader bedroeg 50.000 euro (incl. btw) voor Leefmilieu Brussel. De affiches werden ook op meer plaatsen dan gewoonlijk opgehangen, dankzij de extra financiële steun van Aquabru (+- 5.000 euro incl. btw).
Die actie maakt ook deel uit van maatregel nr. 16 van de strategie voor stedelijke netheid ‘clean.brussels’, die tot doel heeft de aanwezigheid van zwerfvuil – d.w.z. voedings- en consumptieverpakkingen, sigarettenpeuken en grofvuil – in het aquatisch milieu (vijvers, waterlopen, het kanaal van Brussel, enz.), in het rioleringsnet of in de waterzuiveringsstations te bestrijden.

Naast deze campagne in haar huidige vorm en naast de acties die geformaliseerd zijn in het Waterbeheerplan 2022-2027 (M.1.11 - “Zorgen voor het beheer van macroscopisch afval in waterlichamen, vooral na overstortingen” en M.1.24 - “Bewustmaking van de Brusselaars over het effect van bepaalde praktijken op de oppervlaktewateren”) en alle daaruit voortvloeiende besprekingen en samenwerkingsverbanden om ze tot een goed einde te brengen, zullen de komende jaren andere acties en middelen worden aangewend. Enkele ideeën die werden geopperd tijdens de ‘Hier begint de zee’-vergaderingen, maar die nog niet zijn uitgewerkt, zijn bijvoorbeeld het verspreiden van de bewustmakingsboodschap op vrachtwagens en gluttons van Net Brussel tijdens de maand maart, het gebruik van digitale schermen om de boodschap uit te zenden, het samenwerken met jeugdbewegingen, enzovoort.
Er bestaan veel andere samenwerkingsverbanden, dus de besprekingen beperken zich niet tot de ‘Hier begint de zee’-campagne over dit thema. Dat gebeurt ook via het platform voor de coördinatie van de actoren op het gebied van water en intergewestelijke projecten zoals LIFE Belini, dat tot doel heeft de kwaliteit van de waterlopen in het stroomgebiedsdistrict van de Schelde te verbeteren en de campagne Fiere Rivieren ondersteunt, en via financiële steun aan verenigingen zoals Canal it Up, die niet alleen helpt om het probleem op het kanaal aan te pakken, maar ook om mensen bewust te maken van de oplossingen die stroomopwaarts moeten worden geïmplementeerd.