Begin oktober 2022 werd in de plenaire vergadering van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement het voorstel van ordonnantie houdende wijziging van de Brusselse Huisvestingscode met het oog op de wijziging van de huurprijsindexering (A-601/1-22/23) goedgekeurd. Door de aanname van deze tekst werd de indexering van de huurprijzen verboden voor woningen met PEB F en G, en beperkt tot 50% voor wat betreft de woningen met PEB E, naast de verplichte voorwaarde om de huurovereenkomst officieel te laten registreren alvorens men überhaupt tot indexering kan overgaan.

• Heeft de Brusselse Regering reeds besloten dat deze beperkende maatregel tijdelijk en eenmalig is? Op welke manier evalueert de Regering het succes van deze maatregel?

• Beschikt u over cijfers die kunnen duiden hoeveel huurwoningen geïmpacteerd werden door deze maatregel en welke gederfde inkomsten dit vertegenwoordigt voor de verhuurders (zowel globaal als opgesplitst per desbetreffende PEB)?

• Kan u duiden of er hieromtrent reeds (juridische of andere officiële) klachten werden ingediend (zowel door eigenaars als door huurders)? Zo ja, kan u duiden om hoeveel en welk soort klachten het gaat, alsook welk gevolgen hieraan gegeven werden?

• Welke eventuele andere correctiefactoren onderzoekt u in het kader van de huurprijzen en de huurprijsindexeringen? Welke impact hebben deze op zowel huurders als verhuurders?

• Kan u daarnaast duiden of deze maatregel geleid heeft tot een significante stijging wat betreft het aantal geregistreerde huurovereenkomsten? Beschikt u over indicatoren die kunnen duiden welk aandeel van het totaalaantal huurovereenkomsten momenteel reeds geregistreerd is?