Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende grasaren

Indiener(s)
Carla Dejonghe
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1518)

 
Datum ontvangst: 07/08/2023 Datum publicatie: 27/09/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 21/09/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/08/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Grasaren komen hoe langer hoe meer voor op veel verschillende soorten plekken, zoals in de berm, in parken en in velden. Tijdens de lente en zomer drogen ze uit, en blijven ze makkelijk aan hondenvachten hangen. Zo kan een fijne wandeling uitmonden in een nachtmerrie. Opeens hinkt je hond terug met een grasaar in zijn poot, of, nog erger, op een plek die je niet kan zien.

Grasaren hebben een scherpe punt, die door kunnen dringen in het lichaam van de hond via de huid of via lichaamsopeningen, zoals hun oren, neus en ogen. Vanwege de weerhaken van de grasaar, nestelt deze zich stevig vast en raakt hij niet los. De grasaar dringt nu steeds dieper door in het lichaam van je huisdier en verdwijnt niet vanzelf.

Als je hond een grasaar in zijn lichaam heeft, is de enige oplossing dus het (laten) verwijderen ervan. Omdat dat niet makkelijk is zonder medische achtergrond, ga je hiervoor best naar de dierenarts. Als je de grasaar laat zitten, kan dit namelijk tot infecties, abcessen, of erger leiden. Grasaren kunnen zich door het lichaam van de hond blijven bewegen, en uiteindelijk in de longen of andere vitale organen terechtkomen, met ernstige complicaties of zelfs overlijden tot gevolg.

Langs de gewestelijke wegen zijn heel wat grasaren te vinden. Veel mensen kennen het gevaar ervan niet. Vandaar mijn volgende vragen:

  • Zullen grasaren bestreden worden?

  • Zal er tegen de lente een infocampagne komen voor hondeneigenaars om hen te wijzen op de gevaren van deze grassen ?

 

 
 
Antwoord    1.
Het probleem van aartjes is niet nieuw en Leefmilieu Brussel is ervan op de hoogte. Er moet worden opgemerkt dat dieren in het algemeen aan de lijn zouden moeten worden gehouden in zones waar ze voorkomen. In losloopzones moeten honden echter worden beheerst. Het is dus aan de eigenaars om erop te letten waar ze hun huisdieren laten rondlopen.

Daarnaast wordt bij gedifferentieerd beheer steeds meer gekozen voor het behoud van natuurlijke open gebieden (een of twee keer per jaar maaien in plaats van systematisch kort snoeien) om het verlies aan biodiversiteit en stedelijke warmte-eilanden tegen te gaan, wat de aanwezigheid van aartjes kan bevorderen.
2.
Er zijn momenteel geen plannen voor een communicatiecampagne over dit onderwerp.