Schriftelijke vraag betreffende de vermindering van de onroerende voorheffing in Brussel
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 640)
Datum ontvangst: 24/08/2023 | Datum publicatie: 10/10/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 09/10/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
14/09/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement | ||
09/10/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | Op 16 augustus berichtte De Tijd over het nieuws dat duizenden huurders in Vlaanderen het belastingvoordeel van een vermindering op de onroerende voorheffing mislopen. Ook in Brussel kan je als eigenaar en als huurder mogelijks aanspraak maken op vermindering van de onroerende voorheffing.
Er zijn verschillende soorten vermindering waarop men eventueel aanspraak kan maken namelijk: de vermindering voor een bescheiden woning, de vermindering voor personen met een handicap of oorlogsinvalide, de vermindering voor kinderen die het recht openen op kinderbijslag en de vermindering voor beschermde goederen. De vermindering is gekoppeld aan de bewoner van het onroerend goed op 1 januari van het aanslagjaar. De vermindering zal toegekend worden aan de verhuurder (de eigenaar) en de huurder kan het bedrag in mindering brengen van de huurgelden. In Vlaanderen is de toekenning voor eigenaars geautomatiseerd daar waar dit in Brussel steeds een demarche vereist van de eigenaar.
|
Antwoord | In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordigster het volgende mededelen. Vooreerst dient in herinnering te worden gebracht dat Brussel Fiscaliteit zich voor het toekennen van verminderingen en vrijstellingen baseert op gegevens uit federale authentieke bronnen (zoals het Rijksregister, de Kruispuntbank Sociale Zekerheid, het Kadaster), en dit sinds 2018 (het jaar waarin de dienst van de belasting werd overgenomen). De ordonnantie van 23 november 2017 houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft het wettelijk kader aangepast, teneinde de automatisering van rechten te kunnen maximaliseren en aldus te komen tot een meer eenvoudige, billijke en gunstige fiscaliteit. De verminderingen in de onroerende voorheffing vormden in het beheer van de FOD Financiën immers nog een manueel aanvraagproces. Verminderingen en vrijstellingen worden in principe net zoals in Vlaanderen automatisch toegekend aan elkeen die volgens de beschikbare gegevens in aanmerking komt en wanneer de datakruising tot een betrouwbaar resultaat leidt. Brussel Fiscaliteit is daarbij dus afhankelijk van de juistheid en de gegevenskwaliteit van de authentieke bronnen. Wanneer blijkt dat een vermindering niet automatisch werd toegekend, dient contact te worden opgenomen met Brussel Fiscaliteit via de reguliere kanalen. Zulke manueel toegekende verminderingen worden in principe automatisch verlengd voor de eerstvolgende aanslagjaren, althans zolang de (gezins)situatie ongewijzigd blijft. Als bijlage van dit antwoord wordt voorts een gedetailleerd overzicht (Tabel A) gegeven van het aantal verminderingen per categorie, per gemeente en per aanslagjaar voor aanslagjaren 2019 tot en met 2022 (dd. 15/09/2023). Ten slotte is het voor taxatiedoeleinden niet van belang of het recht op een vermindering is ontstaan in hoofde van een eigenaar-bewoner dan wel een huurder. Bijgevolg wordt dit onderscheid in de rapportering van Brussel Fiscaliteit niet gemaakt. |