Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de follow-up van de gecombineerde vergunningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Ans Persoons, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 892)

 
Datum ontvangst: 30/08/2023 Datum publicatie: 07/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 07/11/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, gericht op het vereenvoudigen van de stedenbouwkundige regels, heeft een aanzienlijke impact gehad op de tijd die nodig is voor het verwerken van bouwvergunningen.

- Wat is de huidige situatie met betrekking tot de achterstand in de verwerking van bouwvergunningen voor erfgoedgebouwen in Brussel?

- Hoeveel dossiers met betrekking tot beschermde gebouwen werden er afgeleverd in 2021 en 2022?

- Kunt u ons zeggen wat de gemiddelde verwerkingstijd is voor een gecombineerde vergunning? Wat zijn de belangrijkste obstakels om de afgifte van vergunningen te versnellen?

- Welke maatregelen zijn er tot nu toe genomen om de vastgestelde achterstand bij de afgifte van omgevingsvergunningen in te lopen?

- Uit hoeveel personen bestaat op dit moment het gewestelijke team dat instaat voor de verwerking van omgevingsvergunningen? Hoeveel mensen zijn er sinds het begin van de zittingsperiode bij dit team gekomen?

- Zijn hiervoor ook begrotingsmiddelen uitgetrokken?

- Zijn er andere specifieke maatregelen genomen om de afhandeling te versnellen?

 
 
Antwoord    De administratie is sinds september 2019 gebonden aan vervaltermijnen. Als die termijnen worden overschreden, wordt de aanvraag geweigerd (stilzwijgende weigering door overschrijding van de termijn). Het aantal stilzwijgende weigeringen sinds 2019 is onbeduidend. In totaal gaat het om 6 dossiers voor 2021 en 2022 samen, wat neerkomt op 1 %.

Door de covidperiode kon de achterstand van dossiers uit de “oude procedure” voor de inwerkingtreding van het huidige BWRO worden verkleind. Momenteel zijn er, vanaf 2012, nog 58 dossiers met de oude procedure geopend. 40 daarvan wachten op het antwoord van de aanvrager naar aanleiding van een ontvangstbewijs van onvolledig dossier of van een aanvraag voor een wijzigingsproject. Het voormalige BWRO voorzag immers geen automatische sluiting van de aanvragen tot unieke vergunning die zonder antwoord van de aanvrager zijn gebleven. Slechts 18 oude dossiers worden begeleid om ermee verder te kunnen gaan.


Op grond van de oude procedure werden 257 unieke vergunningen afgeleverd in 2019. Dat waren er 82 in 2020, 34 in 2021, 18 in 2022 en 3 in 2023.

In 2021 en 2022 werd het volgende aantal unieke vergunningen voor beschermde gebouwen afgeleverd:
- 2021: Er werden 274 beslissingen uitgebracht, waarvan 255 toekenningen (93 %) en 19 weigeringen (7 %);
- 2022: Er werden 302 beslissingen uitgebracht, waarvan 284 toekenningen (93 %) en 18 weigeringen (7 %)



Voor de unieke vergunningen bedraagt het gemiddelde aantal dagen tussen de indiening van het dossier en de beslissing, op het totaal van dossiers die binnen de vervaltermijnen van het nieuwe BWRO werden behandeld en
in 2022 werden afgeleverd:
- voor de dossiers zonder speciale regelen van openbaarmaking (theoretische termijn van 45+75 dagen) bedraagt het gemiddelde 107 dagen;
- voor de dossiers met speciale regelen van openbaarmaking (theoretische termijn van 45+160 dagen) bedraagt het gemiddelde 442 dagen;
- voor het enige dossier met effectenstudie (theoretische termijn van 45+450 dagen) gaat het om 593 dagen.

Het gemiddelde aantal dagen tussen de datum van het volledige ontvangstbewijs en de datum van beslissing:
- voor de dossiers zonder speciale regelen van openbaarmaking (theoretische termijn van 75 dagen) bedraagt het gemiddelde 39 dagen;
- voor de dossiers met speciale regelen van openbaarmaking (theoretische termijn van 160 dagen) bedraagt het gemiddelde 306 dagen;
- voor het enige dossier met effectenstudie (theoretische termijn van 450 dagen) gaat het om 557 dagen.

Om het verschil tussen de theoretische en werkelijke termijnen te verklaren, moet erop worden gewezen dat de theoretische termijnen van de administratie om verschillende redenen kunnen worden verlengd:
- een laattijdig advies van de DBDMH;
- een afzonderlijke administratieve handeling die leidt tot een schorsing van de lopende behandelingsprocedure, zoals een aanvraag tot afwijking bij de FOD Binnenlandse Zaken of Brussel Economie en Werkgelegenheid voor toeristische logies.
- een projectwijziging op initiatief van de aanvrager of op verzoek van de administratie (er worden dan extra dagen toegekend);
- een aanvullende studie waar de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen of Brussel Mobiliteit om verzoekt;
- vakantie: als de theoretische datum waarop de gemachtigde ambtenaar een beslissing moet nemen tijdens de zomervakantie valt;
- speciale regelen van openbaarmaking die tijdens de zomervakantie vallen;
- de behandeling van de milieuvergunningsaanvraag door Leefmilieu Brussel in het kader van gemengde projecten.

Deze aanvullende termijnen bovenop de theoretische termijnen, evenals de termijnen die de aanvrager gebruikt bij wijzigingsplannen en de termijnen voor de gemeentes om de SRO te beheren, verklaren de verschillen tussen de theoretische en praktische termijnen.

De unieke vergunningen worden afgeleverd op basis van de termijnen die het BWRO voorziet. De langste behandelingstermijnen gebeuren naar aanleiding van procedureverlengingen, zoals verduidelijkt in verband met de vorige vraag. Het is dus niet correct om over vertraging te spreken, want die is er niet. Integendeel, er valt op te merken dat de afgeleverde beslissingen de termijnen uit het nieuwe BWRO naleven.

De ploeg die instaat voor de unieke vergunningen is onderverdeeld tussen de directie Stedenbouw (DS) en de directie Cultureel Erfgoed (DCE). Sommige aanvragen voor unieke vergunningen worden beheerd door de DCE, andere door de DS en de DCE samen.

De gewestelijke ploeg die instaat voor het beheer van de unieke vergunningen bestaat uit:
- voor de directie Stedenbouw: naar schatting 3 VTE;
- voor de directie Cultureel Erfgoed: naar schatting 8 VTE;

Het aantal personen dat werd aangeworven sinds het begin van de legislatuur bedraagt:
- voor de directie Stedenbouw: 8 VTE. Die personen verwerken alle vergunningsprocedures samen en staan niet in voor de unieke vergunningen.
- voor de directie Cultureel Erfgoed: 4 VTE. Die personen staan niet alleen in voor het beheer van de unieke vergunningen.

Deze versterking ging gepaard met mensen die de dienst verlieten, waardoor er een status quo is.

Wat de budgettaire middelen voor deze opdracht betreft, moet Urban het aanwervingskader uit het personeelsplan 2019-2023 naleven.

Op de nieuwe bepalingen in het nieuwe BWRO na werden geen specifieke maatregelen doorgevoerd om de unieke vergunningen te beheren.