Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de betrokkenheid van doelgroepen om hun specifieke mobiliteitsbehoeften beter te begrijpen

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1711)

 
Datum ontvangst: 05/07/2023 Datum publicatie: 16/10/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 13/10/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Bij de ontwikkeling van mobiliteitsgerelateerd overheidsbeleid is het belangrijk om doelgroepen te betrekken via co-creatie om de infrastructuur en digitale hulpmiddelen te plannen in samenwerking met de verschillende doelgroepen. Co-creatie omvat zowel de gezamenlijke identificatie van uitdagingen als de gezamenlijke evaluatie van proefprojecten. Het is ook essentieel om te erkennen dat niet iedereen dezelfde mobiliteitsbehoeften heeft. Daarom is het belangrijk om de doelgroepen erbij te betrekken teneinde een beter inzicht te krijgen in hun specifieke behoeften.

Om deze reden, en om mijn informatie aan te vullen, zou ik graag willen weten welke nieuwe maatregelen uw kabinet heeft genomen om de doelgroepen te betrekken bij:

  1. het identificeren van de mobiliteitsuitdagingen in het Brussels Gewest?

  2. de planning van de infrastructuur en de digitale hulpmiddelen inzake mobiliteit in het Brussels Gewest?

  3. de evaluatie van proefprojecten inzake mobiliteit in het Brussels Gewest?

 
 
Antwoord    Gezien de complexiteit van de uitdagingen en kansen waar de gewestelijke mobiliteit een antwoord op moet bieden is het essentieel dat zo ver mogelijk op voorhand de verschillende betrokken doelpublieken betrokken worden.

De uitdagingen in verband met mobiliteit werden in kaart gebracht bij het opstellen van het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move. Er werd hierover zeer uitgebreid overleg gepleegd met de verschillende gebruikers en/of mobiliteitsactoren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: zowel professionals die werken rond mobiliteit als professionals uit andere bevoegdheidsdomeinen, zowel uit de openbare als de privésector, zowel op gewestelijk, gemeentelijk als federaal niveau, zowel experts en technici als politici van alle partijen, maar ook het verenigingsleven, gebruikers in het gewest en burgers.
Deze uitdagingen blijven in grote lijnen dezelfde, maar worden verfijnd en evolueren naarmate kansen zich voordoen en vooral naarmate de acties uit het Good Move-plan concreet worden.
In dit verband vinden de uitwisselingsmomenten en -plaatsen voor de uitvoering van het Good Move-plan (uitvoering van acties, monitoring en evaluatie, enz.) steeds in verschillende settings plaats, om zo vroeg mogelijk overleg te plegen met een zo groot mogelijk aantal vertegenwoordigers van de verschillende doelgroepen. Het gaat bijvoorbeeld om het Good Move Forum en thematische ateliers georganiseerd in 2023.

Een ander plaats voor overleg en samenwerking is de Gewestelijke Mobiliteitscommissie, die regelmatig een panel van verenigingen en instanties raadpleegt die een breed scala aan standpunten vertegenwoordigen (verenigingen die mensen met een handicap vertegenwoordigen of die verband houden met genderkwesties, openbaarvervoermaatschappijen, vakbonden en werkgevers, de Ligue des familles, verenigingen die gebruikers van verschillende vervoerswijzen vertegenwoordigen, de goederentransportsector, verschillende administraties, enz.) De meningen van de GMC worden meegenomen in het mobiliteitsbeleid dat we implementeren. Vorig jaar hebben we het aantal leden van het GMC herzien en uitgebreid. Het CRM heeft nu vier onderafdelingen, waardoor het kan werken aan specifieke onderwerpen en/of met bredere sectoren, aangezien de afdelingen openstaan voor meer dan alleen de leden van het GMC zelf: actieve modi, personen met beperkte mobiliteit, fietsen en goederentransport.

Naast de GMC en haar gespecialiseerde afdelingen gaat Brussel Mobiliteit zeer regelmatig in gesprek met verschillende verenigingen en overheidsinstellingen die met een zeer breed publiek in contact staan. Dit is enerzijds in de eerste plaats het geval

met de vzw's die het Gewest subsidieert en wiens werk het mogelijk maakt om, naast de concrete acties die ze voeren, de problemen van het publiek dat ze vertegenwoordigen beter te begrijpen, en anderzijds, op ad-hocbasis, met verenigingen of overheidsinstellingen die in contact staan met verschillende meer kwetsbare groepen (equal.brussels, Actiris, het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn (GGC), de OCMW’s, enz.).

Er zijn ook een aantal specifieke taskforces, zoals de taskforce toegankelijkheid, een operationeel opvolgingsorgaan voor de uitvoering van het strategisch plan ter verbetering van de toegankelijkheid van het MIVB-net, en waarvan CAWAB lid is.


De studies en enquêtes van Brussel Mobiliteit worden ook gevoerd om zo representatief mogelijk te zijn voor de Brusselse bevolking. We zorgen er dan ook voor wervingsmethoden te gebruiken die ons in staat stellen antwoorden te verzamelen uit de meeste socio-demografische profielen en vragen toe te voegen die voor al deze profielen relevant zijn.

Tot slot, wordt momenteel een evaluatie van Good Move uitgevoerd, die de eerste 30 maanden sinds de goedkeuring ervan bestrijkt. Die is het onderwerp van uitgebreid overleg met de gemeenten, maar ook met de verschillende actoren die aanstuurder of partner zijn bij de uitvoering van de Good Move-acties, alsook de leden van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie en haar afdelingen.
Wat betreft de ontwikkeling van digitale tools rond mobiliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is co-constructie per definitie nodig om de integratie van mobiliteitsdiensten of -informatie in de interfaces mogelijk te maken. Zo werken Brussel Mobiliteit en paradigm.brussels samen aan het mobiliteitsluik van het project voor het gewestelijke gegevensuitwisselingsplatform. De recente lancering van de gewestelijke MaaS-toepassing Floya vereiste partnerschappen tussen openbaarvervoeroperatoren, private mobiliteitsoperatoren (met name voor deelmobiliteit), de andere gewesten en het federale niveau. Floya wordt verder ontwikkeld.

Bij het project ‘Developping innovative mobility solutions in the Brussels-Capital Region’, gefinancierd door de Europese Commissie en uitgevoerd in partnerschap met het International Transport Forum, waarvan de aanbevelingen gebruikt worden voor de planning en ontwikkeling van MaaS in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waren meer dan 100 stakeholders uit de openbare sector, de privésector, de academische wereld en het verenigingsleven betrokken.

Om bijvoorbeeld de toegankelijkheid van mobiliteitsdiensten en -infrastructuur te integreren in de digitale mobiliteitsoplossingen in Brussel, moeten de informatie en datasets worden omgezet in digitale formaten die gemakkelijk kunnen worden geïntegreerd en gebruikt door deze digitale tools. Dit is belangrijk werk dat wordt verdergezet.

Wat betreft de werken en interventies in de openbare ruimte, hebben we bijvoorbeeld ook de aanpak voor de implementatie van de autoluwe wijken aangepast. In het kader van het Lokale Mobiliteitscontract “Neerstalle” werden de behoeften bij elk raadplegingsmoment gezamenlijk in kaart gebracht en werd er vooraf een denkoefening gehouden om iedereen te bereiken.

Tijdens de diagnostische fase werden de overlegmomenten met de buurtbewoners bijvoorbeeld aangevuld met aanwezigheid overdag in de openbare ruimte, om zichtbaar en toegankelijk te zijn voor alle klanten.

Tijdens de scenariofase werden twee raadplegingen voor het grote publiek georganiseerd. Om ervoor te zorgen dat een deel van de bevolking niet werd vergeten, werd een vergadering gehouden met de belangrijkste actoren, d.w.z. buurtverenigingen, enz. om de informatie over deze openbare avonden zo goed mogelijk te verspreiden.
Dit proces van betrokkenheid van lokale actoren, met aanpassing aan de specifieke behoeften van elke wijk, zal in de toekomst worden herhaald, met als doel onze projecten voortdurend te verbeteren.