Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende verlaagde onroerende voorheffing voor kinderen ten laste

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 661)

 
Datum ontvangst: 02/10/2023 Datum publicatie: 07/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 30/10/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/10/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Krachtens artikel 257 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992 wordt een vermindering van 10% per kind ten laste (vanaf het tweede kind) en van 20% per gehandicapte persoon ten laste toegekend op de roerende voorheffing. In geval van co-ouderschap is de vermindering evenredig met de tijd dat het kind bij de ouder woont die gedomicilieerd is in het Brussels Gewest.

Om dit voordeel te genieten moet het gezin een aanvraag indienen bij Brussel Fiscaliteit.

Wat is, voor het laatste aanslagjaar,

  • het totale bedrag van deze verminderingen?

  • de hoogste en laagste vermindering per kind (in euro)?

  • het aantal afzonderlijke onroerende goederen waarvoor een vermindering werd toegekend?

  • het bedrag dat is uitgetrokken om de gezinnen die recht hebben op deze vermindering te informeren? Kunnen zij automatisch van de vermindering profiteren?

 
 
Antwoord    In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende mededelen.

Vooreerst dient te worden herinnerd dat Brussel Fiscaliteit zich voor de toekenning van verminderingen en vrijstellingen in principe baseert op gegevens uit federale authentieke bronnen (Rijksregister, Kruispuntbank Sociale Zekerheid, Kadaster, …).


Ook werd voor wat de betrokken vermindering betreft, op het moment van de overname van de dienst van de belasting in 2018 de (federale) notie ‘kind ten laste’ vervangen door ‘kinderbijslaggerechtigd kind’. Dit laat toe de vermindering automatisch toe te kennen aan zij die volgens de officiële gegevens in aanmerking komen en de datakruising tot een betrouwbaar resultaat leidt.


Uiteraard is Brussel Fiscaliteit daarvoor afhankelijk van de juistheid en de gegevenskwaliteit van deze bronnen. Als blijkt dat een vermindering niet automatisch werd toegekend, dient de belastingplichtige contact op te nemen met Brussel Fiscaliteit via de reguliere kanalen.

Informatie over verminderingen en vrijstellingen wordt ter beschikking gesteld op de website van Brussel Fiscaliteit, evenals op het online dienstverleningsplatform MyTax. Daarnaast wordt regelmatig op sociale media bericht over deze verminderingen en vrijstellingen. Ook op het aanslagbiljet wordt de belastingplichtig rechtstreeks aangemoedigd om eventuele verminderingen en vrijstellingen aan te vragen indien zij niet automatisch werden toegekend.

Voor aanslagjaar 2022 (het meest recente, volledige aanslagjaar) genoten 53.495 gezinnen van de vermindering voor kinderbijslaggerechtigde kinderen. De daarmee gepaard gaande fiscale uitgave bedraagt voor hetzelfde aanslagjaar 18.857.206,39 EUR. Verder bedraagt de fiscale uitgave voor de vermindering voor gehandicapte personen 6.245.442,42 EUR (voor aanslagjaar 2022), waar aldus ook gehandicapte kinderen in vervat zitten.

De hoogste vermindering (voor kinderen) die voor aanslagjaar 2022 werd toegekend bedraagt 8.707,68 EUR. Dit betreft een vermindering voor twee kinderen (pro memo, artikel 257, §4, WIB92, stelt dat de vermindering toepassing vindt indien het gezin bestaat uit ten minste één gehandicapte persoon of twee kinderen die kinderbijslaggerechtigd zijn).

Het laagste bedrag bedraagt ten slotte 0 EUR. Dit is het geval voor kinderen die in onroerend erfgoed wonen. Dit type woningen kan immers van een vermindering tot 100% genieten (artikel 257, § 5, WIB).