Schriftelijke vraag betreffende de renovatie van de sociale woningen in Brussel
- Indiener(s)
- Bertin Mampaka Mankamba
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1276)
| Datum ontvangst: 02/10/2023 | Datum publicatie: 07/11/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 07/11/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 05/10/2023 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | In actie 5 van het Noodplan huisvesting voorziet u in "de renovatie van bestaande gebouwen om het energieverbruik en de lasten voor de huurders te verminderen". Hoewel de OVM's verplicht zijn om woningen te verhuren die voldoen aan de huisvestingscode, moet een zeer groot deel van de Brusselse woningen dringend gerenoveerd worden om de klimaatdoelstellingen te halen en ervoor te zorgen dat de Brusselaars in behoorlijke en comfortabele woningen kunnen wonen.
Bovendien is sinds juli 2022 een nieuw besluit van kracht over de financiering van renovaties van sociale woningen. Dit brengt me ertoe u de volgende vragen te stellen:
|
| Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Allereerst wil ik u erop wijzen dat ik reeds op deze vragen heb geantwoord tijdens de Commissie Huisvesting op 22 juni. Wat uw eerste vraag betreft, is het doel van het nieuwe financieringsbesluit om de OVM’s in staat te stellen om op basis van gewestelijke selectiecriteria voor projecten en binnen een specifiek financieel kader na te denken over een renovatiestrategie op lange termijn en projecten die daaruit voortvloeien voor te stellen aan de BGHM, met name projecten met een energiethema. Het eerste SPDR (Strategisch Plan voor Duurzame Renovatie) werd in 2022 door de regering goedgekeurd en zal jaarlijks worden bijgewerkt in het kader van een voortschrijdend plan waardoor er steeds een tienjarenvisie is. De BGHM heeft regelmatig contact met de OVM's om doorheen het jaar de voortgang van de projecten te evalueren en om de jaarlijkse behoefte aan financiële middelen te bepalen. Dit maakt het mogelijk de budgetten optimaal te benutten. Wat uw tweede vraag betreft, moet de Huisvestingscode worden nageleefd, ook door sociale huisvestingsmaatschappijen. Zij kunnen dus geen woningen verhuren die niet voldoen aan de veiligheids- en conformiteitscriteria. De OVM's leven deze verplichtingen na en reageren op eventuele opmerkingen van de DIGH (Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie), die bevoegd is op dit vlak. Woningen die niet verhuurd mogen worden, krijgen een negatief oordeel. De OVM's verhuren deze woningen niet. Het comfort en de energieprestatie van de woning, en dus het energieverbruik, vormen een ander aspect dat in de vraag aan bod komt, en hoewel ze de bewoning van de woning niet beletten, verschillen ze wel van woning tot woning. Daarom vormde het energieaspect reeds een criterium bij de keuze van de projecten die door de vorige vierjarige investeringsprogramma's werden gefinancierd. In het nieuwe besluit voor de financiering van de renovaties in de sector werd energieverbetering ook tot tweede prioriteit gemaakt in de selectiecriteria voor projecten. Dit is geïmplementeerd in het tienjarige SPDR, waarin projecten zijn geselecteerd om het energiecomfort in meer dan 18.000 woningen aanzienlijk te verbeteren Wat betreft woningrenovatie, tot slot, werden 30.535 woningen voorlopig opgeleverd: - 1.209 interventies waarbij het ging om een volledige renovatie; - 6325 interventies waarbij het ging om een renovatie van de gebouwschil; - 22.971 interventies waarbij het ging om een renovatie van onderdelen. |