Schriftelijke vraag betreffende de vervreemding van onroerende goederen van de OVM's
- Indiener(s)
- Bertin Mampaka Mankamba
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1278)
Datum ontvangst: 02/10/2023 | Datum publicatie: 07/11/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 07/11/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
05/10/2023 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Volgens artikel 74 van de huisvestingscode mogen OVM’s, met voorafgaande toestemming van de BGHM, hun vastgoedactiva en alle daarop gevestigde zakelijke hoofdrechten vervreemden in overeenstemming met de doelstellingen van de sector en het door de regering vastgestelde grondbeleid.
Een OVM mag zijn vastgoedactiva echter niet vervreemden tegen een lagere prijs dan de marktwaarde, tenzij aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: De opbrengst van de vervreemding moet volledig bestemd worden voor haar investeringsbeleid met naleving van de doelstellingen van de sociale huisvesting en van het in de beheersovereenkomst vastgestelde begrotingsbeleid. Mevrouw de minister, ik zou u de volgende vragen willen stellen:
|
Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Ik verwijs u naar het antwoord dat ik begin september heb gegeven op schriftelijke vraag nr. 1211 van mevrouw Maison over de beslissing van bepaalde Openbare Vastgoedmaatschappijen om onroerende goederen en alle daarop gevestigde zakelijke hoofdrechten te vervreemden. |