Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de heraanleg van de Van Praetlaan

Indiener(s)
Anne-Charlotte d'Ursel
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1754)

 
Datum ontvangst: 18/10/2023 Datum publicatie: 27/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 24/11/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/10/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Onlangs werd een stedenbouwkundige vergunning toegekend voor de heraanleg van de Van Praetlaan en de Vuurkruisenlaan in Neder-Over-Heembeek. Het lijkt essentieel dat de mobiliteit in het hart van ons gewest ook rekening houdt met de toegankelijkheid van de belangrijkste waterweg van de hoofdstad. De plannen voor de heraanleg van de toegangswegen tot het noordwesten van Brussel kunnen die toegankelijkheid echter in het gedrang brengen. In plaats van de vergunning te wijzigen, een mogelijkheid die op grond van artikel 177/1 bestaat, hebt u ervoor gekozen om een nieuwe vergunning in te dienen.
  1. Wat is het fundamentele verschil tussen de huidige vergunning en de onlangs ingediende vergunning voor de plannen tot heraanleg? Kunt u de specifieke wijzigingen van deze nieuwe vergunning toelichten, in het bijzonder met betrekking tot het al dan niet aanwezig zijn van een pechstrook in dit project? Waarom is besloten om de oorspronkelijke vergunning niet aan te passen en wat zijn de gevolgen van deze nieuwe aanvraag voor het overleg en de termijnen?

  2. Kunt u mij informeren over de studies die Brussel Mobiliteit nog moet uitvoeren voor dit project? Ik zou ook graag de planning van de werkzaamheden kennen: wanneer beginnen ze en hoe wilt u de uitvoering ervan plannen, rekening houdend met de gelijktijdig plaatshebbende werkzaamheden voor tram 10 en voor het viaduct van Vilvoorde?

  3. Wat de mobiliteitsstudie betreft, waarom houdt die enkel rekening met het privéverkeer en niet met het handelsverkeer zoals vracht- en bestelwagens? In de multimodale indeling van wegen van Good Move behoort de Van Praetlaan tot de categorieën "autonetwerk plus" en “vrachtwagens”. Hoe beantwoordt het nieuwe verkeersplan voor de Van Praetlaan aan de principes van het Good Moveplan, met name wat betreft de verschillende soorten vervoer, waaronder vrachtwagens?

  4. Kunt u met betrekking tot het aangekondigde project voor de aanleg van een P+R aan het einde van de A12 aangeven hoe het staat met de voortgang daarvan en waarom de regering heeft besloten het project voor de toegang tot de stad op te splitsen in twee afzonderlijke fasen? Wat is in dit verband het geschatte tijdschema voor de aanleg van de P+R en hoeveel parkeerplaatsen zijn er gepland? Kunt u mij ook details geven over de openbaarvervoerslijnen van de MIVB en De Lijn die binnen dat project de bereikbaarheid van de P+R zullen garanderen?

  5. De infrastructuur zou aanpasbaar kunnen worden, met een extra strook richting stad 's ochtends en een extra strook uit de stad 's avonds. Welke techniek gaat u gebruiken (verkeerslichten, intrekbare paaltjes, borden ...) en waarom overweegt u niet om dezelfde rijstrook 's ochtends en 's avonds als derde rijstrook te gebruiken?

 
 
Antwoord    De herinrichting van de Van Praetlaan voorziet in noodstopzones langsheen de rijstrook stadinwaarts. Die maken deel uit van de vergunningsvoorwaarden en zullen mee opgenomen worden in de aanleg, waardoor het mogelijke gebruik van de bermen langsheen het koninklijk domein wordt gemaximaliseerd.
Brussel Mobiliteit gaat een aanvraag voor een vergunningswijziging indienen om de rijweg ter hoogte van de Dikkelinde-rotonde te verbreden. Door deze verbreding kan de A12 worden omgevormd tot een rijbaan met twee rijstroken stadinwaarts, terwijl die in het huidige ontwerp slechts één rijstrook heeft. Deze verbreding zal nodig zijn om het geplande systeem met dynamische rijstroken te kunnen invoeren. In afwachting van de invoering van deze dynamische rijstrook zal de extra breedte van de weg gebruikt worden als pechstrook.

Brussel Mobiliteit bereidt een marktstudie voor inzake het ontwerp en de afmetingen voor de invoering van voornoemde dynamische rijstrook. Als die niet onmiddellijk kan worden opgenomen in de aanvraag tot wijziging van de vergunning heeft dat voornamelijk te maken met de tijd die nodig is voor de studie om de grootte van een dergelijk project te bepalen, die in geen geval op improvisatie mag berusten (onder meer met het oog op verkeersveiligheid), maar het heeft ook te maken met de procedure voor de vergunningsaanvraag waarvoor een effectenrapport vereist is, en hoogstwaarschijnlijk ook een openbaar onderzoek.
Alle mobiliteitsstudies, op basis waarvan het project werd ontwikkeld, werden bij de vergunningsaanvraag gevoegd (oorspronkelijke aanvraag en gewijzigde vergunningsaanvraag). Er is geen nieuwe mobiliteitsstudie geweest.
Zoals uitgelegd in het antwoord op de vorige vraag wordt daarentegen wel een nieuwe marktstudie voorbereid voor de invoering van een rijstrook met omkeerbare rijrichting. Bij de volgende vergunningswijzigingsaanvraag zal een mobiliteitsstudie worden toegevoegd.
De bouwplaats, waar de werken al eind augustus 2023 begonnen en die de Van Praetlaan heeft teruggebracht op één rijstrook, bouwplaats is nodig voor een goede coördinatie en het verloop van de werken voor de aanleg van de nieuwe tramlijn 10 (nieuwe tramsporen en oversteek aan de Vuurkruisenlaan).

Deze coördinatie met de MIVB gebeurt met name via de hypercoördinatiezone Neder-Over-Heembeek en de overlegcommissie van de bouwplaatsen.
Voor de viaduct is er geen interactie tussen de bouwplaatsen.

In zijn geheel zal het project de inrichting verbeteren door een weginfrastructuur aan te bieden die veel beter is aangepast, veel functioneler is, meer capaciteit heeft en veel veiliger is.
Het herinrichtingsproject van de R21 heeft het voorwerp uitgemaakt van een eerste openbaar onderzoek en kreeg een voorwaardelijk gunstig advies van de overlegcommissie. 
Naar aanleiding van dit advies, en rekening houdend met de bezorgdheden en vragen van de havenbedrijven, voerde Brussel Mobiliteit grondigere mobiliteitsstudies uit, gericht op het vrachtverkeer. De dynamische microverkeerssimulaties hebben de goede werking van de voorgestelde herinrichting bevestigd.
De Van Praetlaan behoudt dus zijn status en de daarbij horende kenmerken van route voor ‘vrachtvervoer plus’. Deze functie wordt nog versterkt door de nieuwe verbinding via de Van Praetrotonde om vanaf de A12 de havenzone van Neder-over-Heembeek te bereiken.
De voorwaarden voor het stedenbouwkundig attest dat is afgegeven voor de P+R en voor de herinrichting van de A12 stellen dat er afzonderlijke vergunningsaanvragen moeten worden ingediend voor de weginfrastructuur en voor de parking. Die scheiding is ook logisch vanuit het standpunt van de projectbusiness en -ontwikkeling en de overheidsopdrachten die daaruit voortvloeien.


We geven voorrang aan de aanleg van P+R's in reeds bestaande parkings die heel goed verbonden zijn met het openbaar vervoernetwerk. Het Heizelplateau heeft al duizenden totaal onderbenutte parkeerplaatsen die gevaloriseerd kunnen worden. Er zijn momenteel besprekingen aan de gang om de mogelijkheden te onderzoeken om deze plaatsen te gebruiken als P+R.

De technische oplossing voor de invoering van een dynamische rijstrook maakt integraal deel uit van de studieopdracht die zal worden uitgeschreven.