Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de erkenning van sociale kredietinstellingen en de gewestwaarborg

Indiener(s)
Pierre-Yves Lux
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1301)

 
Datum ontvangst: 10/11/2023 Datum publicatie: 19/01/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 20/12/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/11/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
20/12/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Deze vraag sluit aan bij schriftelijke vraag nr. 1272 betreffende de sociale kredietinstellingen. Na de gegeven antwoorden blijft een reeks vragen over, met name wat betreft de vergunningen en de kwestie van de gewestgarantie. Van de vijf bestaande instellingen blijken namelijk slechts twee een geldige erkenning te hebben.

Kunt u ons bijkomende informatie bezorgen over de 'niet-erkenning' van Les Petits Propriétaires, Crédit pour Habitation Sociale (CHS) en Crédit Immobilier Ouvrier (CIO), met vermelding van de datum waarop de laatste erkenning afliep en de redenen voor het ontbreken van een erkenning (weigering door de administratie ondanks een aanvraag en in voorkomend geval, de redenen voor die weigering, ontbreken van een aanvraag door de instelling, toepassing van een sanctie zoals voorzien in hoofdstuk 5 van het besluit ...)?

Zijn er aanwijzingen dat dit ontbreken van erkenning slechts tijdelijk is, of worden er stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat de erkenning opnieuw wordt verleend? Kunt u de specifieke situatie van elke betrokken instelling toelichten?

Kunt u ons meer in het bijzonder vertellen of artikel 21 van het besluit van toepassing is op deze drie instellingen en dus bevestigen dat de gewestwaarborg niet langer op hen van toepassing is? Of kunt u ons meedelen of er stappen zijn ondernomen of worden ondernomen om de kredietportefeuilles aan een andere erkende kredietinstelling over te dragen of, "met de voorafgaande instemming van de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting, aan een vennootschap voor belegging in schuldvorderingen" over te maken?

Kunt u ons details geven over de bedragen van de gewestwaarborg voor elk van de vijf sociale kredietinstellingen en de eventuele evolutie ervan in de afgelopen jaren?

In antwoord op de eerder gestelde vragen verklaarde u dat gevraagde gegevens (vervaltermijnen van de toegekende en afgesloten leningen voor SRCL en SOCODIX en alle informatie voor Les Petits Propriétaires) voor sommige instellingen ontbraken omdat zij de informatie niet (tijdig) hadden verstrekt. Zijn deze instellingen niet verplicht deze informatie te verstrekken wanneer hierom gevraagd wordt, met name via de regeringscommissaris, die overeenkomstig artikel 17 van het besluit alle documenten met betrekking tot de afgesloten of verstrekte leningen kan opvragen en verkrijgen? Hebt u deze informatie inmiddels ontvangen? Zo niet, kunt u uw commissaris vragen deze informatie op te vragen?
 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Wat uw eerste vraag betreft, hebben de drie instellingen in kwestie sinds het begin van de legislatuur geen aanvraag tot erkenning ingediend bij Brussel Huisvesting.

Wat betreft de specifieke situatie van CIO: deze kredietinstelling zat tot 25 november 2021 in een gerechtelijke herstelprocedure. De situatie is nu gestabiliseerd en CIO geeft geen nieuwe leningen meer.


Le Petit Propriétaire verstrekt geen leningen meer wegens onvoldoende liquiditeit.


Wat betreft de situatie van Krediet voor Sociale Woningen is het aantal verstrekte kredieten zeer beperkt (slechts twee in 2022), wegens onvoldoende liquiditeit.

Om uw derde vraag te beantwoorden: de gewestwaarborg voorzien in artikel 14 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 is, in overeenstemming met wat in het artikel vermeld staat, niet langer van toepassing op deze instellingen aangezien ze niet langer erkend zijn.

Sinds het begin van de legislatuur heeft er geen verdeling van de schuldwaarborg zoals voorzien in artikel 14 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 plaatsgevonden. Een forfaitair bedrag beperkt tot 4 miljoen euro is dus enkel gewaarborgd voor erkende instellingen. Het volume van de kredieten is in elk geval te beperkt om een hoger bedrag te rechtvaardigen.

Om uw laatste vraag te beantwoorden is bij dit ontwerpantwoord een geactualiseerde tabel gevoegd.