Schriftelijke vraag betreffende hervorming van de werking van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie
- Indiener(s)
- Anne-Charlotte d'Ursel
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1790)
Datum ontvangst: 16/11/2023 | Datum publicatie: 19/01/2024 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 22/12/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
24/11/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Ik heb begrepen dat u momenteel werkt aan de verbetering van de werking van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie. Blijkbaar zou een aantal bepalingen waarover momenteel onderhandeld wordt, de mogelijkheid kunnen beperken voor een aantal actoren om deel te nemen aan het opstellen van een advies als zij de initiatiefnemers of begunstigden zijn.
|
Antwoord | Het nieuwe besluit tot wijziging van de samenstelling en werking van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie (GMC) werd op 7.12.2023 in eerste lezing goedgekeurd door de Regering. Nadat het advies van de Raad van State is ontvangen en in de tekst is verwerkt, zou de tekst begin 2024 voor tweede lezing worden voorgelegd. De ontwerptekst werd op informele wijze naar alle leden van de GMC gestuurd, want de leden zijn rechtstreeks betrokken bij deze tekst. De MIVB heeft niet op de ontwerptekst gereageerd en dus ook geen opmerkingen doorgestuurd. In het kader van SubLINK is de MIVB een van de projectdragers. Er is geen advies aan de GMC gevraagd over dit project. Op de GMC wordt elk project in twee aparte fasen behandeld: de fase met de presentatie met de opmerkingen, vragen & antwoorden en de fase waarin een ontwerpadvies besproken wordt met het oog op het afronden van het advies. Tijdens de presentatiefase wordt informatie verstrekt terwijl de volgende fase met name gewijd is aan tussenkomsten om het debat te beïnvloeden. De ontwerptekst voorziet er dan ook in dat, in geval van belangenconflict, de projectdrager informatie mag geven maar niet mag deelnemen aan de fase waarin zijn tussenkomst van invloed zou kunnen zijn. Art. 6 zorgt dat zowel kleine als grote projectdragers aan het woord komen terwijl de eventuele nodige terughoudendheidsplicht gegarandeerd wordt. |