Schriftelijke vraag betreffende het lezen van de microchip wanneer een kat sterft op de openbare weg
- Indiener(s)
- Dominique Dufourny
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1610)
| Datum ontvangst: 01/12/2023 | Datum publicatie: 09/01/2024 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 09/01/2024 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 05/12/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | Onlangs vond een Brussels koppel hun dode kat in de diepvriezer van de gemeentelijke dienst die instaat voor de opvang van dieren die gestorven zijn op de openbare weg in de stad Brussel. Na een vruchteloze zoektocht naar hun vermiste kat, namen ze het initiatief om contact op te nemen met de dienst. Aangezien de dienst niet uitgerust was met een detector voor dierenmicrochips, stelde de dienst voor om te zien of een van de katten in de diepvries van hen was. Het echtpaar kreeg ook te horen dat wanneer de koelkast vol is, de dode dieren naar de fabriek worden gestuurd, waar ze worden verwerkt tot grondstoffen zoals lijm.
Aangezien er in het Brussels Gewest geen telling bestaat van dode dieren die op de openbare weg worden gevonden, heb ik de volgende vragen: 1 - Wanneer een dode kat wordt gevonden op de openbare weg, worden de eigenaars van de kat dan op de hoogte gebracht door middel van de microchip? Zo nee, waarom niet? En zo ja, wie informeert hen dan? 2 - Is er geen systematische koppeling tussen de lijst van vermiste dieren die bij de politie worden aangegeven en de dode dieren die worden gevonden? |
| Antwoord | Deze vraag valt niet onder de bevoegdheid van de minister van Leefmilieu, maar onder die van de minister van Dierenwelzijn en van de gemeenten. |