Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende GVPP-maatregelen met betrekking tot drugs en verslaving (vervolg)

Indiener(s)
Sadik Köksal
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1214)

 
Datum ontvangst: 31/12/2023 Datum publicatie: //
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 02/02/2024
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/01/2024 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
02/02/2024 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Naar aanleiding van mijn vraag om uitleg in de commissie van 12 december wil ik u een schriftelijke vraag stellen over hetzelfde onderwerp om bijkomende informatie te verkrijgen.

Ik heb ook contact opgenomen met de vzw Transit, die mij de twee in de commissie genoemde studies over Pregabaline en Lyrica heeft bezorgd. De gegevens en cijfers die ik daarin heb kunnen lezen, zijn uiterst verontrustend.

  • Wat het probleem van geneesmiddelen betreft, zei u dat de studies naar de lokale overheden en de gespecialiseerde sector waren gestuurd. Wat was de feedback van de gemeenten? Zijn er die contact hebben opgenomen met safe.brussels? Wat bedoelt u precies met "gespecialiseerde sector"? Hebt u de kwestie al aangekaart bij de minister van Binnenlandse Zaken? Wat doet het gewest, naast het verspreiden van deze twee studies, proactief om de handel in en het misbruik van deze middelen tegen te gaan?

  • Aangezien ik in de commissie geen antwoord heb gekregen, wil ik de volgende twee vragen herhalen: hebt u communicatie- en preventiecampagnes georganiseerd in verband met drugs en verslaving, zowel gericht naar de gebruikers als naar het grote publiek, en meer bepaald naar jongeren (maatregel 3.4)?

  • Kunt u een overzicht geven van mobiele sociale ondersteuningsdiensten voor drugsverslaafden? Welke verbeteringen zijn er doorgevoerd sinds het begin van de zittingsperiode (maatregel 3.1)?

  • Tot slot hebben we vernomen dat er binnenkort in Brussel een meldpunt zal worden opgericht dat zich richt op de Haven van Brussel als "kwetsbare locatie" voor drugshandel. Brussel zal zich hiervoor aansluiten bij het nationale Portwatch-project, een centraal meldpunt voor het anoniem melden van verdachte activiteiten in alle Belgische havens. Kan het gewest meedelen welke menselijke, financiële en logistieke middelen het zal inzetten voor dit nieuwe meldpunt? En tot slot, wat doet het gewest, in samenwerking met de federale overheid, om het wegennet, een belangrijke toegangspoort voor drugssmokkel in Brussel, te controleren?

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord te verstrekken op uw vragen over de maatregelen van het globaal veiligheids- en preventieplan (GVPP) in verband met drugs en verslavingen:

De gemeentelijke preventiediensten ontvangen verschillende studies, onder meer van Transit. Het is hun taak om de nuttige informatie daaruit door te geven aan de eerstelijnsteams. Er is mij meegedeeld dat de gemeenten geen enkel bijzonder verzoek tot Transit of safe.brussels hebben gericht.

Er worden ook studies bezorgd aan de gespecialiseerde sector en dan voornamelijk aan de leden van de Brusselse Federatie van Instellingen voor Verslaafden (FEDA, vroeger FEDITO). Die federatie verenigt, zoals u kunt lezen op haar website, 29 instellingen die werken rond drugs en verslavingen. Met haar nieuwsbrief bereikt zij een groot aantal partners.

Het waarborgen van de kwaliteit, de veiligheid en de doeltreffendheid van geneesmiddelen en het gebruik ervan valt onder de bevoegdheid van de federale overheid en dan meer bepaald van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, die daarin wordt bijgestaan door het federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (hierna het FAGG). Ook de bescherming van de volksgezondheid is een federale aangelegenheid, meer bepaald voor het directoraat-generaal Inspectie.

Het FAGG speelt een centrale rol in de aanpak van het probleem waarover uw vraag gaat, want de Lyrica® die in omloop is, blijkt voornamelijk afkomstig te zijn van de officiële productie in farmaceutische laboratoria. Het komt dus uit het klassieke geneesmiddelencircuit, meer bepaald van bij de artsen die het voorschrijven en de apothekers die het afleveren. De zwarte markt voor Lyrica® in België wordt waarschijnlijk vooral bevoorraad door “medisch te shoppen” in het legale circuit. Er is misschien wel sprake van een trend om dit geneesmiddel te vaak voor te schrijven, waarna het dan gebruikt wordt voor andere dan therapeutische doeleinden. Het valt echter niet uit te sluiten dat er, net als dat voor veel andere geneesmiddelen het geval is, namaakproducten van Lyrica® in omloop zijn, die vooral via het internet verkrijgbaar zijn.

Daarom stelde dr. Lou Richelle (van het departement Algemene Geneeskunde van de ULB) in 2022 samen met Michaël Hogge (van de vzw Eurotox) een praktische fiche op om de huisartsen op te roepen waakzaam te zijn en hen te waarschuwen voor het probleem van misbruik. Op 30 november 2022 publiceerde de afdeling Vigilantie van het FAGG een Flash VIG-news voor de beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector met als titel: “Pregabaline (Lyrica® en generieke pregabaline): risico op verkeerd gebruik, misbruik en afhankelijkheid”. Daarin wordt de aandacht van de Belgische gezondheidswerkers gevestigd op het feit dat de gezondheidsautoriteiten uit Europese landen sinds enkele jaren een zorgwekkende toename van het misbruik van pregabaline vaststellen. Daarnaast wordt gevraagd om verkeerd gebruik, misbruik of afhankelijkheid van pregabaline of gedrag dat het voorschrijven of afleveren van pregabaline aanmoedigt, te melden aan het FAGG. Deze oproep tot voorschrijvers om waakzaam te zijn was bedoeld om het product minder vlot toegankelijk en medisch shoppen moeilijker te maken.

Het Gewest financiert op basis van de projectoproep van safe.brussels voor verenigingen al meerdere jaren het therapeutische begeleidingsproject LAMA. Dat kadert in de uitvoering van de maatregelen 3.1 (de systemen van mobiele sociale begeleiders voor druggebruikers die te kampen hebben met sociale uitsluiting, versterken) en 3.8 (het opvangaanbod voor verslaafden ontwikkelen en diversifiëren en de begeleiding van de gebruikers versterken) van het GVPP. In dat verband werd in 2019 het project “ARTHA” opgestart met een team van 4 VTE begeleiders die ervaring hebben met bannelingen en heel wat talen machtig zijn (Arabisch, Tigrinya, Fur, Somalisch, enz.). De hele sector erkent hun expertise. In 2023 kregen meer dan 530 personen langs die weg mobiele begeleiding. Daarbij is trouwens vastgesteld dat 80% van de begeleide personen naar eigen zeggen Lyrica® gebruikte.
Voorts heeft safe.brussels via zijn sociale media al verschillende communicatie- en preventiecampagnes rond drugs en verslavingen gevoerd, waaronder een campagne naar aanleiding van de internationale dag ter bewustwording van overdosering (International Overdose Awareness Day).

Begin 2023 richtte safe.brussels het gewestelijke platform drugs en verslavingen op om de leden ervan (gemeenten, politiezones, Leefmilieu Brussel, Net Brussel, de GGC en de VGC) regelmatig bewust te maken van verschillende problemen. Zo is al bijzondere aandacht uitgegaan naar het recreatieve gebruik van lachgas en naar de vergiftiging door en de inname van ammoniak. Safe.brussels heeft op zijn website trouwens een
flash paper over het recreatieve gebruik van lachgas staan. Tot slot werkt het observatorium van safe.brussels momenteel aan een studie over het gebruik van crack in het Brussels gewest. Ook aan dakloosheid en druggebruik wordt de nodige aandacht besteed, onder meer door het project SUBLINK.
Daarnaast kent safe.brussels de vzw InforJeunes Bruxelles (buiten de projectoproep voor vzw’s om) jaarlijks een recurrente subsidie van 376.000 euro toe om bewustmakingscampagnes voor jongeren op touw te zetten. Deze vzw heeft als opdracht te voorkomen dat jongeren afhaken door hen te informeren, hen bij te staan wanneer ze te kampen hebben met tijdelijke problemen en hen op weg te helpen naar een duurzame inschakeling. Er lopen in dat verband enkele interessante initiatieven. Bij wijze van voorbeeld verwijs ik naar het traject om jongeren bewust te maken van verslavingen en risicogedrag (niet alleen het gebruik van illegale middelen, maar ook verslaving aan spelen, schermen, enz.), dat werd opgestart onder de noemer “T’inquiète, je gère”. Voor dat bewustmakingstraject, dat gericht is tot de jongeren van de CERIA-campus, wordt actief samengewerkt met heel wat partners: Le Pélican, Modus, de preventiedienst van Anderlecht, het CBPS, O’Yes, het PSE, Fares, het PMS en Infor Jeunes Bruxelles.

Voor wat betreft de systemen voor de mobiele sociale begeleiding van drugverslaafden die sinds het begin van deze legislatuur zijn uitgebouwd en versterkt (maatregel 3.1 van het GVPP), verwijs ik naar de bijgevoegde tabel met een overzicht van de mobiele begeleidingsprojecten van vzw’s die op basis van de in 2023 uitgeschreven projectoproep zijn gesubsidieerd en van de maatregelen die de gemeenten in het kader van hun plaatselijk preventie- en buurtplan (hierna PPBP) hebben genomen en waarvan de projecten gedeeltelijk gesubsidieerd worden door safe.brussels.

Drie vzw’s hebben (in het kader van maatregel 3.1. ondersteunde) projecten lopen om de mobiele sociale begeleiding van druggebruikers die kampen met sociale uitsluiting, te versterken.

Ten eerste is er de vzw Dépannage d'Urgence de Nuit et Échanges (DUNE), die deze maatregel met haar initiatief DUNE Mobile invult. Dat project steunt op drie pijlers: 1. Veldwerkactiviteiten, die het mogelijk maken druggebruikers op straat tegemoet te treden om hen opvang te bieden en hen te begeleiden naar de eerstelijnsdiensten. 2. Medibus, een mobiel systeem voor risicobeperking, dat ook dienst doet als verpleegcentrum. 3. Mobiele begeleiding en verbinding, het fysiek begeleiden van personen naar de eerstelijnsdiensten en werken aan banden met de actoren uit de sociale en gezondheidssector.

Ten tweede is er de vzw Modus Vivendi, die verschillende projecten voor het analyseren van psychotrope middelen heeft opgestart. Voor het project “Testing Mobile” wordt een beroep gedaan op de sociale begeleiders van laagdrempelige centra en loketten voor de verdeling van risicobeperkend materiaal, waardoor een zeer kwetsbaar en/of sociaal uitgesloten publiek kan worden bereikt. Door analyses aan te bieden tijdens de spreekuren over “chemsex” bereikt de vzw ook een publiek dat producten gebruikt die minder bekend zijn en vaak online worden gekocht. Dat maakt het mogelijk om zicht te krijgen op de nieuwe synthetische producten. Tot slot organiseert de vzw met haar initiatief “Modus Fiesta” elke vrijdagavond testmomenten op eigen verzoek voor feestgangers.

Ten derde biedt de vzw LAMA met haar mobiele team Artha een mobiel begeleidingssysteem voor druggebruikers in een precaire verblijfssituatie op het Brusselse grondgebied.

De gemengde teams van veldwerkers spelen dus een essentiële rol om zeer kwetsbare gebruikers te begeleiden. De vzw’s Project LAMA, Transit Straathoekwerk en DUNE werken samen met de gemeenten (met als ander duidelijk voorbeeld Latitude Nord, een gemengd team van veldwerkers dat de vzw en de gemeenten Anderlecht en Sint-Gillis in het leven hebben geroepen). De vzw’s hebben trouwens ook al de gelegenheid gehad om de leden van het hierboven vermelde platform uitleg te geven over het werk dat ze doen.

De volgende gemeenten hebben op basis van hun PPBP (in 2022 en 2023) een subsidie gekregen voor mobiele begeleidingssystemen: Jette, Sint-Gillis, Sint-Lambrechts-Woluwe, Vorst, Oudergem, Elsene, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe.

De directie van de gerechtelijke politie van Brussel heeft mij in verband met het project Portwatch waarnaar u in uw laatste vraag verwijst, laten weten dat Brussel daarvoor geen personele, financiële en logistieke middelen hoeft in te zetten. Het project wordt immers al gefinancierd door de minister die bevoegd is voor de Noordzee (ontwerpen van een publiek toegankelijke website, bezorging van de gegevens aan de SICAD van het betrokken arrondissement en nadien behandeling door de politie). De operationele uitvoering ervan is gepland in februari of maart 2024. De deelname van Brussel aan dat project wordt in het kader van het Brusselse Drugplan onder leiding van de federale gerechtelijke politie van Brussel opgevolgd.

Wegcontroles tot slot vallen onder de verantwoordelijkheid van de federale politie/DGA (wegpolitie, ANPR) en de politiezones.