Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van de nieuwe regels in de huishoudhulpsector

Indiener(s)
Els Rochette
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1302)

 
Datum ontvangst: 09/02/2024 Datum publicatie: 27/03/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 27/03/2024
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/02/2024 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

De nieuwe ordonnantie ter bevordering van buurtdiensten- en banen is een belangrijke stap voor de erkenning en waardering van huishoudhulpen.

Er werken zo’n 28.000 huishoudhulpen in Brussel. Dagelijks vervullen zij huishoudelijke taken bij maar liefst 116.000 gebruikers.

Huishoudhulpen, die de ruggengraat vormen van vele huishoudens en bedrijven, werk(t)en vaak in slechte arbeidsomstandigheden. De nieuwe ordonnantie belooft een ommekeer door niet alleen de arbeidsvoorwaarden te verbeteren, maar ook door een robuust mechanisme te bieden voor bescherming tegen misbruik en fraude.

De doelstellingen van de ordonnantie zijn: huishoudhulpen beschermen, begeleiden en ondersteunen, opleiden en het werk verlichten voor werknemers op het einde van hun loopbaan.

Om een zicht te krijgen hoe deze theoretische verbeteringen zich in de realiteit manifesteren, stel ik u volgende vragen:

  • Hoeveel inspecties worden maandelijks uitgevoerd sinds de inwerkingtreding van de ordonnantie? Wat zijn de meest significante inbreuken die zijn vastgesteld tijdens de inspecties? Welke maatregelen worden genomen om deze aan te pakken?

  • Hoeveel van de erkende ondernemingen slagen er op dit moment in om hun werknemers minimaal 20 uur per week werk te bieden? Voor hoeveel werknemers wordt dit doel momenteel niet gehaald? Welke maatregelen worden genomen om deze situatie te verbeteren?

  • Hoeveel gebruikers zijn reeds uitgesloten door fraude, geweld of pesten ten aanzien van de huishoudhulpen sinds de inwerkingtreding van de ordonnantie?

  • Hoeveel huishoudhulpen zijn sinds de inwerkingtreding van de ordonnantie al begonnen aan het verplichte opleidingstraject? Wat is het profiel van de cursisten (leeftijd, anciënniteit)? Volstaat het opleidingsaanbod?

 
 
Antwoord    U stelt me een vraag over de naleving van de bepalingen van het nieuwe wettelijke kader dat we hebben aangenomen voor het dienstenchequestelsel. Het bevat belangrijke verbeteringen om de levensvatbaarheid van het systeem te waarborgen, het aantal banen te behouden en het dagelijkse leven van duizenden huishoudhulpen te vergemakkelijken.

De nadere regels zijn verduidelijkt in uitvoeringsbesluiten die de regering in derde en laatste lezing heeft goedgekeurd op 22 februari 2024. De regering heeft gehoor gegeven aan het verzoek van de sociale partners om hen voldoende tijd te laten om deze nieuwe maatregelen uit te voeren.

De nieuwe regels worden van kracht op 1 januari 2025.

Ik ben dus niet in staat uw verschillende vragen te beantwoorden.

Het lijkt me evenwel belangrijk de betrokkenheid en mobilisatie van de Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie (GWI) ter zake te benadrukken.

Momenteel worden de meeste controles van dienstenchequebedrijven op afstand uitgevoerd. Het gaat om het doorzoeken van databanken van de sociale zekerheid en de zoektocht naar statistische anomalieën in de databanken aangeleverd door PLUXEE (vroeger SODEXO), het uitgiftebedrijf van de dienstencheques.

Deze verschillende bevindingen worden dan in eerste instantie met elkaar vergeleken aan de hand van de beschikbare databanken, en vervolgens kan er een bezoek aan de werkplek worden georganiseerd om een hypothese te bevestigen.

Met andere woorden, de meeste bevindingen over de naleving van de wetgeving inzake dienstencheques gaan vooraf aan elk bezoek ter plaatse. Het is ook belangrijk eraan te herinneren dat de meeste dienstenchequeprestaties bij de gebruikers thuis plaatsvinden en dat de GWI daar dus niet zomaar binnen mag.

Daarnaast kunnen, afhankelijk van de bevindingen, werknemers, gebruikers of werkgevers verhoord worden.

De nieuwe ordonnantie legt de werkgevers vanaf 1 januari 2025 op een reeks documenten ter beschikking te houden die bewijzen dat de nieuwe plichten worden toegepast, bijvoorbeeld wat opleiding en bezoeken aan de gebruikers betreft. Hoewel deze documenten tijdens het bezoek ter plaatse opgevraagd kunnen worden, zal de analyse van die documenten waarschijnlijk niet plaatsvinden op het moment zelf, om de activiteiten van het bedrijf niet langdurig te blokkeren. De analyses zullen waarschijnlijk bij het bestuur worden uitgevoerd na een controle ter plaatse.


De acties in de dienstenchequesector vormen een van de prioriteiten van de GWI. De meeste dienstenchequedossiers leiden echter niet tot het opstellen van processen-verbaal, die op hun beurt kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging. De meeste blijven administratief van aard.

Een groot deel van de dienstenchequedossiers die de GWI behandelt, leidt immers tot terugvorderingen of terugbetalingen van dienstencheques die door het uitgiftebedrijf zijn betaald aan de erkende bedrijven. Bij kleine onregelmatigheden of overtredingen kan de inspecteur er dan ook voor kiezen geen proces-verbaal op te stellen, maar de dienst in te lichten die bevoegd is voor de terugvordering van de bedragen die betaald zijn aan de bedrijven voor dienstenchequeprestaties die niet in overeenstemming zijn met de regelgeving.

Los van strafrechtelijke vervolging of administratieve gevolgen kunnen de dossiers ook voorgelegd worden aan de erkenningscommissie dienstencheques, die zich uitspreekt over de eventuele gevolgen voor de erkenning van de betrokken onderneming.

In 2023 heeft de GWI 260 administratieve dossiers geopend. Het betreft administratieve dossiers waarbij de inspectie nagaat of de wetgeving inzake arbeidstijden wordt nageleefd en anderzijds de voorfinanciering van bepaalde dienstenchequeprestaties controleert. Gezien de inspanningen die de GWI de voorbije jaren heeft geleverd voor dit type controle valt een positieve evolutie op te merken in de sector, want bij almaar minder bedrijven zijn er massaal onregelmatigheden. In 67 van de 260 dossiers werden onregelmatigheden opgemerkt, voor een totaalbedrag van 59.248,03 EUR.

Wat de grotere onderzoeksdossiers betreft, heeft de GWI 41 onderzoeksdossiers afgesloten in 2023 en waren 23 dossiers nog in behandeling op 31 december 2023. Wat de afgesloten dossiers betreft, werd bij 26.608 dienstencheques een overtreding vastgesteld en werd voorgesteld om ze terug te vorderen. Voor een totaalbedrag van 658.934,67 EUR.

Naar aanleiding van deze 41 inspecties zijn er 6 pro justitia’s opgesteld, waarvan de meeste overtredingen inzake buitenlandse arbeidskrachten betroffen. Daarnaast werden tal van meldingen opgesteld en bezorgd aan andere federale diensten. Voor elk van deze dossiers stelt de GWI een intern verslag op om haar opzoekingen te documenteren.

Daarenboven heeft de GWI drie controles ‘eerste bezorging’ uitgevoerd voor bedrijven die recent erkend zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 2023 was ook het laatste jaar waarin het principe van aanvullende indexering werd toegepast. In dit kader heeft de GWI 123 dossiers geanalyseerd met betrekking tot de aanwerving van 60% doelpubliekwerknemers. Na deze analyse werden 96 aanvullende indexeringen toegekend, 19 werden geweigerd en 8 werden gedeeltelijk toegekend.

Naast het werk van de GWI houdt de administratieve cel die verantwoordelijk is voor de dienstencheques voortdurend toezicht op het gebruik van de dienstencheques en bezorgt ze vastgestelde fraude-indicatoren aan de GWI voor verder onderzoek.

In 2024 werkt het gewestelijke bestuur aan de operationalisering van de hervorming en aan de voorbereiding van de erkende bedrijven op de nieuwe plichten die ze vanaf 2025 zullen hebben, met name via communicatiecampagnes en infosessies.