Schriftelijke vraag betreffende het gebrek aan kwalitatieve ruimte voor Brusselse jongeren.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1251)
| Datum ontvangst: 25/11/2023 | Datum publicatie: 03/04/2024 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 03/04/2024 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 04/03/2024 | Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag | |||
| 06/03/2024 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Uit kwalitatief onderzoek van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) bleek dat Brusselse jongeren nood hebben aan meer kwalitatieve ruimte in de stad. Het onderzoek bestond uit focusgroepen, diepte-interviews en observaties, de deelnemers kwamen uit de Brabantwijk, Peterbos en Stokkel maar de conclusies zijn eensluidend.
Het gebrek aan kwalitatieve ruimte wordt overal waargenomen en het zijn vooral de meisjes die het moeilijk hebben om zich te manifesteren in de open ruimte. Ook verkeers(on)veiligheid en overlast door middelenmisbruik worden aangestipt als problemen in de openbare ruimte die een gedeeld welbevinden in de weg staan. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
| Antwoord | Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag : Uw vraag houdt veeleer verband met de bevoegdheden van mijn collega Persoons. Dit zijn de elementen van antwoord die ze mij bezorgd heeft. Voor bijkomende informatie kunt u zich beter rechtstreeks tot haar wenden. We lezen in de resultaten van het onderzoek niet enkel kritische zaken. Jongeren slagen erin om vrijplaatsen te vinden. Dit kan in hun buurt of ruimer in Brussel. Het VGC-meerjarenplan geeft kinderen en jongeren een expliciete plaats. Het is voor de VGC dan ook prioriteit om kinderen en jongeren voluit de kans te geven om zich te ontwikkelen, om te experimenteren en om te spelen (Cfr. Act 211, 212, 213, 552, 513). ü Specifiek inzake ruimte voor jeugd zet de VGC o.a. in op: jaarlijkse investeringen in jeugdinfrastructuur. Jeugdorganisaties kunnen beroep doen op FIX vzw. Deze werven worden gemonitord via een werkgroep. ü Stimuleren van Speel- en sportimpulsen in de publieke en semi publieke ruimte voor kinderen en jongeren met de Playcation oproep. Dankzij deze oproep organiseerde de VGC in samenwerking met partners in 2022 en 2023, 32 projecten in de openbare ruimte, vooral in dichtbevolkte buurten met veel kinderen en jongeren in kansarmoede. ü Subsidiering van Toestand vzw en Jes vzw om samen met jongeren te werken rond de (semi) publieke ruimte. De subsidie aan JES vzw resulteerde onder andere in het boek ‘Gender en de stad/Les filles (ne) traînent (pas). ü Binnen de convenanten van Entree vzw, Cultureghem, Zonder Handen staat een expliciete opdracht om jongeren een ankerplek te bieden. Een plaats waar jongeren zowel fysiek als mentaal mogen zijn, plaatsen waar ze zelf mee vorm aan mogen geven. Nieuwe initiatieven voor en door jongeren capteren we en ondersteunen we, ook in de zoektocht naar een ruimte. ü We subsidiëren Formaat om ondersteuning te bieden bij nieuw opstartende jeugdcollectieven. Ook de zoektocht naar ruimte maakt hier deel van uit. ü De Jeugddienst van de VGC stelt expliciet iemand ter beschikking die jongeren en collectieven begeleidt naar het zoeken naar ruimte en er is ook iemand die organisaties begeleidt bij subsidiedossiers en bouwtechnische vragen. Heel wat jeugdorganisaties zoals Toestand en JES vzw krijgen subsidies van de VGC maar ook de andere jeugdorganisaties zoals de Brusselse jeugdhuizen (Entree), Cultureghem, Zonder Handen, … kregen de expliciete opdracht. Ook plan ik de komende maanden rond jeugdinfrastructuur een gesprek met de VGC-jeugdraad. Het onderzoek haalt ook enkele uitdagingen aan die de bevoegdheden van de VGC overstijgen (criminaliteit, drugs, netheid, …). Bij vernieuwende projecten die zich op het raakvlak jeugd en een of meerdere andere bevoegdheden richten, onderzoeken we of deze al dan niet in samenwerking mogelijk zijn. Dit deden we o.a. via het project Politie en Jongeren in de politiezone Zuid. We werken graag samen aan bijkomende oplossingen, met alle overheden actief in deze stad. Dus zeker ook de Vlaamse Gemeenschap. Met de Vlaamse gemeenschap investeren we reeds samen in een aantal lopende jeugdinfrastructuurprojecten en we zullen dit ook verder blijven doen. We werken ook met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest reeds enkele jaren actief samen. Via initiatieven zoals Playcation, maar ook recent de organisatie van het congres Child in the City, bouwde de VGC goede relaties uit met onder meer de gewestelijke diensten Urban Brussels, Perspective en Leefmilieu Brussel. Verdere gesprekken over duurzame speelplekken in de openbare ruimte voor kinderen en jongeren worden constructief verdergezet. Ook met lokale gemeentebesturen gaan we voortdurend in dialoog, met respect voor hun lokale autonomie. Dit maakt ook dat we desondanks alle inspanningen betreuren dat gemeenten soms beslissen om jeugdinfrastructuur te sluiten in de plaats van in deze te investeren. De recente beslissing van de gemeente Ganshoren, met schepen voor Nederlandstalige aangelegenheden Philippe Beghin stemt ons daarom ook triestig. Ik zal dit opvolgen en hoop samen met u dat jongeren snel weer een plek krijgen in Ganshoren waar ze zichzelf en hun projecten kunnen ontwikkelen. Structureel vond tijdens deze legislatuur regelmatig overleg plaats met de gemeentelijke schepenen voor Nederlandstalige aangelegenheden. Het laatste overleg vond plaats op 6 december. |