Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Brusselse horeca

Indiener(s)
Els Rochette
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 813)

 
Datum ontvangst: 28/02/2024 Datum publicatie: 18/04/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 18/04/2024
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/03/2024 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De Brusselse horecasector gaat door moeilijk weer. De covid- en energiecrisis brachten heel wat kosten met zich mee en door de inflatie steeg ook de loonkost. Veel ondernemingen zaten aan hun reserves om het hoofd boven water te houden. Vorig jaar vroegen 292 horecazaken het faillissement aan. Het zijn vooral kleine buurtzaken die verdwijnen, ketens hebben het minder moeilijk. Zorgwekkend is vooral dat er maar weinig nieuwe horecaondernemingen bijkwamen.

Er is door de Brusselse regering heel wat steun uitgetrokken om de horecasector te helpen. Zo was er tijdens de covidcrisis een premie van 3000 euro en kwam er vorig jaar energiesteun. Maar deze crisispremies lijken niet te volstaan.

  • Hoeveel horecaondernemingen kwamen in aanmerking voor energiesteun? Hoeveel aanvragen tot energiesteun werden ingediend door horecaondernemingen? Aan hoeveel horecaondernemingen werd uiteindelijk energiesteun toegekend?

  • Aan welke voorwaarden moesten horecaondernemingen voldoen om energiesteun te krijgen? Waren er voorwaarden wat betreft de tewerkstelling van personeel? Indien ja, wat waren deze voorwaarden?

  • Wat zijn de cijfers van het aantal horeca-faillissementen in 2023 opgedeeld per gemeente?

  • Worden de redenen voor horeca-faillissementen gemonitord of onderzocht door diensten van het Gewest? Indien ja, wat waren de voornaamste redenen? Hebben de zogenoemde ‘wurgcontracten’ tussen horecaondernemingen en brouwerijen en drankenhandelaars een rol gespeeld in het aantal faillissementen?

  • Welke tijdelijke of permanente acties heeft de staatssecretaris deze legislatuur genomen om de horecasector te ondersteunen, naast de crisispremies?

 

 
 
Antwoord    Allereerst: het toeristische logies is een bevoegdheid van de minister-president, de heer Rudi Vervoort.
Rudi Vervoort.

Binnen het kader van mijn bevoegdheden kan ik u echter de volgende antwoorden geven:

De Brusselse ondernemingen, met inbegrip van de ondernemingen die actief zijn in de horecasector, kwamen in aanmerking voor steun in het kader van de
ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen (bijvoorbeeld de premie voor investeringen of werken). Die steunmaatregelen waren het voorwerp van een hervorming die op 6 juli 2023 in derde lezing door de Brusselse regering werd aangenomen en op 13 oktober 2023 door het parlement werd aangenomen. Ondernemingen komen nu dus in aanmerking voor de steun die is opgenomen in de ordonnantie betreffende de steun voor de economische ontwikkeling en transitie van ondernemingen, waarvan de nieuwe versies sinds 26 maart 2024 beschikbaar zijn.

Brusselse ondernemingen komen ook in aanmerking voor de leningen en subsidies die worden toegekend door Innoviris en finance.brussels, en voor de projectoproepen van Brussel Economie en Werkgelegenheid.

In totaal, over alle sectoren heen, heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid de afgelopen drie jaar meer dan 72 miljoen euro aan steun voor ontwikkeling toegekend aan Brusselse ondernemingen. Ik verwijs u naar schriftelijke vraag nr. 806 van de heer De Beukelaer voor meer details.

Tussen 2019 en 2022 heeft finance&invest.brussels, dankzij de herkapitalisatie waartoe tijdens deze legislatuur werd beslist, meer dan 1.213 ondernemingen en zelfstandigen gefinancierd voor een totaalbedrag van meer dan 264 miljoen euro, alle financiële instrumenten samen, met uitzondering van de waarborgen toegekend door het Brussels Waarborgfonds. Ik verwijs u naar schriftelijke vraag nr. 790 van mevrouw Barzin.

Tussen 2019 en 2023 heeft Innoviris 227.882.284,71 euro aan subsidies toegekend, alle sectoren samen.

Naast die steun kent de directie Steun aan Ondernemingen ook steun voor buitenlandse handel toe (besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2017 houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), alsook vergoedingen voor handelszaken die hinder ondervinden van wegenwerken (besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 februari 2019 betreffende de forfaitaire schadevergoeding voor handelszaken die getroffen worden door een bouwplaats op de openbare weg). Die steun is ook beschikbaar voor de ondernemingen van de horecasector.

Op het vlak van algemene ondersteuning ten slotte, hebben alle Brusselse ondernemingen toegang tot de begeleidingsdiensten van hub.brussels en, in dit geval, tot de meer specifieke opvolging georganiseerd door de cluster hospitality.brussels voor de evenementen- en toerismesector, alsook tot de Kokotte incubatoren.

Met betrekking tot de steun die is verleend tijdens de gezondheids- en energiecrisis aan de horecasector in het bijzonder:

Ondernemingen van de horecasector kwamen niet alleen in aanmerking voor een premie van 3.000 euro, maar ook voor alle leningen en begeleidingsmaatregelen waartoe de Brusselse regering heeft besloten, zoals de Tetra-, Tetra bis- en Tetra ter-premie, de premie voor ondernemingen van de toeristische-logiessector, de premie voor hotels en aparthotels, de ‘Event’-premie, de ‘Oxygen’-lening en de gedelegeerde opdracht ‘Horeca’.

Ik wil u eraan herinneren dat meer dan 21 miljoen euro aan premies is toegekend in het kader van de energiecrisis. En meer dan 393 miljoen euro, in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, voor de ondersteuning van de cashflow.

Met betrekking tot de compenserende energiepremie:

Horecazaken moesten aan dezelfde voorwaarden voldoen als alle ondernemingen in andere sectoren. Alle begunstigde ondernemingen (uit alle sectoren) moesten:
1. ingeschreven zijn bij de Kruispuntbank van Ondernemingen op 31 december 2021;
2. op het ogenblik van de steunaanvraag een vestigingseenheid hebben op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen sinds 31 december 2021, er een economische activiteit uitoefenen en er beschikken over menselijke middelen en goederen die specifiek voor de vestigingseenheid zijn bestemd;
3. op 31 december 2021 een activiteit uitoefenen die tot de in aanmerking komende btw-activiteiten behoort;
4. geen btw-vrijstelling genieten;
5. op de datum van inwerkingtreding van het besluit voldoen aan hun verplichtingen inzake de neerlegging en bekendmaking bij de Nationale Bank van België van hun in 2021 afgesloten jaarrekeningen en sociale balans;
6. hun btw-verplichtingen nakomen;
7. alle verplichtingen naleven op het vlak van milieu-, sociaal en arbeidsrecht;
8. een omzet aantonen van meer dan 50.000 euro (één vestigingseenheid actief in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), van meer dan 75.000 euro (twee vestigingseenheden actief in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) of van meer dan 100.000 euro (drie of meer vestigingseenheden actief in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

Daarnaast moesten horecazaken voldoen aan de volgende voorwaarden:
1. als ze de activiteit “55 – Verschaffen van accommodatie” uitoefenen op de datum van inwerkingtreding van het besluit, voldoen aan hun verplichtingen inzake voorafgaande aangifte en registratie vastgelegd in artikel 4 van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies;
2. desgevallend beschikken over een geregistreerd kassasysteem overeenkomstig artikel 21bis van koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde;
3. als ze de activiteit “56.302 – Discotheken, dancings en dergelijke” uitoefenen, beschikken over een milieuvergunning of een milieuaangifte die uiterlijk op de dag van de inwerkingtreding van het besluit is afgeleverd.

Uit de statistieken van het BISA voor 2022 blijkt dat 7.217 ondernemingen met een maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een horeca-activiteit uitoefenen. Aangezien de horecasector geacht werd relatief gevoeliger te zijn voor een buitengewone stijging van de energiekosten, kwamen alle ondernemingen die tot deze sector behoorden potentieel in aanmerking voor een premie, op voorwaarde dat ze voldeden aan de hieronder uiteengezette voorwaarden en dat hun gas- en elektriciteitsrekeningen in 2022 duurder waren dan in 2021. Om de steun te kunnen krijgen, moesten ze de facto variabele contracten hebben gesloten met hun leveranciers. Volgens de Brusselse horecafederatie is het aantal horecazaken dat in aanmerking komt voor de premie hierdoor met de helft gedaald. Een onderneming met een vast contract zal de rekening namelijk niet aanzienlijk hebben zien stijgen.

De pagina met betrekking tot de compenserende energiepremie op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid is door meer dan 21.000 gebruikers meer dan 24.000 keer bekeken. Andere instanties hebben die informatie ook doorgegeven, zoals de horecafederatie. Voor meer informatie over de communicatie rond de premies zou ik u willen doorverwijzen naar het antwoord op schriftelijke vraag nr. 773 van de heer Chahid.

950 horecazaken met een vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben een dossier ingediend, waarvan:
- 873 ondernemingen op basis van de NACE-btw-code 56 - Restaurants, cafés, discotheken, traiteurs;
- 77 ondernemingen op basis van de NACE-btw-code 55 - Hotels en toeristische logies.

783 horecazaken met een vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben een compenserende energiepremie ontvangen, waarvan:
- 714 ondernemingen op basis van de NACE-btw-code 56 - Restaurants, cafés, discotheken, traiteurs;
- 69 ondernemingen op basis van de NACE-btw-code 55 - Hotels en toeristische logies.

Het bedrag dat werd toegekend aan horecazaken (NACE-codes 55 en 56) bedraagt 3.929.092,46 euro.

Wat de premie voor steun voor investeringen betreft:

Er werden 149 dossiers ingediend door horecazaken met een vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 127 dossiers werden toegekend.

Ondernemingen met economische en commerciële doeleinden die voldoen aan al de volgende voorwaarden komen in aanmerking voor de premie:
1. Ze moeten ingeschreven zijn bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) op 31 december 2022 en op die datum en op het moment van de steunaanvraag minstens één vestigingseenheid hebben in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2. Ze oefenen een activiteit uit in de beoogde sector (waaronder horeca) in het kader van deze tijdelijke maatregel voor crisisbeheersing en worden niet beschouwd als overheidsbedrijven.
3. Als ze activiteit “55 - Verschaffen van accommodatie” uitoefenen, voldoen ze aan hun verplichtingen inzake voorafgaande aangifte en registratie vastgelegd in artikel 4 van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies.
4. Desgevallend beschikken ze over een geregistreerd kassasysteem overeenkomstig artikel 21bis van koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.
5. Als ze activiteit “56.302 - Discotheken, dancings en dergelijke” uitoefenen, beschikken ze over een milieuvergunning of een milieuaangifte.

Wat de premie voor steun voor consultancy betreft:

Er werden 15 dossiers ingediend door horecazaken met een vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 11 dossiers werden toegekend.

Micro- of kleine ondernemingen met economische en commerciële doeleinden die voldoen aan al de volgende voorwaarden komen in aanmerking voor de premie:
1. Ze moeten ingeschreven zijn bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) op 31 december 2022 en op die datum en op het moment van de steunaanvraag minstens één vestigingseenheid hebben in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2. Ze oefenen een activiteit uit in de beoogde sector (waaronder horeca) in het kader van deze tijdelijke maatregel voor crisisbeheersing en worden niet beschouwd als overheidsbedrijven.
3. Als ze activiteit “55 - Verschaffen van accommodatie” uitoefenen, voldoen ze aan hun verplichtingen inzake voorafgaande aangifte en registratie vastgelegd in artikel 4 van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies.
4. Desgevallend beschikken ze over een geregistreerd kassasysteem overeenkomstig artikel 21bis van koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.
5. Als ze activiteit “56.302 - Discotheken, dancings en dergelijke” uitoefenen, beschikken ze over een milieuvergunning of een milieuaangifte.

Voor de Renolution-premie en de Energy&Reno-leningen verwijs ik u naar mijn collega, minister Alain Maron.

Op de website van het BISA (gegevens van Statbel) vindt u alle statistieken in verband met de
opgerichte, stopgezette en failliete ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2022 en 2023, en dat per gemeente.

Bij wijze van voorbeeld zijn er 289 faillissementen in de horecasector in Brussel in 2022 en 485 oprichtingen.

Zonder natuurlijk de uiterst ingewikkelde situatie van sommige zaken te ontkennen, blijft het aantal faillissementen in de sector beperkt. In 2019 waren er 510 faillissementen en in 2023 is het aantal gedaald tot 292. Er is dus geen toename van het aantal faillissementen in de afgelopen jaren, ondanks de covidcrisis en de energiecrisis.

Bovendien beschik ik niet over informatie of indicatoren waarmee ik een verband zou kunnen leggen tussen horecafaillissementen en brouwerijcontracten. De horecafederatie, waarmee ik regelmatig contact heb, vertelt me dat de restaurants vol zitten. Maar gezien de inflatie is het erg moeilijk geworden om rendabel te zijn. Ik vraag om specifieke steun voor deze sector, die zo belangrijk is voor ons gewest, maar de hefbomen liggen vooral op federaal niveau.

We horen regelmatig dat de “brouwerijcontracten” zeer beperkend zijn. In de wet is vastgelegd dat exclusieve afnameclausules in overeenkomsten onwettig zijn als het marktaandeel van de brouwerij groter is dan 5% en als de exclusiviteitsclausule langer dan vijf jaar duurt (met inbegrip van clausules die een stilzwijgende verlenging inhouden).
Er werd een federale verzoeningscommissie opgericht om toe te zien op de naleving en de interpretatie van de gedragscode en het addendum. Voor meer informatie zou ik willen verwijzen naar de website van de FOD Economie:
https://economie.fgov.be/nl/themas/verkoop/reglementering/gedragscodes/akkoorden/gedragscode-voor-goede#:~:text=Une%20commission%20de%20conciliation%20a,formuler%20un%20avis%20si%20n%C3%A9cessaire.