Schriftelijke vraag betreffende Olista, het eerste Brusselse centrum voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld
- Indiener(s)
- Sadik Köksal
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1253)
Datum ontvangst: 06/03/2024 | Datum publicatie: 17/04/2024 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 17/04/2024 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
12/03/2024 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Cijfers van het Observatorium van safe.brussels onthullen een zorgwekkende realiteit: in 2022 werden niet minder dan 4.848 gevallen van huiselijk geweld geregistreerd door de politie in het Brussels Gewest.1. Deze statistieken vertalen zich in een onthutsend gemiddelde van meer dan 13 incidenten per dag, waarvan 7 daden van fysiek huiselijk geweld.
Onder de inspanningen die op gewestelijk niveau worden geleverd ter bestrijding van huiselijk en familiaal geweld, verheugen we ons over het wijdverspreide gebruik van Zorgcentrum na Seksueel Geweld en de oprichting van gespecialiseerde eenheden Emergency Victim Assistance in politiezones. Steunverlening aan eerstelijns psychosociaal werkers is van vitaal belang, aangezien zij het eerste aanspreekpunt blijven voor de opsporing van vele situaties en voor slachtoffers die niet altijd de stap durven te zetten naar het politiebureau. Begin 2024 lanceerde safe.brussels Olista, het eerste centrum voor IFG dat door het Brussels Gewest wordt ondersteund. Het centrum wil het referentiepunt worden voor multidisciplinaire zorg die de juridische, psychosociale, administratieve en medische behoeften van slachtoffers omvat. Mijn vragen zijn de volgende:
|
Antwoord | In antwoord op uw vragen betreffende Olista, het eerste Brusselse centrum voor de behandeling van intrafamiliaal geweld, heb ik de eer u het volgende antwoord te verstrekken: De start en de inhuldiging van het "Olista" centrum, die gepland staan voor 22 april, is de concrete uitvoering van actie 46 van het Brussels Plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen, dat focust op de noodzaak van een sectoroverschrijdende aanpak van intrafamiliaal geweld. Het initiatief beperkt zich niet tot actie 46 van het gewestelijk plan, maar sluit ook aan bij actie 13 van het nationaal actieplan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen, genaamd “Versterken van de ontplooiing van multidisciplinaire hulpverleningsvoorzieningen bij partnergeweld en/of intrafamiliaal geweld over het gehele grondgebied”. Op vraag van de mensen op het terrein wil het centrum in de eerste plaats de samenwerking en informatie-uitwisseling verbeteren tussen het Parket, de politie, de justitiehuizen, de hulpdiensten en de buurtwerkers bij complexe situaties van intrafamiliaal geweld met een potentieel tragische afloop voor vrouwen en kinderen. De politie en de gerechtelijke diensten zullen overeenkomstig omzendbrief COL4/2006 dus nauw moeten samenwerken met de welzijnssector om een herhaling van het geweld te voorkomen en beschermende factoren in de gezinnen te vergroten. “Olista” is bijgevolg geen opvangcentrum en er zijn geen kamers of appartementen. De dienst is ondergebracht bij safe.brussels, waar de betrokken partners kunnen samenkomen om situaties van intrafamiliaal geweld op een holistische en interdisciplinaire manier te behandelen. Het delen van het beroepsgeheim is verzekerd door twee werkprotocollen waardoor de actoren uit verschillende professionele werkmilieus kunnen samenwerken rond concrete intrafamiliale geweldsituaties en actieplannen opmaken voor elke specifieke situatie. Het personeel van het centrum, dat op termijn uit zeven personen zal bestaan (een coördinator, drie dossierbeheerders, een administratief medewerker en twee ondersteunende medewerkers) zal instaan voor het organiseren van vergaderingen tussen de partners, de uitwerking van het actieplan en vooral de uitvoering en de opvolging daarvan. Ook de slachtoffers kunnen als dat nodig blijkt en afhankelijk van de situatie ontvangen worden in het centrum zodat ze hun situatie zelf kunnen toelichten aan onze dossierbeheerders. Als nieuwe dienst van safe.brussels is de financiering onderdeel van de jaarlijkse dotatie van safe.brussels zelf. Op gewestelijk niveau wordt het project ook gedragen door de Staatssecretaris voor gelijke kansen. In dit stadium is geen financiering vanwege de gemeenschappen of de federale overheid voorzien. In het kader van zijn toekomstige activiteiten zal het centrum bij de behandeling van toestanden van intrafamiliaal geweld ten slotte geen genderonderscheid maken onder slachtoffers. |