Schriftelijke vraag betreffende de indexering van de tarieven van straattaxi's.
- Indiener(s)
- Hicham Talhi
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1255)
| Datum ontvangst: 14/02/2024 | Datum publicatie: 17/04/2024 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 17/04/2024 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 13/03/2024 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | In oktober 2022 hebben we een nieuwe ordonnantie goedgekeurd die rust bracht in de sector van het bezoldigd personenvervoer. Het doel van die ordonnantie was om te reguleren en minimumtarieven vast te stellen voor de straattaxi's en de standplaatstaxi's. Standplaatstaxi's rekenen € 2,60 instapgeld aan, met een forfaitaire toeslag van € 2 voor nachtritten tussen 22 en 6 uur. Hun tarieven worden bepaald door de taximeter, met een tarief van € 2,30 per kilometer en € 0,50 per minuut. Straattaxi's rekenen €1,50 instapgeld aan, zonder forfaitaire toeslag voor nachtritten. Tegelijkertijd bedragen hun tarieven € 1,50 per kilometer en € 0,40 per minuut. Een verhoging van 200% is mogelijk. Het oorspronkelijke plan was dat de tarieven op 1 januari 2024 zouden worden geïndexeerd, afhankelijk van "de evolutie van de index van consumptieprijzen van de maand november van het voorgaande jaar". Deze tariefbepalingen moeten niet alleen zorgen voor een aanvaardbaar en leefbaar inkomen voor de chauffeurs, maar moeten ook betaalbaar blijven voor de klanten. Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om te vermelden dat ik regelmatig feedback krijg van taxichauffeurs over deze indexeringskwestie. We hebben verzuimd om een forfaitaire toeslag in te voeren voor nachtritten met straattaxi's, iets wat niet in overweging werd genomen bij de stemming over de ordonnantie. Daarnaast is er veel vraag om de tarieven voor straattaxi's te actualiseren tot een minimum van € 1,75 per kilometer en € 0,50 per minuut, en in ruil daarvoor de verhoging te verlagen tot 150%. Aanvankelijk werd de verhoging voorgesteld vanwege het gebrek aan concurrentie voor de Uber-dienst. Vandaag de dag leidt de concurrentie tussen de platforms tot de systematische toepassing van de minimumtarieven, waardoor de chauffeurs van de straattaxi's in een precaire situatie terechtkomen. Mijn vragen luiden als volgt:
|
| Antwoord | Bij deze kan ik de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vragen: De prijsbepaling voor straattaxiritten is geregeld in het besluit van 6 oktober 2022 betreffende de subcategorieën van taxidiensten en de quota en tarieven die erop van toepassing zijn. In die basisreglementering bedraagt de instapprijs 50%, de prijs per kilometer 20% en de prijs per minuut 17% meer dan de prijzen die gehanteerd werden door de grootste reserveringsplatformen. Doordat de technische criteria voor VVC-voertuigen (minimumprijs, wielbasis) zijn afgeschaft, kunnen de exploitanten hun voertuigen uit de dure topsegmenten bovendien vervangen door voertuigen van een goedkopere basisklasse. De prijzen bedoeld in de artikelen 7 (standplaatstaxi’s), 8 (straattaxi’s) en 9 (straattaxi’s die behoren tot de subcategorie “luxevoertuigen”) van het besluit van 6 oktober 2022 worden dit jaar niet geïndexeerd. Dat is een gevolg van artikel 12, §3 van dat besluit, waarin bepaald is dat de geïndexeerde bedragen naar het lagere veelvoud van 50 cent worden afgerond. Er wordt dus enkel een indexering doorgevoerd, wanneer die meer dan 50 cent bedraagt, maar dat is niet het geval. De nachttoeslag moet gezien worden als een onderdeel van de forfaitaire prijzen voor niet-gereserveerde ritten van standplaatstaxi’s. Aangezien die prijzen vast zijn, was het noodzakelijk om te voorzien in een forfaitaire nachttoeslag. Voor te reserveren ritten mag een “nachttoeslag” worden verrekend in de instapprijs en/of de prijs per minuut en/of de prijs per kilometer, op voorwaarde dat de 200%-grens die in artikel 8 van voormeld besluit is bepaald, wordt nageleefd. Dat de samenstelling van het adviescomité vertraging heeft opgelopen, heeft te maken met het feit dat het moeilijk bleek te zijn om vier vertegenwoordigers van de reserveringstussenpersonen aan te duiden. De ordonnantie van 9 juni 2022 voorziet gewoon in vier afgevaardigden waarvan de leden ten minste 200 voertuigen hebben. Er hebben zich echter meerdere kandidaten aangediend die aan de voorwaarden voldeden, maar in de regelgeving zijn geen criteria bepaald om daartussen een keuze te maken. Aangezien de reserveringstussenpersonen er niet in slaagden om eensgezind vier vaste leden aan te wijzen, moesten we dringend een oplossing zoeken om uit de impasse te geraken. Om geen keuze te moeten maken op basis van niet-gereglementeerde criteria hebben we besloten om de vier vaste leden aan te wijzen bij loting. De overige kandidaten die voldoen aan de voorwaarden, zullen optreden als plaatsvervangende leden. Het dossier zal binnenkort overigens aan de regering worden voorgelegd. |