Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de cijfers Gewestelijk Parkeerbeleidsplan

Indiener(s)
Ibrahim Dönmez
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 39)

 
Datum ontvangst: 10/10/2019 Datum publicatie: 15/11/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 14/11/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/10/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Parkeren in Brussel is voor de Brusselaars steeds meer een hoofdbreken. "Beter parkeren om beter te bewegen" is de slogan verbonden aan het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan. De bedoeling is de behoeften van de bewoners te respecteren (zodat ze dicht bij hun huis kunnen parkeren) en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de wijken toegankelijk zijn voor verschillende beroepscategorieën, zoals de medische zorg, leerkrachten en zelfstandigen.

Als reactie op de ondervonden moeilijkheden heeft het Gewest een Gewestelijk Parkeeragentschap opgericht om de parkeerregels in de 19 gemeenten te standaardiseren, maar ook om het parkeertoezicht in diezelfde gemeenten over te nemen.

Mijn vraag gaat over dit tweede aspect, namelijk het terugnemen van de controle over het parkeren. Aangezien het activiteitenverslag 2018 van het Gewestelijk Parkeeragentschap nog niet is gepubliceerd, zou ik de minister om cijfers willen vragen.

Wat is voor elk van de gemeenten die de controle over hun parkeerbeleid aan het agentschap heeft overgedragen, het bedrag van de bruto-inkomsten, netto-inkomsten en retrocessies die in 2018 aan elk van deze gemeenten zijn betaald?
 
 
Antwoord   

Het jaarverslag van Parking.brussels voor 2018 is wel degelijk gepubliceerd, maar alleen op de website van het agentschap, uit besparingsoverwegingen en om milieuredenen. Het vermeldt de gevraagde cijfers evenwel niet, aangezien de op 31 december 2018 vastgelegde cijfers de invordering van de vastgestelde rechten niet kunnen omvatten. Deze invordering kan immers over meerdere boekjaren gespreid zijn, vanaf de fase van de interne invordering over de minnelijke invordering tot de gerechtelijke invordering.

Op 31 december 2018 waren de cijfers bijgevolg als volgt:

Resultaat BVR* per gemeente

Resultaat NVR* per gemeente

85% van het resultaat NVR* per gemeente

85% van het resultaat geïnd Aan de gemeenten uit te betalen bedrag, toestand in juni 2019

Ganshoren

401.681,00 €

351.006,00 €

298.355,10 €

178.830,27 €

Molenbeek

3.442.439,00 €

3.151.239,00 €

2.678.553,15 €

894.082,52 €

Vorst

1.681.633,00 €

1.512.908,00 €

1.285.971,80 €

685.681,09 €

Berchem

280.096,19 €

254.196,19 €

216.066,76 €

85.256,90 €

Jette

1.146.209,00 €

1.008.384,00 €

857.126,40 €

358.380,68 €

Evere

636.462,00 €

544.912,00 €

463.175,20 €

250.443,31 €

Anderlecht

5.205.568,00 €

4.922.983,00 €

4.184.535,55 €

2.287.816,68 €

Totaal

12.794.088,19 €

11.745.628,19 €

9.983.783,96 €

4.740.491,45 €