Schriftelijke vraag betreffende de vernieuwing van de Brusselse Raad voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen.
- Indiener(s)
- Clémentine Barzin
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 719)
Datum ontvangst: 27/09/2021 | Datum publicatie: 16/11/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 22/10/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
01/10/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Eind september hebben we als parlementsleden het activiteitenverslag van de Brusselse Raad voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen gekregen. Aangezien het mandaat voor vier jaar geldt, zou het deze zomer ten einde lopen.
In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:
|
Antwoord | De samenstelling van de RGVM wordt geregeld door het in 2e lezing goedgekeurde regeringsbesluit van 19 juli 2012 dat in artikel 5, § 3 en 4 bepaalt dat maximaal twee derde van de effectieve leden van hetzelfde geslacht mag zijn en dat maximaal twee derde van de effectieve leden van dezelfde taalgemeenschap mag zijn. De naleving van het quotum van twee derde van de effectieve leden van hetzelfde geslacht en dezelfde taalgemeenschap is bijzonder moeilijk te verwezenlijken, enerzijds omdat het moeilijk is mannen te vinden die zich met deze materies bezighouden zonder de vrouwen te benadelen die meer bedreven en betrokken zijn, en anderzijds omdat het moeilijk is Nederlandstalige Brusselse vertegenwoordigers te vinden die zich met deze materies bezighouden en die op de hoogte zijn van de realiteit op het terrein op het gebied van gendergelijkheid in Brussel. Het besluit voorziet in de vertegenwoordiging van Brupartners en van het maatschappelijk middenveld. Brupartners heeft haar vertegenwoordiging bekendgemaakt, die ter goedkeuring aan de regering zal worden voorgelegd. Hetzelfde geldt voor de vertegenwoordiging van de CFFB en de NVR. Zowel de vertegenwoordiging van de academische wereld als van de verenigingssector in de RGVM behoren tot mijn prerogatieven. Met het oog op een zo groot mogelijke vertegenwoordiging, zowel bij de effectieve leden als bij de vervangers, heeft mijn kabinet meerdere verenigingen gecontacteerd. De geselecteerde verenigingen hebben ons de namen van hun vertegenwoordigers meegedeeld. Deze lijst zal zeer binnenkort aan de regering worden voorgelegd. Met betrekking tot het gevolg dat werd gegeven aan het verslag 2021: indien u verwijst naar het verslag "De impact van COVID-19 op de ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in Brussel", kan ik u melden dat alle regeringsleden er kennis van hebben genomen en dat ik een punt in die zin op de agenda van de regering heb geplaatst. Begin juli is er een brief verzonden naar de RGVM met een gecoördineerd antwoord op de aanbevelingen die de Raad in zijn verslag heeft gedaan. Het is nu aan de volgende Raad om te beslissen welke projecten deze Raad zelfstandig wil initiëren en voortzetten. Wat de door het Gewest aan de RGVM toegekende middelen betreft, bedraagt het jaarlijkse budget voor het jaar 2021, net als in de voorgaande jaren, 25.000 euro voor equal. Wat het onderbrengen ervan bij Brupartners betreft, kan ik u zeggen dat dit project in overeenstemming is met de Gemeenschappelijke Algemene Beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Er zijn stappen in die zin gezet door de voormalige Raad, Brupartners en mijn kabinet. Deze stappen moeten samen met de nieuwe Raad worden voortgezet, enerzijds om te zorgen voor een werking die geregeld wordt door een instantie die meer gespecialiseerd is in het organiseren van overleg en het formuleren van adviezen en aanbevelingen, en anderzijds om elk mogelijk belangenconflict te vermijden wanneer de Raad adviezen en aanbevelingen moet formuleren op verzoek van equal.brussels, dat nu het secretariaat van de Raad moet verzorgen. |