Schriftelijke vraag betreffende de follow-up door Fiscaliteit.brussels van het dossier betreffende de boetes voor het Justitiepaleis
- Indiener(s)
- Geoffroy Coomans de Brachène
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 390)
Datum ontvangst: 04/10/2021 | Datum publicatie: 13/12/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 16/11/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
18/10/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Na de vernietiging van de milieuvergunning voor het Justitiepaleis in 2017 heeft de afdeling "Inspectie en verontreinigde bodems" van Leefmilieu Brussel verschillende ingebrekestellingen gestuurd naar de exploitanten van het Justitiepaleis, namelijk de Regie der Gebouwen en de FOD Justitie, alsook naar de federale politie. U hebt geantwoord dat Leefmilieu Brussel drie alternatieve boetes wegens milieumisdrijven voor invordering had doorgegeven aan Fiscaliteit.brussels.U hebt eveneens geantwoord dat Fiscaliteit.brussels de dossiers ging doorsturen naar een gerechtsdeurwaarder om de invorderingsprocedure op te starten. In het licht van de bovenstaande elementen wens ik u dan ook de volgende vragen te stellen:
|
Antwoord | In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende mededelen. De alternatieve administratieve boete ten belope van 14.560 EUR, die in 2019 werd opgelegd met betrekking tot het Brusselse Justitiepaleis, werd intussen betaald. Deze maakte het voorwerp uit van een gedwongen invorderingsprocedure via de deurwaarder. Hierdoor steeg de schuld met 390,79 EUR aan gerechtsdeurwaarderskosten en 48,50 EUR aan nalatigheidsinteresten. De boete van 2.520 EUR eveneens verschuldigd door de Regie der Gebouwen bleef tot op heden onbetaald. Bij nazicht is evenwel gebleken dat deze geen betrekking heeft op het Justitiepaleis. Voorts heeft Brussel Fiscaliteit (dd. 29 oktober 2021) geen nieuwe schuldvorderingen ontvangen met betrekking tot het Justitiepaleis. Wat betreft de verschillende gedwongen invorderingsinstrumenten waarover het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt, verwijs ik graag naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen nr. 135 en 377/378 van mevrouw Bianca Debaets. Wat meer specifiek de invordering van boetes betreft, wordt vooreerst - teneinde de schuldenaar een laatste kans te geven om zijn schuld zonder bijkomende kosten te vereffenen - een ingebrekestelling verstuurd naar de schuldenaar wanneer een onbetaalde schuld ter invordering wordt overgemaakt aan Brussel Fiscaliteit. Wordt de schuld binnen een maand nog steeds niet betaald, dan wordt een dwangbevel uitgevaardigd en een gerechtsdeurwaarder aangesteld. Wat betreft de opsplitsing van de verschillende boetes in functie van het type milieu-inbreuk, evenals een opdeling per gemeente of een opsplitsing tussen privé- en publieke projecten, wordt deze informatie, met uitzondering van boetes voor geluidshinder veroorzaakt door luchtverkeer, niet door Leefmilieu Brussel aan Brussel Fiscaliteit meegedeeld. Derhalve kan enkel volgende detailinformatie worden meegegeven: - in 2019 werd geen invorderingsprocedure inzake milieu-inbreuken opgestart; - in 2020 werd voor 16 milieu-boetes een invorderingsprocedure opgestart. Al deze boetes hadden betrekking tot geluidshinder van het luchtverkeer; - in 2021, heeft Brussel Fiscaliteit een invorderingsprocedure opgestart voor 190 milieu-boetes (waarvan 7 voor geluidshinder door het luchtverkeer). In totaal zijn er op heden 400 milieu-boetes in behandeling bij Brussel Fiscaliteit (waarvan 196 voor geluidsoverlast veroorzaakt door het luchtverkeer). Het totaalbedrag van deze boetes bedraagt 7,7 miljoen EUR (waarvan 7,3 miljoen EUR voor geluidshinder door het luchtverkeer). Ten slotte voor wat betreft uw vragen over de vaststelling en modaliteiten van de boetes, evenals uw vraag over een eventuele nieuwe aanvraag tot milieuvergunning voor het Justitiepaleis, verwijs ik u door naar de bevoegde Minister, collega Alain Maron. |