Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het Brussels beleid inzake armoedebestrijding gelet op de welzijnsbarometer 2019.

Indiener(s)
Gilles Verstraeten
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 67)

 
Datum ontvangst: 12/03/2020 Datum publicatie: 04/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Verwezen in plenaire vergadering p.m.
17/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Deze maand kwam de vijftiende editie van de Welzijnsbarometer uit van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel-Hoofdstad. Daaruit blijkt dat maar liefst 38 procent van de Brusselaars een risico loopt op armoede of sociale uitsluiting. Bovendien moet een op drie Brusselaars zien rond te komen met een inkomen dat onder de armoedegrens ligt. In 2008 was dat nog net geen 26 procent.

Ruim een kwart van de Brusselse kinderen groeit op in een gezin zonder enig inkomen uit werk. Tussen 2008 en 2018 steeg het aantal mensen in het Brussels Gewest met een leefloon met liefst 68 procent naar 38.681 personen. Niet verrassend zijn er tussen de gemeenten onderling grote armoedeverschillen. Dezelfde geografische verdeling komt overigens terug in de werkloosheidscijfers. Ook de groeiende wachtlijsten voor sociale woningen wijzen op meer armoede. De wachtlijst is met 45.000 mensen zelfs langer dan de lijst met de woningen.

Armoede blijft een hardnekkig probleem in Brussel en een groot aantal Brusselaars leeft structureel in precaire omstandigheden. Daarbij zijn het vooral de jongeren die het grootste risico lopen op armoede. Zo zijn meer dan een op acht Brusselse jongvolwassenen tussen 18 en 24 leefloners. Maar ook de oudere bevolking blijkt steeds vaker arm, getuige het stijgend aantal ouderen dat beroep doet op een inkomensgarantie voor ouderen (IGO).


Daarom had ik graag volgende vragen gesteld:

- Zal de uitkomst van de Welzijnsbarometer 2019 zich vertalen in concrete beleidsmaatregelen? Zo ja, welke maatregelen en op welke termijn worden deze geïmplementeerd?

- Zijn er ontmoetingen gepland met de burgemeesters van de armste gemeenten om tot een gezamenlijke strategie te komen?
 
 
Antwoord    Het Verenigd College heeft zich ertoe verbonden om bij de voorbereiding van het toekomstige geïntegreerde Welzijns- en Gezondheidsplan en het Armoedebestrijdingsplan rekening te houden met de informatie en de prioriteiten die uit de Welzijnsbarometer van 2019 naar voren zijn gekomen.

Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn en het kabinet werken momenteel aan het geïntegreerde Welzijns- en Gezondheidsplan. Het plan, waarvan de publicatie eind dit jaar is voorzien, zal opgebouwd zijn uit de volgende elementen: de resultaten van de Staten-Generaal, een koppeling met de verschillende bestaande welzijns- en gezondheidsplannen (Armoedebestrijdingsplan, Gezondheidsplan en Gezondheidsbevorderingsplan), en de coördinatie tussen de verschillende welzijns- en gezondheidsbevoegdheden en -administraties.

Ter herinnering: De Staten-Generaal bestaat uit drie participatieve structuren:

Een
Strategisch Comité, samengesteld uit vertegenwoordigers van het kabinet, de administraties (GGC, Iriscare, FGC en VGC), de sectoren/het veld en academici. Dit Comité heeft de volgende taken: validatie van de thema’s (maximaal 8), samenstelling van de verschillende werkgroepen (die rond die thema’s zullen werken), uitwisseling rond de resultaten van de Staten-Generaal en validatie van het uiteindelijke plan.

De
Werkgroepen, bestaande uit de administraties, verenigingen, deskundigen en dienstverleners, die op drie momenten samenkomen rond één specifiek thema om een probleem te analyseren en de prioritair te ondernemen acties te identificeren.

Ten slotte, een
burgerpanel, dat zich gedurende drie tot zes zaterdagen zal buigen over de volgende vraag: wat zijn de verwachtingen van de Brusselaars omtrent de organisatie en het aanbod van zorg- en welzijnsdiensten op het niveau van hun wijk?

Dit ‘Welzijns- en Gezondheidsplan’ vertrekt zo vanuit de vaststellingen rond sociale ongelijkheden inzake gezondheid, zoals ook toegelicht in de Welzijnsbarometer. Het komende jaar zal het plan aan de hand van een participatief proces acties ontwikkelen die de toegang tot kwaliteitsvolle en betaalbare gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg, sociale rechten en autonomie van personen geconfronteerd met zelfstandigheidsverlies, zullen bevorderen.

Het plan wil transversaal zijn en focust niet alleen op gezondheid en welzijn, maar ook op huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, enz. Om dit te bereiken en om waardige levensomstandigheden voor de burgers te garanderen, is de medewerking van alle actoren en alle bevoegde beleidsniveaus een noodzakelijke voorwaarde.

Ten slotte zal een operationaliseringsfase van het geïntegreerde Welzijns- en Gezondheidsplan worden uitgerold. De werken hiervoor zullen na de publicatie van het plan beginnen, wat niet betekent dat er in de tussentijd geen maatregelen zullen worden genomen. Zo onderzoeken we in samenwerking met het kabinet van staatssecretaris Nawal Ben Hamou de totstandkoming van een gekruist beleid inzake welzijn en huisvesting om woningverlies te voorkomen.