Schriftelijke vraag betreffende de mogelijkheden en aantal beschikbare plaatsen voor zelfredzame partners om mee te verhuizen naar een woonzorgcentrum
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 550)
Datum ontvangst: 09/02/2022 | Datum publicatie: 11/03/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 10/03/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
14/02/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering | ||
10/03/2022 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | Sinds 2017 is het voor een woonzorgcentrum mogelijk om de partner van een zorgbehoevende bewoner op te nemen, ook al is die partner nog relatief zelfredzaam. De gezonde partner betaalt dan enkel de zogenaamde hotelkost, maakt geen gebruik van de zorgomkadering en wordt niet meegerekend bij de bepaling van de personeelsomkadering. Uit recente cijfers blijkt dat er in Vlaanderen reeds vijftig woonzorgcentra zijn die deze mogelijkheid aanbieden. In totaal vertegenwoordigt dat 232 plaatsen voor zelfredzame partners. Op die manier kan er een antwoord geboden worden op voor schrijnende situaties waarbij bijvoorbeeld een ouder koppel na decennia samenwonen noodgedwongen gescheiden wordt wanneer één van hen zorgbehoevend wordt en naar het rusthuis verhuist. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
Antwoord | In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaan er geen specifieke normen voor de opvang van de partner van een zorgbehoevende bewoner. Niettemin bepaalt de reglementering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie dat rusthuizen openstaan voor alle personen van 60 jaar en ouder, of zij nu valide zijn of niet. Het is dus heel goed mogelijk voor meer zelfstandige partners om bij hun meer afhankelijke partner in te trekken. De facto kan de zelfstandige partner op basis van de Katz-schaal als een ‘O’-profiel worden gecategoriseerd. Dat ‘O’-profiel omvat mensen die volledig onafhankelijk zijn, zowel fysiek als psychologisch. De zelfstandige partner moet de kamerprijs betalen – net als iedere andere bewoner. Er gelden andere personeelsnormen in het geval van de opvang van zelfstandige personen. Zij genieten immers een financiering zoals omschreven in het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Artikel 133 van het besluit van het Verenigd College van 3 december 2009 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen moeten voldoen alsmede tot nadere omschrijving van de groepering en de fusie en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen, bepaalt dat de bewoners “de vrijheid [hebben] om elke dag bezoek te ontvangen minstens tussen 11 tot 20 uur, met inbegrip van zon- en feestdagen, zonder de dienst te storen”. We beschikken niet over statistieken over het aantal koppels in Brusselse rusthuizen waarvan een van de partners zelfstandig is. We beschikken echter wel over cijfers over het aantal bedden dat wordt bezet door relatief zelfstandige ouderen – O-profiel op de Katz-schaal – (met partner of alleen). In bijlage 1 vindt u de absolute evolutie van het aantal O-profielen en hun aandeel berekend op basis van de totale bevolking. |