Schriftelijke vraag betreffende het aantal gevallen van eetstoornissen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het coördinerende beleid van de GGC daaromtrent
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 636)
Datum ontvangst: 12/10/2022 | Datum publicatie: 20/12/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 07/12/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
27/10/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | Uit een reportage van het VRT-programma Pano bleek eind september dat het aantal jongeren onder de 16 met een eetstoornis duidelijk toegenomen is sinds de start van de coronacrisis. In het programma werd duidelijk dat die stijging merkbaar was bij zorginstellingen over heel Vlaanderen, maar ook bij PAika, de kinderpsychiatrie van het UZ Brussel, bevestigde men dat er drie tot vier aanmeldingen per week binnenkomen. Dat betekent maar liefst een verdubbeling tegenover de periode vóór corona. Bovendien daalt ook de gemiddelde leeftijd van jongeren die zich aanmelden met een eetstoornis, wat ook zeer zorgwekkend is aangezien het volgens experten gemiddeld zeven jaar duurt om (fysiek en mentaal) te herstellen.
|
Antwoord | Uit de onderzoeken van Sciensano uit 2013 en 2018 blijkt dat: - het percentage van de Belgische bevolking dat tekenen van eetstoornissen vertoont, het hoogst is in de jongste leeftijdsgroep (15-24 jaar) (13,7% en 16% voor meisjes) en afneemt met de leeftijd (25-34 jaar: 10,2%; 35-44 jaar: 7,7%; 45-54 jaar: 7,7%; 55-64 jaar: 5,2%; 65-74 jaar: 2,4%; 75+: 3,2%); - het percentage Belgische vrouwen (8,6%) met een eetstoornis significant verschilt van het percentage mannen (5,7%). Met betrekking tot eetstoornissen tijdens de covidperiode blijkt uit de resultaten van de zesde gezondheidsenquête tijdens de covidcrisis dat er in vergelijking met 2013 (8%) en 2018 (7%) een toename is van het percentage (11%) mensen in de Belgische bevolking dat tekenen van een eetstoornis vertoont. Daarnaast blijkt uit internationale studies dat het relatieve risico om gediagnosticeerd te worden met een eetstoornis in 2020 ook is toegenomen. Het risico was vooral verhoogd bij vrouwen van 10 tot 19 jaar en meer geassocieerd met een diagnose van anorexia nervosa. Wat Brussel betreft, is gespecialiseerde zorg voor eetstoornissen beschikbaar in de kinder- en jeugdpsychiatrische afdelingen van de volgende ziekenhuizen: het Erasmusziekenhuis, het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF), de Cliniques universitaires Saint-Luc, La Ramée en het UZ Brussel. Wat de cijfers betreft, zult u uw vraag aan de federale regering moeten stellen, maar wij hebben vernomen dat die indicaties toenemen. Dat ziekenhuisaanbod is supragewestelijk en daarom is het moeilijk om onze activiteit met andere gewesten te vergelijken. Het is bijvoorbeeld bekend dat het UZ gemiddeld 80-90% Nederlandstaligen op zijn psychiatrische afdelingen heeft. Dat gespecialiseerde aanbod is dus ziekenhuisgebonden en is dus een bevoegdheid van de federale regering. Op ambulant niveau is er geen specifiek door de GGC gefinancierd project rond eetstoornissen bij jongeren. Niettemin wordt in het kader van de algemene opdrachten van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg uiteraard rekening gehouden met de aanpak van die problematieken, alsook met de samenwerking met het netwerk van de jongere en de samenwerking met ziekenhuizen. Zo wordt de problematiek van eetstoornissen uitvoerig besproken in de interkabinettenwerkgroep ‘geestelijke gezondheidszorg’ en ook in het Comité voor het nieuw geestelijk gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren (COMGGKJ). In dat comité formuleren vertegenwoordigers van de federale regering, de gemeenschappen en de gewesten, alsook vertegenwoordigers van de betrokken sectoren, deskundigen en actoren aanbevelingen die op de agenda worden geplaatst, besproken en gevalideerd tijdens de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. In dit stadium willen wij ons richten op zeer concrete punten om aan te sluiten op het zorgprogramma voor eetstoornissen op gewestelijk en gemeenschapsniveau, en dit om tegemoet te komen aan een opmerking die binnen de WG Eetstoornissen naar voren is gebracht. De Brusselse doelstellingen zijn de volgende: - verspreiden van de aanbevelingen van de WG Eetstoornissen onder de erkende, direct en indirect betrokken sectoren; - bewustmaken van de operatoren door middel van passende communicatie, zodat zij die richtsnoeren kunnen integreren op elk van de betrokken niveaus (bevordering en preventie, eerstelijnshulp- en zorg, ambulante geestelijke gezondheidszorg/DGG en revalidatie/RC), en rekening houdend met de operatoren in de gehandicaptensector; - ervoor zorgen dat de ziekenhuissector, die de belangrijkste bron is voor de acute behandeling van eetstoornissen, rekening houdt met die richtsnoeren in zijn therapeutische en netwerkpraktijk (niet beperkt tot de psychiatrie en de kinder- en jeugdpsychiatrie); - alle partners aanmoedigen om voorstellen te doen of hun praktijken bekend te maken bij het doelpubliek, om het programma te versterken; - de middelen voor opleiding en voorlichting ontwikkelen (bewustmaking en opleiding van eerstelijnsactoren en de actoren op het vlak van begeleiding en zorg); - samenwerken met de FWB om adequaat te reageren en te zorgen voor een volledige dekking van de behoeften, met inbegrip van het opstellen van een register van middelen voor de aanpak van eetstoornissen op alle niveaus wat betreft opleiding – bewustmaking / preventieve acties / voldoende vroegtijdige opsporing en interventie / ambulante geestelijke gezondheidszorg en acute en gespecialiseerde derdelijnszorg / revalidatie; - parallel een systeem ontwikkelen voor de registratie van nuttige gegevens op het gebied van eetstoornissen voor de eerste lijn (met name huisartsen en gepersonaliseerd onderwijsproject ), de maatschappelijke diensten, de psycho-medisch-sociale centra en de DGG (niet uitputtend); - een expertise- en referentiecentrum oprichten dat verzoeken om hulp, advies en begeleiding, diagnose en oriëntatie ontvangt en behandelt, om zo tegemoet te komen aan de noodzaak om de inachtneming en de behandeling van eetstoornissen voor de begunstigden, hun omgeving en hun context te optimaliseren. |