Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het vandalisme en inbraak in de lokalen van jeugdbewegingen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 44)

 
Datum ontvangst: 24/10/2019 Datum publicatie: 03/12/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 03/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/10/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Volgens een intern onderzoek van Scouts en Gidsen Vlaanderen is de inbraakkans op 3 jaar tijd bij een scoutslokaal is een schrikbarende 28%.Vaak ontbreekt het aan sociale controle en fysieke aanwezigheid van buurtbewoners.

Voor veel Brusselse jeugdbewegingen hebben veel preventieve maatregelen zoals een alarm een te hoge kostprijs die de jeugdbewegingen niet kunnen betalen van hun beperkte werkingsmiddelen. Het zou ook weinig effectief zijn want de tijd tussen het moment van de inbraak en de aankomst van de politie, is vaak te groot.

De Brusselse regering kan echter in haar preventiebeleid een projectoproep lanceren naar jeugdverenigingen om hun lokalen beter te beschermen zodat de inbraakkans kleiner wordt.

Daarom de volgende vragen:

1) Hebt u cijfers via de Brusselse politiezones over inbraak of vandalisme bij de jeugdbewegingen? Hoe evalueert u deze cijfers?
2) Hebt u de scouts of andere jeugdbewegingen ontvangen om hierover van gedachten te wisselen en samen te zoeken naar oplossingen binnen uw bevoegdheden?
3) Welke maatregelen hebt u al genomen om de veiligheid voor deze lokalen te verhogen? Voor welk budget? Onderzoekt u of dit aspect kan meegenomen worden in het Brusselse veiligheidsplan? Hebt u onderzocht of een specifieke projectoproep kan gelanceerd worden ten behoeve van deze verenigingen? Zo ja, wat is hiervan de timing en budget?

 
 
Antwoord    Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag:

Uw vraag betreft vandalisme en inbraken in lokalen van jeugdbewegingen.
Dit soort feiten is geen categorie op zich en hoort onder de categorie jeugdlokaal (jeugdhuis, -lokaal, -club) », die heel wat breder is maar waarvoor we over cijfers beschikken.
De onderstaande tabel biedt een overzicht van de cijfers die zijn vastgesteld door de directeur-coördinator van de federale politie van Brussel tussen 2016 en oktober 2019.

Nombre total d’actes de vandalisme et cambriolages ciblant les locaux de jeunes en Région bruxelloises (clubs de jeunes, centres de jeunes, maisons de jeunesse, …) / Aantal daden van vandalisme en inbraken per jaar in het Brussels Gewest met jeugdlokalen als doelwit (jeugdclubs, -centra -huizen,…) »

2016

2017

2018

2019 (de janvier à octobre) / (van januari tot oktober)

Total/Totaal

Cambriolage/Inbraak

Tentative/Poging

9

16

7

3

35

 

Complet/Volledig

21

14

18

12

65

 

Nombre total de cambriolages / Totaal aantal inbraken

30

30

25

15

100

Incendie volontaire/Vrijwillige brandstichting

 

Complet/Volledig

1

 

3

 

4

Destruction volontaire/

Vrijwillige vernielingen

 

Complet/Volledig

20

21

14

12

67

Total/Totaal

 

 

51

51

42

27

171

 



De aanpak van dit soort feiten is globaal gezien overigens vergelijkbaar in de verschillende politiezones.

De politiezone PolBru (5339) werkt met wijkinspecteurs of « wijkregisseurs » die in contact treden met de verschillende verenigingen wanneer dat nodig blijkt. Tot nog toe is dit soort feiten verbonden aan jeugdbewegingen hier nog niet gemeld.

De politiezone Bruno (5344) beschikt in het kader van haar Zonaal Veiligheidsplan wel over een specifiek actieplan « Diefstal in woningen ». Feiten die verband houden met de lokalen van jeugdbewegingen, -verenigingen of andere organisaties worden behandeld binnen dit actieplan. Een bezoek van een technopreventieconsulent vergezeld van een wijkinspecteur maakt deel uit van de initiatieven die worden genomen bij slachtoffers van diefstal, en dus ook bij verenigingen. Eén van de elementen waarop wordt gewezen, is het ‘sleutelbeheer’ bij dit soort van lokalen, waarbij uiteraard rekening moet worden gehouden met het feit dat het hier gaat om activiteiten van vrijwilligers die op dit vlak niet altijd heel strikt zijn.

De politiezone Brussel Zuid hanteert het principe van het « post-inbraak » bezoek aan de slachtoffers door een wijkinspecteur en een techno-preventieconsulent.

Over heel het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt in de politiezones geen specifieke toename vastgesteld voor dit soort lokalen, op enkele occasionele feiten na.

Er zijn ook geen specifieke contacten geweest met regionale of nationale federaties van deze bewegingen en verenigingen.

Tot slot wens ik erop te wijzen dat de Brusselse Regering er middels het thema « Eigendomsdelicten » van het Globaal Plan voor Veiligheid en Preventie naar streeft alle mogelijke risico’s verbonden aan diefstal en beschadiging te verminderen door de kennis over dit verschijnsel te verbeteren, onder meer voor werkwijzen, profielen, en de momenten waarop deze feiten het vaakst voorkomen, om preventie-acties nauwkeuriger te kunnen sturen en de identificatie van de daders te vergemakkelijken. Deze maatregelen gelden derhalve eveneens voor feiten met betrekking tot de lokalen van jeugdbewegingen.