Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de sluiting van de Lipton-site in Vorst

Indiener(s)
Jamal Ikazban
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 57)

 
Datum ontvangst: 02/12/2019 Datum publicatie: 02/01/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 02/01/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/12/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens de plenaire vergadering van 29 november heb ik u een actualiteitsvraag gesteld over de sluiting van de Lipton-theefabriek in Vorst. Die sluiting werd aan het begin van de week vermeld in de kolommen van Le Soir, maar ook door de werknemers van het bedrijf die ik heb kunnen ontmoeten.
Opstandig, verbitterd en gelaten bewaren de arbeiders van deze fabriek hun waardigheid. Zij hopen op een evenwichtig en eerlijk akkoord; ze eisen een sociaal plan dat hen in ieder geval in staat stelt zich te ontwikkelen om opnieuw werk te vinden.
Hoewel de Nederlands-Britse reus Unilever de sluiting van Lipton Vorst heeft ontkend, wijst alles erop dat de kaarten geschud zijn voor 126 banen, waarbij een meerderheid van Brusselse werknemers wordt getroffen, aangezien de multinational heeft besloten de kosten te verlagen door de verpakkingsactiviteit in Vorst naar Polen te verhuizen.
De Renault-procedure is goed en wel aan de gang, en de werknemers hebben zich niet vergist aangezien een deel van de industriële installatie is ontmanteld.
Hoewel er voor maandag 2 december onderhandelingen zijn gepland tussen de vakbonden en de directie, maken de werknemers zich zorgen over een mogelijk sociaal plan dat hen niet respecteert of hen in de steek laat.
Aangezien noch Lipton noch Unilever investeringssteun hebben ontvangen en Lipton geen beroep heeft gedaan op de bedrijfsondersteunende dienst van hub.brussels, zal het Brussels Gewest helaas niet in staat zijn om zijn mechanisme voor het terugvorderen van gewestelijke steun te activeren.
De wetgeving van het Waals Gewest voorziet in een reconversiecel voor gevallen van sluiting zoals dat waarvan hier sprake is. Een dergelijke cel bestaat niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Deze onaangekondigde en ongeplande sluiting van de Lipton-fabriek in Vorst vestigt onze aandacht op belangrijke elementen. Daarom had ik graag het volgende willen weten:
1) Is er na de vakbondsonderhandelingen begin december een evenwichtig sociaal begeleidingsplan gevonden dat de werknemers respecteert?
2) Zo niet, wat is dan het standpunt van het Gewest om deze werknemers te ondersteunen en te begeleiden?
3) Zoals u bij mijn actualiteitsvraag aangaf, beschikt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet over een reconversiecel. Hoe kan dit worden verholpen?
 
 
Antwoord    Zoals u deze week in de media hebt kunnen vernemen, hebben de directie en de vakbonden een akkoord over een sociaal plan bereikt. Volgens de vakbonden is het een evenwichtig sociaal plan, omdat enerzijds rekening werd gehouden met de anciënniteit van de werknemers, en anderzijds alle 126 werknemers een premie krijgen die bovenop de in dit soort situaties wettelijk voorziene vergoedingen komt.

Sinds begin november zijn er contacten tussen de directie van Lipton en het Consortium voor de erkenning van competenties om te analyseren of ze de werknemers kunnen voorstellen hun competenties te laten erkennen en aldus een erkend bekwaamheidsbewijs te bekomen. Vervolgens kregen de vakbonden een toelichting om ook hun akkoord over dit voorstel te bekomen.

Op 6 december heeft het Consortium een bijeenkomst georganiseerd om het voorstel aan de werknemers toe te lichten. Na afloop hebben 109 werknemers belangstelling voor deze maatregel getoond.

De komende weken zullen proeven georganiseerd worden voor het beroep van machinist productielijn voedingsindustrie, vorkheftruckchauffeur en magazijnier.

Bovendien heeft het Consortium voor de erkenning van competenties reeds contact opgenomen met Actiris om samen te werken, een boodschap te hebben, alsook bijkomende initiatieven te kunnen voorstellen aan de werknemers van Lipton, wanneer zij zich bij Actiris zullen komen inschrijven.

Dit is een voorbeeld van wat het Gewest kan ondernemen in dit soort situatie door alle tewerkstellings- en opleidingsactoren in te zetten om de werknemers zo goed mogelijk bij te staan tijdens hun omscholing.

Actiris zal overigens een tewerkstellingscel oprichten waar de VDAB en Forem ook deel van uitmaken. De overeenkomst waarmee deze cel wordt opgericht, wordt deze week nog ondertekend.

Wat de omscholingscellen betreft, voorziet de algemene beleidsverklaring dat
“in samenwerking met de sociale partners, de Regering zal toezien op het in het leven roepen van een instrument waarmee snel tewerkstellings- en opleidingscellen voor omscholing kunnen worden opgericht met het oog op outplacement of omscholing van werknemers die het slachtoffer zijn van een collectief ontslag”.

Volledigheidshalve voeg ik er nog aan toe dat dit dossier een van de beleidswerven is die worden voorgesteld in het kader van de Strategie 2030 in gedeelde prioriteit met de sociale gesprekspartners.