Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de mobiliteitskeuzes mbt het project Papenvest.

Indiener(s)
Arnaud Verstraete
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 98)

 
Datum ontvangst: 10/02/2020 Datum publicatie: 09/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 09/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Voor het project Papenvest hadden wij recent een interessante discussie in commissie. Ik ga graag in op uw suggestie om u mijn vragen schriftelijk te bezorgen. Zo wil ik concreter zicht krijgen op de manier waarop u de klimaat- en milieu-ambities van deze regering vertaalt naar concrete bouwprojecten op het terrein. Het is inderdaad zo dat huisvesting één van de belangrijkste bronnen van CO2-uitstoot is, belangrijke invloed heeft op mobiliteit en milieuparameters.

Mijn vragen

Rekening houdend met de ambities van de regering om vlak van klimaat en milieu, welke duurzame keuzes werden in dit project gemaakt?
In verband met de
mobiliteit:
Hoeveel parkeerplaatsen verdwijnen in dit project op de openbare weg voor een verschuiving naar parkeerplaatsen buiten de openbare weg?
Hoeveel parkeerplaatsen “buiten de openbare weg” en hoeveel overdekte fietsenstallingen zullen er gebouwd worden in het kader van dit project?
               Hoe passen deze keuzes in de aangekondigde herziening van de normen in de Gewestelijke Stedenbouwkundig Verorderning?
Hoeveel van de parkeerplaatsen worden bestemd voor gedeeld gebruik (bewoners en niet-bewoners)?
Wat is de kostprijs van de parking voor wagens, hoe wordt die gefinancierd en wie zal die parking uitbaten?
                Welke materiaalkeuzes worden gemaakt om de milieu-impact minimaal te houden? (hernieuwbare materialen uit nabije omgeving versus energieintensieve materialen)
                Wat zijn de verwachte energieprestaties van de nieuwe gebouwen en welke energieproductie wordt voorzien?
 
 
Antwoord    Ter inleiding wil ik erop wijzen dat de OVM De Brusselse Woning heeft verduidelijkt dat haar antwoorden op de verschillende vragen betrekking hebben op het project zoals het nu is, dat wil zeggen, in zijn ontwerpfase. De keuzes zijn nog niet allemaal definitief gemaakt.



Momenteel wordt volop nagedacht. Op basis van de manier waarop het project tijdens de opeenvolgende fasen (voorontwerp, stedenbouwkundige vergunning) in samenwerking met de opdrachtgevers verder zal worden uitgewerkt, zullen dan de uiteindelijke keuzes worden bepaald, met inachtneming van de vereisten.

Voorts wil de OVM erop wijzen dat het project zal worden uitgevoerd in samenwerking met de stad Brussel, die bijna de helft van het budget en zowat alles wat betrekking heeft op de woningen voor middeninkomens, de sporthal en de parking financiert.

De vragen over de parkeerplaatsen vallen onder de bevoegdheid van de stad en haar beleid ter zake en werden dan ook niet beantwoord door De Brusselse Woning.


Met betrekking tot uw vragen:



Dit zijn de duurzame keuzes die in dit project werden gemaakt:

- Het landschapsontwerp heeft tot doel een nieuw groen centrum binnen de wijk te creëren, met 2135m² oppervlakte met beplanting in volle grond met veel biologische diversiteit en 9000m² met intensieve beplanting.

- Er zal een studie naar het verplanten van de bestaande bomen worden uitgevoerd.
- Op het dak van het nieuwe sport- en ontmoetingscentrum komt er een stadsboerderij.
- Momenteel overweegt men de huidige sporthal af te breken en op een andere locatie herop te bouwen.


Wat de mobiliteit betreft:

Betreffende al uw vragen over parkeerplaatsen op de openbare weg, deel ik u mee dat het de stad Brussel is die bevoegd is voor het parkeerbeleid.



Wat betreft de fietsenstallingen in dit project, zijn er in het huidige ontwerp 829 fietsstaanplaatsen op niveau -1 gepland. Dit komt neer op één fietsstaanplaats per kamer voor de sociale woningen en één per hoofdkussen voor de woningen voor middeninkomens, overeenkomstig de voorschriften van Leefmilieu Brussel en de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening.

Wat betreft de materiaalkeuzes die worden gemaakt om de milieu-impact minimaal te houden, wordt momenteel de voorkeur gegeven aan prefabmateriaal (wat zorgt voor minder transport, beter afvalbeheer, kortere duur van de werken)



De bedoeling is om zo weinig mogelijk materiaal op de site te gebruiken en zo weinig mogelijk bouwafval te produceren.


In dit project zal de voorkeur gegeven worden aan bouwmateriaal uit de nabije omgeving (uit het Gewest, ons land of de buurlanden) en aan materiaal waarbij tijdens het productieproces gerecyclede grondstoffen werden verwerkt. De bedoeling is ook om de voorkeur te geven aan materialen en bouwtechnieken die een vlotte, efficiënte en volledige recycling op de markt mogelijk maken. Dat houdt in:


- vermijden van composietmaterialen;
- gebruik van zogenaamde omkeerbare bouwtechnieken;
- voorkeur voor materialen die zo lang mogelijk meegaan, maar even kwalitatief zijn.


De materialen zullen worden gekozen in functie van hun gezondheids- en milieu-impact, waarbij de voorkeur voor de materialen bepaald wordt op basis van een volgens de TOTEM-tool geoptimaliseerde milieu-indicator van euro/m².

De bouwwerken zullen worden uitgevoerd volgens een ecologische benadering, die erop is gericht de impact van bouwwerken op mens en milieu te beperken en waarbij rekening wordt gehouden met bodem-, lucht-, en waterverontreiniging, geluidspollutie, afval, water- en energieverbruik, mobiliteit, voorlichting en communicatie.


Er zullen voorstellen worden gedaan om bepaalde bestanddelen uit sloopafval tijdens een proces van selectieve afbraak terug te winnen, om ze vervolgens op de site zelf of daarbuiten te kunnen hergebruiken.


Er zal worden nagedacht over de terugwinning van materialen uit de afbraakwerken. In deze fase van het project worden volgende mogelijkheden overwogen:

- uitgegraven grond recyclen voor de productie van ongebakken geperste aardestenen;
- leem van uitgegraven grond recyclen voor de binnenbepleistering van muren;

- gebakken aardestenen uit gesloopte gebouwen in de omgeving hergebruiken;

- stalen frames zonder thermische onderbreking hergebruiken.

Wat betreft de verwachte energieprestaties van de nieuwe gebouwen, voldoen alle woningen aan de EPB-eisen (passiefhuizen) en ook voor de voorzieningen die naast de woningen gepland zijn (co-onthaal, ruimtes voor senioren, verenigingslokalen,…), zullen dezelfde prestaties nagestreefd worden.

Voor de sporthal wordt de passiefstandaard toegepast.

In deze fase van het project is bepaald om voor de productie van warmte en warm water in de sociale woningen en middenklassewoningen gebruik te maken van een centraal systeem van in cascade geplaatste gascondensatieketels in combinatie met warmtekrachtkoppeling op gas. Daarnaast zou ook elektriciteit opgewekt worden met zonnepalen.