Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitvoering Brussels industrieplan.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 72)

 
Datum ontvangst: 11/02/2020 Datum publicatie: 04/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In januari 2019 stelde de Brusselse regering het allereerste Brussels Industrieplan voor. Het doel dat de Regering vooropstelt is de tanende Brusselse industrie nieuw leven in te blazen, om dit te doen legt het industrieplan maar liefst 106 maatregelen voor. Deze moeten resulteren in tewerkstellingsgroei en het creëren van meer welvaart.
Het Industrieplan formuleert naast een visie ook een methode om de broodnodige impuls te geven. Het plan gaat over de volgende sectoren:
· de bouwsector,
· de verwerkingssector en de sector van innoverende materialen,
· de agro-alimentaire sector,
· de gezondheidssector,
· de sector van de creatieve en culturele industrieën.
In het plan worden ook vier hoofduitdagingen bepaald voor de herstructurering van de industrie in de stedelijke omgeving:
· gekwalificeerde arbeidskrachten,
· mobiliteit,
· ontwikkelingsruimtes,
· een stimulerende context.
In het Regeerakkoord staat het volgende te lezen: ‘Daarnaast hebben ook de stedelijke industrie en productievestigingen ten volle hun plaats in de stad van de eenentwintigste eeuw: we moeten de economische en industriële functie vrijwaren, zodat in het Gewest productieactiviteiten kunnen blijven bestaan die voldoen aan plaatselijke behoeften en Brusselse arbeidskrachten tewerkstellen.’
Verder lees ik ook: ‘Voor de Regering is het noodzakelijk om over te stappen van een lineair economisch model naar een circulair economisch model. Niet alleen om tegemoet te komen aan eisen rond milieu en grondstoffenbeheer, maar ook de opportuniteiten te valoriseren die zich aandienen voor nieuwe sectoren die zorgen voor niet-delokaliseerbare jobs.‘
In de beleidsbrief lees ik verder dat er een afstemming van het industrieplan met de plannen rond de transformatie naar een circulaire economie (GPCE) en het beleid rond afval (HABP) moet gebeuren en dat het industrieplan de circulaire economiebeginselen op grote schaal toepast. Daarnaast staat het plan ook voor de digitalisering van de productieactiviteiten. Om de opvolging van de concretisering van de plannen te vereenvoudigen ziet de Regering de nood aan een nieuwe IT-tool.
Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
- Kan u cijfers geven sinds het begin van de legislatuur omtrent de afname of toename van het aantal bedrijven in de door de (vorige) regering gekozen sectoren van de Brusselse industrie?
- Kan u die opsplitsen per sector: waar is er groei? Kan u cijfers geven over de bedrijven die niet zijn meegenomen in de scope van prioritaire sectoren in het plan? Blijven de afbakeningen en de klemtonen in het plan dezelfde met deze nieuwe Regering? Indien dit niet het geval is, waar worden de nieuwe klemtonen gelegd en waarom?
- Kan u mij de beknopte boordtabel van het industrieplan van 2019 aanleveren? Is deze volledig afgerond? Wanneer verwacht u de nieuwe boordtabel van 2020 die aangepast is aan de klemtonen van de nieuwe regering en bent u in contact met de betrokken adviesorganen en sectoren hierover?
- Hoeveel van de 106 maatregelen zijn vandaag reeds in de praktijk, hoeveel zijn er eventueel reeds gerealiseerd, hoeveel zijn er nog in ontwikkeling en hoeveel zijn nog in onderzoeksfase of moeten nog volledig opgestart worden? Zou u dit via een handig en visueel aantrekkelijk overzicht kunnen overmaken? Zit u hiermee op schema voor het einde van dit jaar? Welk budget hebt u vrijgemaakt voor de uitvoering van dit Plan in 2020? Welk groeipad voorziet u tegen het einde van de legislatuur?
 
 
Antwoord    Zoals u in uw inleiding al zei, verwijst de gewestelijke beleidsverklaring op verschillende plaatsen naar de grote lijnen die wij willen volgen om de productieactiviteiten en de industrie te ondersteunen. Het is dan ook normaal, en zelfs gezond, dat het Industrieplan - dat mijn voorganger aan het einde van de legislatuur heeft opgesteld - in het licht van deze nieuwe verbintenissen wordt herzien.

Zo zijn mijn medewerkers vanaf eind 2019 begonnen met het raadplegen van de verschillende protagonisten (ESR, BEW, HUB, Citydev, enz.), om samen met hen te evalueren hoe het Industrieplan kan worden herzien om de nieuwe accenten die in de gewestelijke beleidsverklaring zijn gelegd, te integreren en tegelijkertijd zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de verwachtingen en behoeften op het terrein.

Wat de bestuurs- en beheersinstrumenten van het Industrieplan betreft, is er tijdens de vorige legislatuur weinig of niets ingevoerd, aangezien het plan helemaal aan het einde van de legislatuur is goedgekeurd.

Bovendien zijn de werkzaamheden aan het Industrieplan - in zijn huidige versie - nog niet begonnen, aangezien de evaluatie nog niet is afgerond. We hopen de co-evaluatie snel af te sluiten, zodat we samen met alle hoofdrolspelers dit plan ter ondersteuning van de productieactiviteiten die het Gewest zo hard nodig heeft, kunnen uitvoeren.

Wat de opvolging van het Industrieplan in cijfers betreft, kan ik uw vraag niet beantwoorden, omdat de laatste cijfers waarover het BISA beschikt, van 2018 dateren. De gegevens voor het jaar 2019 zullen immers pas eind 2020 door Statbel worden verstrekt.