Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het beleid omtrent de Park+Ride-parkings en de toegankelijkheid ervan tijdens de weekends.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 266)

 
Datum ontvangst: 20/02/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Om het verkeer van en naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vlotter te kunnen laten verlopen, bevinden er zich 7 zogenoemde Park+Ride-parkings aan de rand van Brussel (Coovi, Kraainem, Lennik-Erasmus, Stalle, Herrmann-Debroux, Delta en Roodebeek). Het eigenaarschap van deze transitparkings komt het Gewest toe.

In het geval van de transitparking van Kraainem valt echter op te merken dat deze exclusief voorbehouden is voor abonnees. De 193 parkeerplaatsen in kwestie zijn bijgevolg enkel toegankelijk voor pendelaars die al over een abonnement beschikken, waardoor men inmiddels een wachtlijst heeft aangelegd en geen ‘vrije bezoekers’ toelaat. Dit betekent echter bijgevolg ook dat deze parking tijdens het weekend leegstaat en niet toegankelijk is voor mensen die een uitstapje naar Brussel willen maken. Op die manier worden dagjestoeristen aangemoedigd om met de wagen naar onze hoofdstad te komen, of zelfs ontmoedigd om de uitstap te ondernemen.

Ook de overige Park+Ride-parkings hebben in variërende mate te maken met voorbehouden plaatsen voor abonnees, en dit zowel voor wagens als voor fietsen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
- Wat is de gemiddelde bezettingsgraad van elk van de 7 Park+Ride-parkings (zowel globaal als opgesplitst per parking, zowel voor auto’s als voor fietsen)? Welk aandeel van de voorbehouden plaatsen wordt momenteel effectief ingevuld door abonnees? Welke evolutie kan u in deze cijfers duiden? Hebt u reeds de mogelijkheden onderzocht om het aantal parkings en/of hun capaciteit uit te breiden?
- Welk beleid voert u omtrent de transitparkings en hun toegankelijkheid in het weekend? Gelden er daaromtrent andere regels dan tijdens de week? Hoe vermijdt u dat bepaalde parkings, zoals die in Kraainem, tijdens het weekend leegstaan en toch niet toegankelijk zijn voor een breder publiek?
- Op welke manier stimuleert u ook occasionele pendelaars om gebruik te maken van deze transitparkings? Welke sensibiliseringscampagnes voert u daartoe en welke middelen maakt u daartoe vrij?
- Welke inkomsten worden er per transitparking gegenereerd op jaarbasis? Hoe verhouden deze cijfers zich tegenover de werkings- en onderhoudskosten?
- Wat is de stand van zaken betreffende het onderzoek naar de bouw van extra transitparkings? Welke locaties zouden daarvoor in aanmerking komen en welke kostprijs zou hieraan verbonden zijn? Welk overleg en welke samenwerking bestaat er daaromtrent met de gemeenten uit de Vlaamse Rand en openbaarvervoersmaatschappijen als NMBS, De Lijn of TEC?
 
 
Antwoord    Er zijn slechts twee beheerde P+R, met andere woorden uitgerust met slagbomen met automatische leestoestellen van nummerplaten, inrij- en uitrijpalen, automatische kassa's, dit alles gecoördineerd door een gecentraliseerd geïnformatiseerd systeem dat verbonden is met een control room en een interventie-/klantenservice: Coovi (1263 plaatsen) en Kraainem (193 plaatsen).

De andere parkings (Stalle, Delta, Herrmann-Debroux, Roodebeek) kennen momenteel allemaal het systeem van vrije toegang, dit betekent dat er geen toegangsvoorwaarden zijn en dat ze gratis zijn.


1. Wat de beheerde parkings betreft, zijn de gemiddelde bezettingsgraden als volgt: 20% voor Coovi en 90% voor Kraainem.  De andere P+R, met vrije toegang, zijn verzadigd en de doelgroep, met name de pendelaars, is er ondervertegenwoordigd.

Wat de fietsparkings betreft, bevat elke P+R één of twee fietsenbergingen met elk 10 plaatsen, dus een totaal van 110 plaatsen (11 bergingen), die momenteel allemaal voor 100% zijn bezet.

Wat de toekomstige projecten betreft:

a. Kraainem: momenteel is de parking enkel toegankelijk voor de pendelaars die het openbaar vervoer gebruiken om naar hun werkplek te gaan en voor de buurtbewoners 's avonds en in het weekend (los van het feit of ze al dan niet gebruikmaken van het openbaar vervoer). Er is een uitbreidingsproject aan de gang. De dossiers voor vergunningsaanvragen worden momenteel opgesteld. Wat de geplande capaciteiten betreft, voorziet het project in de bouw van een parking met verdiepingen van ongeveer 750 plaatsen op de site zelf van de huidige parking (193 plaatsen).

b. Delta en Herrmann-Debroux: deze twee parkings kennen nog steeds vrije toegang en zijn bestemd om te verdwijnen op middellange termijn (bouw van de parking ADEPS – zie ontwerp van RPA van de regering). Ondertussen wordt wel voorzien in een beheer door parking.brussels van deze parkings in overeenstemming met hun functie van overstapparking (functie vermeld in het GBP).

c. Tegelijkertijd is er een denkoefening aan de gang over andere projecten, meer bepaald in het noorden van Brussel (E411/Esplanade), Roodebeek en Lennik-Erasmus.


2. Momenteel is de parking Kraainem enkel toegankelijk voor de pendelaars die het openbaar vervoer gebruiken om naar hun werkplek te gaan en voor de buurtbewoners 's avonds en in het weekend (los van het feit of ze al dan niet gebruikmaken van het openbaar vervoer). De parking Coovi is op zijn beurt voor iedereen toegankelijk, en dit zeven dagen per week de klok rond.


3. De bevordering van de Park & Ride-praktijk berust op een beleid van voorkeurtarieven. Er wordt dan een vermindering van de parkeerkosten aangeboden aan gebruikers die een daadwerkelijk gebruik van het openbaar vervoer kunnen aantonen. Concreet betekent dit, wat de parking Coovi betreft, de enige beheerde betalende parking die voor alle gebruikers openstaat, dat aan een bezoeker die gebruik maakt van het openbaar vervoer, een dagtarief van 3 euro wordt aangerekend wanneer hij zijn MOBIB-kaart scant aan de lezer waarmee de betaalautomaat speciaal daarvoor is uitgerust. Zo niet, dan betaalt hij een bedrag op basis van de parkeertijd, met name € 1/uur met een maximum van € 15/dag. 

Meerdere communicatieacties werden of worden in die zin gerealiseerd:

§ Opening van de parking (mei 2019)
§ Communicatie naar de partners (Newsletter Leefmilieu Brussel, reclamecampagne MIVB)
§ Informatie op de website
§ Promotie van de P+R via evenementen, beurs rond mobiliteit, publiek-private samenwerking
§ Plaatsing van nieuwe signalisatie op de parking (zeil, uithangbord, ...)
§ Campagnes via de sociale media
§ Merk op dat de MIVB weldra ook een eigen campagne zal lanceren voor het gebruik van deze parking.


4. De parking Kraainem is vandaag nog steeds gratis. Omdat de parking Coovi pas sinds 1 november 2019 betalend is voor de gebruikers die geen gebruik maken van het openbaar vervoer en sinds 2 januari 2020 voor alle gebruikers (inclusief pendelaars en toeristen die gebruik maken van het openbaar vervoer), is het te vroeg om cijfergegevens in verband met de gegenereerde opbrengsten te verstrekken.  


5. Het Gewestelijke Mobiliteitsplan lokaliseert bijkomende P&R-zones te Bordet en in Neder-Over-Heembeek.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overlegt trouwens met het Vlaams Gewest, dat in de rand `mobipunten´ plaatst, trefpunten voor verschillende mobiliteitsdiensten en hun aanbod, waaronder transitparkings. Het Vlaams Gewest vestigt deze mobipunten rond Brussel in het kader van `Werken aan de Ring´, een programma dat wordt beheerd door de Werkvennootschap. We volgen die ontwikkelingen nauwgezet op.