Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het programma ter verbetering van de MIVB-haltes

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 300)

 
Datum ontvangst: 11/03/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 13/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Artikel 44 inzake bovengrondse haltes van het beheerscontract tussen het Gewest en de MIVB voor de periode 2019-2023 bepaalt dat de partijen zich ertoe verbinden de kwaliteit, de veiligheid en de toegankelijkheid van de bovengrondse haltes te verbeteren. Daartoe stellen het Gewest en de MIVB tegen 31/12/2019, overeenkomstig het strategisch plan voor het toegankelijk maken van het openbaar vervoersnet van de MIVB, een programma ter verbetering van de haltes op en voeren dit uit, waarbij voorrang wordt gegeven aan haltes die problematisch zijn op het vlak van veiligheid en toegankelijkheid, binnen de door het Gewest vastgestelde budgettaire grenzen.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Is het programma ter verbetering van de haltes klaar? Zo ja, wat is de inhoud van dit programma? Zo niet, wanneer zal het klaar zijn?

2. Indien dit verbeteringsprogramma klaar is, welke haltes zijn problematisch op het gebied van veiligheid en toegankelijkheid? Wat is het verwachte tijdschema?

3. Wat zijn de geraamde budgettaire behoeften voor dit verbeteringsprogramma?
 
 
Antwoord    Het programma voor het veiliger en toegankelijk maken van de haltes voorziet in de verbetering van 60 à 70 haltes, inclusief de omgeving ervan (zie actiefiche B.1 van het Gewestelijk Mobiliteitsplan (GewMP)/Goodmove). De MIVB zou hiervoor minstens 50 haltes voor haar rekening nemen. Het Gewest heeft zich ertoe verbonden minstens tien bijkomende haltes te verbeteren.

De MIVB heeft uiteraard niet gewacht op 2019 en het nieuwe contract van openbare dienst om over te gaan tot de systematische verbetering van haltes, en tegelijkertijd opeenvolgende updates van de normen.

In de jaren negentig verbeterden de verlenging van de voetpaden (op de weg) en de perrons naast de sporen (op de eigen beddingen) het comfort en de veiligheid van de reizigers. In 2001 werden de haltes van lijn 71 specifiek aangepast voor mensen met een verminderde mobiliteit. De ribbelstroken op de grond voor blinden en slechtzienden werden geleidelijk geïntegreerd in de voorzieningen. Ze werden vanaf 2008 aan de normen toegevoegd. Sinds 2015 verbeteren specifieke boordstenen voor bushaltes en verhoogde perrons voor trams het instappen op de voertuigen.

Een nieuwe aanpassing van het normenplan wordt onderzocht, waarbij de laatste verbeteringen sinds 2018 aan tramhaltes geïntegreerd worden (hoogte van het perron op 31cm waar mogelijk, lokaal of over de hele lengte van de halte, en een rubberen hulpstuk aan de rand, waardoor een zelfstandigheid toegankelijkheid mogelijk wordt voor trams van het type T3000 en T4000).

Jaar in, jaar uit verbeteren de MIVB en de wegbeheerder 50 haltes per jaar.

In 2019 werden maar liefst 64 haltes heraangelegd.

Het verbeteringsprogramma waarover sprake in artikel 44 van het contract van openbare dienst verwijst effectief naar het strategisch plan van toegankelijkheid van het net, dat werd uitgewerkt door de MIVB en Brussel Mobiliteit, en dat op vandaag als bijlage aan het contract te vinden is.

Tijdens de uitwerking van dit plan heeft de MIVB een lijst opgesteld van meer dan 700 haltes waarvoor de heraanleg prioritair zou moeten zijn
wat betreft toegankelijkheid, in het komende decennium.

Onder de criteria om op deze lijst te staan zijn er onder andere het gebruik van de haltes (top 50), de bediening van openbare voorzieningen, de haltes van het nieuwe busplan, bepaalde tramhaltes…

De MIVB is echter geen wegbeheerder of vergunningverlenende overheid, en kan zich dus niet formeel engageren voor de uitvoering van deze objectieven die buiten haar eigen beheer ligt.

Conform haar contract van openbare dienst identificeert de MIVB trouwens voortdurend de haltes die het meeste afwijken van de norm, die zelfs “op de limiet” geraken, om zo een voorkeursbehandeling te krijgen voor deze haltes.

Het plannen van studies en van werven voor de heraanleg van haltes is enorm complex, waarbij er veel moeilijkheden opduiken, verschillende prioriteiten en ook soms opportuniteiten die zich voordoen wanneer andere werken op de openbare weg uitgevoerd worden. Het is dus normaal dat bepaalde haltes heraangelegd worden ook al staan ze niet op de lijst die werd uitgewerkt in het kader van het strategisch plan voor de toegankelijkheid van het net.

De selectie van de haltes die in 2020 en 2021 onder handen worden genomen, is gebeurd. Daarin staan haltes uit de top 50, haltes die geselecteerd werden op basis van de nota “Bomen en haltes”, problematische tramhaltes inzake veiligheid, haltes die prioriteit hebben qua toegankelijkheid, haltes van het busplan, haltes van het tienjarenplan sporen.

Naast de heraanleg van bestaande haltes, dekt dit programma ook de haltes die aangelegd worden in het kader van de uitbreiding van het net.

Het exacte aantal effectieve uitvoeringen zal afhangen van het aantal toegekende bouwvergunningen en principeakkoorden of van uitvoeringsvergunningen (OSIRIS). Het is dus nog niet mogelijk om dat nu al te bepalen.

Er zijn voldoende projecten lopende (tientallen) om de voorziene doelstellingen te behalen.

Uiteraard heeft de opschorting van de werken door COVID-19 een impact op de realisaties in 2020.

In 2020 wordt een openbare aanbesteding gestart voor landmeters voor de punctuele studie van de micro-interventies om bestaande haltes op niveau te brengen.

Het is moeilijk om de specifieke budgettaire noden in kaart te brengen voor het aanleggen of heraanleggen van haltes.

Deze budgetten worden verdeeld over de MIVB (vnl. voor de studies) en de verschillende wegbeheerders en aannemers (Brussel Mobiliteit, de gemeentes, Beliris), maar ze worden vaak geïntegreerd in veel grotere werven dan enkel het aanleggen van een halte.

De kosten voor het toegankelijk maken van één halte worden echter geschat van 45.000 tot 65.000 euro. De kosten voor het toegankelijk maken van de omgeving van een halte zijn over het algemeen veel moeilijker in te schatten, omdat ze van situatie tot situatie sterk verschillen.