Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het betaald educatief verlof.

Indiener(s)
Sevket Temiz
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 203)

 
Datum ontvangst: 10/02/2020 Datum publicatie: 17/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Het betaald educatief verlof is een individueel recht van de werknemers van de privésector om erkende opleidingen te volgen en om op het werk afwezig te zijn met behoud van hun loon. Sinds de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd voor het betaald educatief verlof. Dit belet niet dat de federale overheid bevoegd blijft voor de aspecten die deel uitmaken van het arbeidsrecht:

· de planning van het betaald educatief verlof;
· het behoud van het recht op loon (beperkt tot een maximaal bedrag);
· de ontslagbescherming.

Ook zijn de paritaire comités nog bevoegd voor de goedkeuring van opleidingen die per bedrijfstak worden georganiseerd.

Elk gewest maakt voortgang in zijn eigen tempo volgens zijn behoeften. Volgens de Brusselse gewestelijke beleidsverklaring (GBV) zal het betaald educatief verlof worden hervormd om het uit te bouwen tot een instrument van permanente vorming. Hetzelfde geldt voor Wallonië, dat het van de federale overheid geërfde betaald educatief verlof zal evalueren en zal nadenken over hoe het kan worden aangepast aan de behoeften van de Waalse arbeidsmarkt. De Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG) heeft hierover in zijn initiatiefadvies A-2017-035-ESR van 18 mei 2017
1 een aantal standpunten en aanbevelingen voor de regering geformuleerd. In dit advies werd met name gewaarschuwd voor de rechtsonzekerheid die zou kunnen ontstaan door een verschil tussen de beslissingen van de federale staat en de deelstaten – een manier om aan te zetten tot voorzichtigheid en interfederaal overleg.

Vlaanderen heeft haar hervorming reeds doorgevoerd en uit de pers vernemen we dat de gekozen regeling problemen oplevert
2. De van de federale regeling geërfde automatische erkenning van de curricula en attesten – die in Brussel en Wallonië nog altijd van kracht is – is dat niet meer in Vlaanderen voor de Franstalige instellingen die een opleiding hebben verstrekt aan personen die in het Vlaams Gewest zijn tewerkgesteld. Directeurs van deze Brusselse en Waalse instellingen hebben aan de alarmbel getrokken. Verschillende studenten/stagiairs die in een bedrijf in Vlaanderen werken, zouden hun opleiding in Brusselse Franstalige instellingen hebben stopgezet wegens dat gebrek aan erkenning.

Blijkbaar heeft de informatie zich al verspreid. Hoe dan ook staat er op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid een berichtje hierover voor Brusselse studenten en stagiairs die in Vlaanderen werken
3. Volgens het persartikel zouden u en uw collega van de Franse Gemeenschap contact hebben opgenomen met de bevoegde Vlaamse administratie om hierover aan tafel te zitten.

· Hoever staat de reflectie over de hervorming van het betaald educatief verlof in Brussel?

· Bestaat er een volledig overzicht van de behoeften van de Brusselse arbeidsmarkt op dit vlak? Zo niet, loopt er een specifieke studie om die behoeften vast te stellen of is zo’n studie gepland?

· In welke mate zal rekening worden gehouden met initiatiefadvies A-2017-035-ESR van de Economische en Sociale Raad van 18 mei 2017 betreffende het betaald educatief verlof?

· Door de nieuwe Vlaamse regeling van het betaald educatief verlof rijst er een probleem voor werknemers die graag een opleiding zouden volgen aan een Franstalige instelling, omdat die momenteel niet wordt erkend in Vlaanderen: weet u om hoeveel personen het zou gaan in Brussel? Hoe zal hun probleem worden opgelost?

· Hoever zijn uw besprekingen met de Vlaamse administratie hierover gevorderd?

· Wat is de stand van zaken van de besprekingen met de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest over de hervormingen van het betaald educatief verlof in Brussel en Wallonië?


1 https://esr.irisnet.be/adviezen/adviezen-van-de-raad/par-date/2017/a-2017-035-esr/view geraadpleegd op 10 februari 2020
2 SENTE ARTHUR, “La formation francophone grippée par une réforme flamande”, Le Soir, 8 februari 2020, p. 9
3 http://werk-economie-emploi.brussels/nl/betaald-educatief-verlof geraadpleegd op 10 februari 2020.
 
 
Antwoord    Bij de hervorming van betaald educatief verlof, die gevolgen heeft voor tewerkstelling, opleiding en onderwijs, dienen meerdere actoren geraadpleegd te worden.

In de strategie G04 Brusses 2030 is ook uitdrukkelijk bepaald dat deze hervorming in overleg met de sociale partners zal worden uitgevoerd.

De behoeften van de arbeidsmarkt zijn voldoende bekend; daarom werd het niet zinvol geacht een specifieke studie over dit onderwerp te laten uitvoeren.

Bruxelles Economie Werkgelegenheid die deze materie binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel beheert, heeft in het laatste kwartaal van 2019 geen klachten van werknemers-studenten ontvangen. De administratie heeft op haar website duidelijk aangegeven dat de opleidingen van werknemers die werken in Vlaanderen allemaal vooraf moeten worden aangemeld via de Vlaamse administratie die bevoegd is om een ​​recht op betaald educatief verlof te voorzien.

Eind december werd mijn kabinet op de hoogte gebracht door een verantwoordelijke van het netwerk voor sociale promotie en sindsdien werden talrijke contacten gelegd tussen de verschillende belanghebbenden (de Vlaamse Gemeenschap, een door de minister belast met sociale promotie aangestelde deskundige en een deskundige van ARES) om het probleem uit te leggen en een oplossing voor het probleem te vinden.

Bovendien werden hierover contacten gelegd tussen de drie gewestelijke kabinetten bevoegd voor werk en werden ook gezamenlijke vergaderingen tussen de administraties gehouden.

De laatste bijeenkomst vond, voor zover ik weet, plaats op 4 maart en de komende weken zou het besluit van het Vlaamse Gewest moeten worden aangepast.

Om de stand van zaken van dit dossier te kennen, moeten de ministers van de gemeenschappen bevoegd voor sociale promotie en hoger onderwijs worden ondervraagd, omdat de instellingen van de Federatie Wallonië Brussel zich moeten laten registreren als opleidingsorganisaties en aanvragen tot erkenning voor hun opleidingen moeten indienen.