Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de versnelling van de procedures voor stedenbouwkundige vergunningen gelet op de coronacrisis.

Indiener(s)
Clémentine Barzin
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 155)

 
Datum ontvangst: 27/05/2020 Datum publicatie: 01/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De versnelling van de procedures voor stedenbouwkundige vergunningen of het verwijderen van bepaalde werkzaamheden van de lijst met degene die onderworpen zijn aan een stedenbouwkundige vergunning is een terugkerende kwestie die met name naar voren komt in het debat over de woningcrisis, maar ook in de strategie om de milieu-impact van bestaande gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verminderen.

In het kader van de coronacrisis en de gevolgen daarvan voor de bouwsector, wil ik u de volgende vragen stellen:

- Zijn er plannen om de klassieke procedures voor stedenbouwkundige vergunningen te versnellen na de lockdown om de bouwsector, de vijfde activiteitensector in ons land en goed voor 14.000 banen in Brussel in 2018, niet nog extra lam te leggen? Zo ja, hoe? Welke middelen zullen in dat verband worden ingezet en volgens welke planning?

- Onlangs heeft de regering de invoering van een “fast lane” ter sprake gebracht die tot doel zal hebben de stedenbouwkundige procedures te versnellen naargelang de behoeften van het Gewest, met name inzake huisvesting. Voor wanneer is die fast lane voor de ontwikkeling van private woningen bestemd voor publieke doeleinden vastgelegd? Worden nog andere domeinen beoogd voor de toepassing van die fast lane? Zijn er, gelet op de gezondheidscrisis, plannen om deze uit te breiden tot andere of zelfs tot alle stedenbouwkundige procedures? Zo ja, hoeveel personen zullen daarvoor worden ingezet? Welke middelen zullen eraan worden besteed? Op welke termijn?

- In het kader van de strategie om de milieu-impact van bestaande gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verminderen, zijn er plannen om een werkgroep op te zetten, een stedenbouwkundige WG 'over instanties heen', om de werken die onderworpen zijn aan een stedenbouwkundige vergunning, opnieuw te beoordelen en een herziening voor te stellen van het besluit van 13 december 2008 alsook van de stedenbouwkundige verordeningen. Die WG zal tot doel hebben te onderzoeken “hoe de procedurele aspecten van de verordening betreffende de energieprestaties van gebouwen kunnen worden verbeterd, met name wat betreft het onderwerpen van eenvoudige renovaties aan een procedure die vergelijkbaar is met de procedure die van toepassing is op zware renovaties”. Is die WG al opgericht? Heeft deze WG al aanbevelingen gedaan? Zo ja, welke? Zo niet, wordt gepland om die WG zo vlug mogelijk op te zetten om de uitvoering van milieu-aanpassingen te versnellen en tegelijkertijd de volledige hervatting van de activiteit in de bouwsector te bevorderen?

- Hoe staat het met de procedures voor de huidige vergunningsaanvragen, gelet op de gezondheidscrisis? Zijn er overlegcommissies bijeengekomen via videoconferentie? Wordt ook een aangepaste formule overwogen voor de openbare onderzoeken? Zijn de termijnen van Osiris voor de coördinatie van de werven verminderd?

- In het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 heeft Urban.Brussels een maatregel genomen om aanvragers de mogelijkheid te bieden hun aanvraag van vergunningen en certificaten elektronisch in te dienen. Dat systeem moest operationeel zijn tegen 2 april 2020. Wat was de bekendheid van die optie? Is het systeem wel degelijk in werking getreden? Zijn er problemen ondervonden sinds de opening ervan? Zo ja, welke? Hoeveel aanvragen werden elektronisch ingediend? Hoeveel personen zorgen voor het onderhoud van die dienst?

- Aangezien de aanvragen van vergunningen en certificaten elektronisch kunnen worden ingediend tijdens de crisis, wordt een evaluatie van dat systeem gepland zodra de crisis voorbij is? Zijn er plannen om het elektronisch indienen blijvend te maken na de lockdown om naar een grotere digitalisering van deze sector te gaan?
 
 
Antwoord    1. Betreffende de versnelling van klassieke procedures voor stedenbouwkundige vergunningen

In het licht van deze vraag moet worden opgemerkt dat het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) het voorwerp van een belangrijke hervorming heeft uitgemaakt door de ordonnantie van 30 november 2017, die op 1 september 2019 in werking is getreden voor wat de behandelingsprocedure van stedenbouwkundige vergunningsaanvragen betreft.

Zoals uiteengezet in de memorie van toelichting van de ordonnantie van 30 november 2017 werden de afgiftetermijnen in de mate van het mogelijke ingekort. Daarbij werd vooral rekening gehouden met het feit dat de verschillende ruimtelijke ordeningsactoren in Brussel voldoende tijd moeten hebben om hun opdracht correct te vervullen, evenals met de verplichtingen waaraan het BWRO moet voldoen (Europese richtlijnen, grondwettelijk beginsel van gelijke behandeling, enz.).

Hoewel aanwervingen daadwerkelijk mogelijk zijn gemaakt in het licht van de hervorming van het BWRO en van het personeelsplan 2019 van Urban, op 5 december 2019 goedgekeurd door de Regering, zijn de daaraan verbonden procedures bovendien ook opgeschort als gevolg van de COVID-19-gezondheidscrisis, waardoor de voorziene hulp ter versterking van de ploegen nog niet is gekomen.

Er moet niettemin worden verduidelijkt dat de behandelende ambtenaren tijdens de inperkingsperiode blijven werken zijn en dat die periode ‘benut werd’ om de bestaande achterstand inzake de behandeling van stedenbouwkundige vergunningsaanvragen weg te werken.

Volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd, evenals de besluiten (van 16 april 2020 en 14 mei 2020) tot verlenging van de termijnen ervan, voorziet uitdrukkelijk dat ‘de tijdens deze opschortingsperiode aangenomen akten en beslissingen volledig rechtsgeldig zijn’. (artikel 2)

Bijgevolg konden de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen waarvoor geen maatregelen waren die niet haalbaar waren tijdens de inperkingsperiode en de vergunningsaanvragen waarvoor dergelijke maatregelen al verwezenlijkt waren (openbare onderzoeken, overlegcomité) behandeld blijven worden. Bepaalde procedurehandelingen konden worden verwezenlijkt (bijvoorbeeld: het onderzoek naar de volledigheid van de dossiers en de daaraan verbonden verzending van de ontvangstbewijzen, de aanvraag en indiening van wijzigingsplannen (hoewel de termijn voor het indienen van dergelijke plannen ook opgeschort werd)) en bepaalde stedenbouwkundige vergunningen konden tijdens deze periode worden afgeleverd, volledig rechtsgeldig.

Tot slot worden maatregelen gepland om een opstopping van de organisatie van de speciale regelen voor openbaarmaking te vermijden, zoals verderop zal worden uitgelegd.


2. Wat de fast lane betreft

De ‘fast lane’-procedure wordt voorzien voor projecten die deel zullen uitmaken van het nieuwe hoofdstuk IIIbis van het BWRO betreffende de versnelde procedure voor scholen en sociale woningen.

In dat opzicht moet worden opgemerkt dat de raadpleging van het GOC en de ARH gevolgen heeft ondervonden van de inperkingsperiode die als gevolg van de gezondheidscrisis werd opgelegd en dat de aanname van de wijzigingsordonnantie vertraging heeft opgelopen.

De fast lane-procedure zal dus niet worden toegepast op andere domeinen. Ze wijkt namelijk af van de klassieke behandelingsprocedure en moet uitzonderlijk blijven. Ter herinnering, die procedure werd ingevoerd ter verwezenlijking van de doelstelling van de gewestelijke beleidsverklaring om zo snel mogelijk het vastgoedbestand van scholen en sociale woningen te verhogen.

Daarentegen werden andere maatregelen gepland door de Regering om de huidige gezondheidscrisis het hoofd te bieden. Zo worden de afgiftetermijnen van de vergunningen en bepaalde andere termijnen, zoals die van de overlegcommissies om hun advies uit te brengen, verlengd.

Het Personeelsplan 2019 van Urban heeft tot nog toe de aanwerving mogelijk gemaakt van personeel (2 A1 en 1 B1) en de aanduiding van een coördinator (1 A2) belast met een cel ‘sociale huisvesting/scholen’.

Deze cel zal in de loop van 2020 operationeel zijn.

Er zijn nog aanwervingen aan de gang en deze specifieke cel zal uiteindelijk bestaan uit een coördinator, 3 architecten en 3 assistenten. De gezondheidscrisis heeft het verloop van de aanwervingsprocedures ook vertraagd.


3. Wat de herziening van Het besluit van geringe omvang/vrijstellingen betreft

Er moet worden verduidelijkt dat het besluit ‘van geringe omvang’ van 13 november 2008 betreffende de werken die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning, van advies of van de medewerking van een architect maakt het voorwerp uit van een omvangrijk herzieningswerk in overleg met de belangrijkste partners.

Het heeft als doel mee te helpen aan de vereenvoudiging van de trajecten van de gebruikers en strekt er in het bijzonder toe om bij te dragen aan de vereenvoudiging van de stedenbouwkundige regels en de versnelling van de procedures ondersteund door de wetshervorming. Het beoogt namelijk de procedures te vereenvoudigen en de te verzamelen adviesaanvragen te rationaliseren.

Voor de aanvang van het redactiewerk werden adviezen
over het bestaande besluit aangevraagd bij alle administraties en instanties die bij deze hervorming betrokken zijn. Op basis van die adviezen hebben de interne werkgroepen van Urban het redactiewerk aangevat, wat geleid heeft tot het ontwerpbesluit dat op 16 mei 2019 in eerste lezing werd goedgekeurd. In de loop van dat proces werden verschillende administraties geraadpleegd om hun expertise te verkrijgen over bepaalde specifieke punten.

Na de aanname in eerste lezing werd het
ontwerpbesluit voorgelegd ter consultatie van de bij de hervorming betrokken administraties en instanties, van 12 juni 2019 tot 12 juli 2019, met een adviesuitstel voor de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen op 21 augustus 2019. Die consultatiefase heeft het mogelijk gemaakt om de betrokken instanties over de voorgestelde hervormingen te bevragen en om een aantal relevante opmerkingen voor de verbetering van de tekst te verzamelen. Er is dus geen werkgroep die specifiek gewijd is aan de energieprestaties van gebouwen (EPB), maar wel een consultatie over het geheel aan thema’s.

In december 2019 werd het project ter advies aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC) voorgelegd, terzelfdertijd met het ontwerp van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV), in de mate dat de hervorming van die twee teksten gelijktijdig gebeurde en hun toepassing gelijktijdig moet gebeuren.

De termijn om dat advies uit te brengen werd uitgesteld op verzoek van de GOC, aangezien de samenstelling van de GOC vernieuwd werd in de loop van januari 2020 en dat de COVID-19-gezondheidscrisis is opgetreden. Het advies werd op 9 juni uitgebracht.

Het ontwerpbesluit ‘vrijstellingen’ moet nu worden gewijzigd op basis van de gewestelijke beleidsverklaring en van de relevante opmerkingen van de geraadpleegde administraties en instanties, waaronder de GOC, en met het oog op de goedkeuring ervan in tweede lezing worden voorgelegd aan de Regering. In dat kader zal aandacht worden besteed aan de energieprestaties van gebouwen (EPB). De tekst zal dan aan de Raad van State worden bezorgd, die in principe over een termijn van 60 dagen beschikt om zijn advies uit te brengen. Er kunnen nog nieuwe wijzigingen aan het ontwerp gebeuren om te voldoen aan eventuele opmerkingen van de Raad van State voordat het besluit in derde lezing definitief goedgekeurd wordt.


4. Wat de huidige vergunningsaanvragen betreft

Zoals aangegeven in vraag nr. 1 hebben in het bijzonder de vergunningsaanvragen waarvan de behandeling maatregelen vereiste die onhaalbaar waren in de inperkingsperiode de gevolgen van de COVID-19-crisis ondervonden. Dat geldt voor alle aanvragen die aan een openbaar onderzoek en/of overlegcommissie onderworpen waren omdat die behandelingsmaatregelen opgeschort werden doordat het publiek er onmogelijk aan kon deelnemen.

Overigens hebben de opgelegde inperkingsmaatregelen, met name de grootschalige toevlucht tot telewerk, het onderzoek en de behandeling van de aanvragen moeilijker gemaakt.

De bekendmaking van de beslissingen werd bovendien moeilijker omdat het gebruik van elektronische handtekeningen momenteel nog niet algemeen is.

In het kader van de geleidelijke versoepeling heb ik een ‘versoepelingsplan’ uitgewerkt. Dat plan maakte de hervatting van de openbare onderzoeken en overlegcommissies mogelijk vanaf 1 juni 2020. Op 10 juni 2020 heeft de Regering in tweede lezing volmachtbesluit nr. 37 goedgekeurd tot verlenging van sommige termijnen uit het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en uit de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Omdat een terugkeer naar een ‘normale’ situatie niet op korte termijn wordt verwacht, moet er rekening mee worden gehouden dat de gemeenten niet meteen alle vereiste regelen van openbaarmaking (zullen) kunnen organiseren en dat dat ook gevolgen kan hebben voor de behandeling van aanvragen die geen organisatie van speciale regelen van openbaarmaking behoeven.

Bijgevolg voorziet het volmachtbesluit dat de vervaltermijn waarin een beslissing moet worden genomen over een aanvraag tot een milieu- of stedenbouwkundige vergunning of attest of tot verkavelingsvergunning met zes maanden wordt verlengd.

Bovendien wordt ook voorzien om de termijn waarin de overlegcommissie haar advies moet indienen met 45 dagen te verlengen. Als de aan de overlegcommissie toegekende termijn wordt overschreden, kan de vergunningverlenende overheid het advies van de overlegcommissie immers niet in aanmerking nemen. Als het advies van de overlegcommissie door de huidige omstandigheden niet binnen de voorgeschreven termijn kan worden ingediend, wordt zo een specifieke verlengingsmaatregel voorgesteld.

Wat de organisatie van de openbare onderzoeken en overlegcommissies betreft, voorziet het volmachtbesluit de volgende voorwaarden, geldend tot 31 december 2020.

Tijdens het houden van het onderzoek moeten de volgende handelingen op afspraak gebeuren: (1) de raadpleging van het administratieve dossier, (2) de mededeling van technische toelichtingen (3) de indiening van een mondelinge klacht. Bovendien moet het advies van het openbaar onderzoek, overeenkomstig het model in bijlage 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 met betrekking tot de openbare onderzoeken inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu niet noodzakelijk de datum en plaats van de zitting van de overlegcommissie bevatten.

Wat de overlegcommissies betreft, (1) zullen enkel de personen die uitdrukkelijk hebben verzocht om tijdens het openbaar onderzoek gehoord te worden, toegelaten worden tot de overlegcommissie, (2) wordt het aantal personen dat de aanvrager begeleidt of vertegenwoordigt beperkt tot twee, (3) wordt in het geval van een petitie, wijkcomité of andere vereniging het aantal personen dat wordt toegelaten tot de overlegcommissie beperkt tot twee per petitie, wijkcomité of vereniging, (4) kan het overlegcomité via videoconferentie worden georganiseerd mits het voorafgaande en uitdrukkelijke akkoord van de aanvrager en de eventuele indieners van een bezwaar.

Ter volledige informatie werd dit besluit op 16 juni 2020 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Wat de Osiris-termijnen voor de coördinatie van de bouwplaatsen betreft, heeft deze vraag geen betrekking op de procedure voor de vergunningsaanvragen.


5. Wat de elektronische indiening van de vergunningen betreft

De digitalisering van de procedure voor stedenbouwkundige vergunningsaanvragen werd eind 2019 gelanceerd. Het doel is om de digitale omschakeling van die aanvragen te versnellen en om de aanvragen, de opvolging en behandeling ervan te digitaliseren voor de burgers (portaal ‘Build Your Permit’ voor de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen) voor de administraties en voor de adviesinstanties. De doelstellingen is om tegen 2022 een volledig digitaal systeem te hebben.

In het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis hebben we bij uitzondering de mogelijkheid aangemaakt om elektronisch een gewestelijke vergunningsaanvraag in te dienen. Dat betreft dus enkel de indiening van stedenbouwkundige vergunningsaanvragen behandeld door het Gewest.

Die oplossing, gebaseerd op het Irisbox-platform van het CIBG trad in werking op 2 april 2020 en werd op 31 mei 2020 in de late avond afgesloten.

De publiciteit voor de lancering van die oplossing gebeurde op basis van een communicatie aan het grote publiek via een nieuwsbericht op de websites van urban.brussels en stedenbouw.brussels.

Er werd ook een beperkte communicatie gerealiseerd naar de partijen betrokken bij het digitaliseringsprogramma, namelijk: de gemeentebesturen; de ondersteunende instellingen zoals Homegrade, Netwerk Wonen, hub.brussels; de Orde van Architecten; perspective.brussels.

We hebben een ondersteuning op poten gezet om eventuele vragen of incidenten met betrekking tot die oplossing op poten gezet. Die ondersteuning was gebaseerd op de helpdesk van het CIBG: Irisline.

Binnen urban.brussels heeft het beheerteam van het digitaliseringsprogramma grote inspanningen geleverd om die nieuwe procedure te ondersteunen. De personeelsleden van urban.brussels moesten daarbij sterk ondersteund worden om de capaciteit van die nieuwe procedure te beheren sinds de ontvangst van de aanvraag via het Irisbox-platform tot aan de dossierbehandeling. Die ondersteuningsinspanning moet worden voortgezet tot aan het eind van het behandelingsproces van de dossiers tijdens deze periode.

Wat het onderhoud van de MyPermit.brussels-oplossing betreft: die gebeurde ten laste van het Irisbox-platform van het CIBG en daarvoor was het niet specifiek nodig om meer personen in te zetten voor de ondersteuning tijdens die periode, die erg beperkt was in tijd en weinig publiciteit had.

Tijdens de periode van de opening van de MyPermit.brussels-oplossing hebben we 56 aanvragen ontvangen, wat neerkomt op ongeveer 20% van het totaal aantal aanvragen dat urban.brussels ontvangen heeft.

Wat de ondervonden moeilijkheden betreft, hebben we de volgende feedback: de belangrijkste moeilijkheid ligt in de procesondersteuning, bijvoorbeeld in de begeleiding van de personeelsleden bij deze nieuwe manier van aanvraagbehandeling (opstellen van gedragscodes, gebruikersgidsen, operationele standaardprocedures, enz.); in de begeleiding van de adviesinstanties om toegang te krijgen, voor zij die een digitaal dossier wensen; in de validering dat het wettelijk kader deze nieuwe manier van werken ondersteunt. Het blijkt ook dat het essentieel is om samen met alle nodige actoren te werken aan het slagen van de lancering van een nieuw product, met andere woorden de dienst procesbeheer, de IT-, juridische, logistieke en communicatiedienst.

Samengevat lagen de belangrijkste moeilijkheden niet in het ontwerp en de lancering van de oplossing - dus in de ‘project’- of ‘build’fase - maar wel in de operationele ondersteuning van deze oplossing, met andere woorden in de ‘dienst’- of ‘run’fase en het beheerteam van het digitaliseringsprogramma heeft zich tot ondersteuningsteam moeten omvormen.


6. Wat de evaluatie van dit systeem betreft:

Door de versoepeling en doordat er opnieuw ter plaatse vergunningsaanvragen kunnen worden ingediend bij de gemachtigd ambtenaar, maar ook door redenen die verband houden met de nodige bezetting evenals met de teweeggebrachte meerkosten in hoofde van Urban, dat de materialisering van de elektronisch ingediende dossiers moet verzorgen, is het sinds 1 juni niet meer mogelijk om via elektronische weg vergunningsaanvragen in te dienen. Het is

Het blijft wel een feit dat we, zoals aangegeven in de vorige vraag, de weg naar een digitaliseringsprogramma van de procedures hebben ingezet. Dat blijft dus een belangrijk doel op middellange termijn.