Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het percentage aan een EPG onderworpen dossiers bij het onderzoek van de stedenbouwkundige aanvragen.

Indiener(s)
Tristan Roberti
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 163)

 
Datum ontvangst: 04/06/2020 Datum publicatie: 06/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 03/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds de inwerkingtreding van de Brusselse wetgeving inzake de energieprestatie van de gebouwen in juli 2008, moeten werken die onderworpen zijn aan een bouwvergunning en die worden uitgevoerd op een gebouw, voldoen aan bepaalde technische eisen die het mogelijk maken om de energieprestatie en het binnenklimaat van het gebouw te verbeteren. Dit betekent dat het primaire energieverbruik en de CO2-uitstoot van het gebouw moeten worden verminderd en het comfort moet worden verhoogd. Deze wetgeving is zeer belangrijk om de renovatiestrategie van het Gewest ter bestrijding van de opwarming van de aarde te doen slagen.

Om ervoor te zorgen dat het werk voldoet aan de EPG-eisen wordt de bouwheer bijgestaan door een architect, en in sommige gevallen door een EPG-adviseur. Deze zal hem helpen bij het volgen van de EPB-procedure en bij het invullen van de administratieve formulieren die er deel van uitmaken. Ook Homegrade.brussels kan de aanvragers van vergunningen bijstaan in bepaalde procedures (vooral voor vergunningen zonder architect). In bepaalde gevallen kunnen afwijkingen worden toegestaan, maar daarvoor moet een specifiek en naar behoren gemotiveerd verzoek worden ingediend.

Voor eenvoudige renovaties (volgens de EPG-terminologie) zouden de diensten die belast zijn met het onderzoek van de stedenbouwkundige aanvragen (gemeenten of Urban) ervoor moeten zorgen dat de wetgeving met betrekking tot het EPG naar behoren wordt nageleefd en dat het voorgestelde project de opgelegde maatregelen omvat voor de verbetering van de energieprestatie en het binnenklimaat.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Wat is het gemiddelde percentage aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning die onder de EPG-regelgeving valt en dat moet worden gecontroleerd door de instantie die de SV afgeeft (verhouding tussen het aantal aanvragen dat onder de EPG-regelgeving valt en het totale aantal behandelde dossiers), enerzijds door Urban en anderzijds door de gemeenten?

- Is dit percentage redelijk gelijk bij Urban en de gemeenten of is er juist sprake van een aanzienlijk verschil en zo ja, waarom?
 
 
Antwoord    Sinds de lancering van Nova 5.0 (op 05/11/2018) is het mogelijk om betrouwbare en representatieve statistieken te hebben inzake het aantal aanvragen die aan de EPB-reglementering worden onderworpen. Als het EPB-gedeelte van een dossier niet is vervolledigd, kan er namelijk niet tot de verdere functionaliteiten worden overgegaan. Die informaticawijziging betekent een belangrijke stap vooruit voor de opvolging van deze reglementering. Vóór 05/11/2018 zijn de gegevens minder betrouwbaar.

In 2019 werd ongeveer 19% van de door Urban afgeleverde vergunningen onderworpen aan de EPB-reglementering. Dat cijfer is momenteel 24% voor de vergunningen die in 2020 werden afgeleverd.

Dat percentage omvat alle aanvragen die aan de EPB-reglementering worden onderworpen (nieuwe, eenvoudig gerenoveerde, met nieuw gelijkgestelde en zwaar gerenoveerde eenheden). Het is momenteel niet mogelijk om dat cijfer op te splitsen in functie van de verschillende soorten werken die hierboven werden opgesomd.

Urban is enkel belast met de opvolging van de eenvoudig gerenoveerde eenheden (een deel van dat percentage). Leefmilieu Brussel is belast met de opvolging en controle van alle andere gevallen.

Nu gaat Urban bij een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na of het EPB-voorstel nodig is, of het in het dossier staat en of het geldig is, vooraleer de ontvangstbevestiging van het ‘volledige’ dossier af te leveren.

Het gemiddelde aantal stedenbouwkundige vergunningen die aan de EPB-reglementering worden onderworpen en door de gemeentes worden afgeleverd, bedraagt ongeveer 56% van de vergunningen die in 2019 werden afgeleverd en ongeveer 57% voor 2020.

Het verschil tussen de cijfers van Urban en die van de gemeentes kan worden verklaard door:

- de aard van de werkzaamheden waarvoor de gemachtigd ambtenaar de vergunningverlenende overheid is: een aantal van de handelingen en werkzaamheden zijn niet aan de EPB onderworpen, zoals wegenwerken, de installatie van communicatienetwerken (gsm-antennes), werken in verband met het transportnet of met de distributie van het elektriciteitsnetwerk, evenals een meerderheid van de aanvragen voor een goed dat beschermd is of op de bewaarlijst staat;
- Het statuut van de aanvragers die hun aanvragen indienen bij de gemachtigd ambtenaar: de aanvragen van publiekrechtelijke personen zoals de MIVB, Brussel Mobiliteit, Infrabel, NMBS... hebben voornamelijk betrekking op de openbare ruimte. Die aanvragen zijn niet onderworpen aan de EPB-reglementering.

Als je de stedenbouwkundige vergunningen met enkel erfgoedkundig belang (vergunningen waarvoor de Directie Cultureel Erfgoed bevoegd is) en de vergunningen inzake de openbare ruimte schrapt, komt het percentage van stedenbouwkundige vergunningen die door Urban werden afgeleverd en onderworpen zijn aan de EPB-reglementering neer op ongeveer 42% voor 2019 en ongeveer 47% voor 2020.

We stellen vast dat het verschil tussen Urban en de gemeentes afneemt. Dat bevestigt dus de verschillende verklaringen die hierboven werden opgesomd.