Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het referentiesysteem “duurzame wijken” voor de ontwikkeling van nieuwe wijken en grootschalige stadsprojecten.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 341)

 
Datum ontvangst: 10/06/2020 Datum publicatie: 17/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 20 mei 2020 besliste de regering gebruik te maken van het referentiesysteem "duurzame wijken" voor de ontwikkeling van nieuwe wijken en grootschalige stadsprojecten.

Het gaat er dus om de duurzaamheidsdoelstellingen van het Be Sustainable Charter zoveel mogelijk te integreren, in alle fasen van de projectontwikkeling en met permanente interactie.

Het Be Sustainable platform werd gelanceerd op 8 oktober 2019.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Waarom wordt deze beslissing nu pas genomen op het gebied van het milieu?

- Welke nieuwe wijken en stadsprojecten vallen onder dit referentiesysteem?
o Welke doelstellingen zijn in dit referentiesysteem opgenomen?
o Hoe zullen ze worden bereikt?

- Welke gewestelijke openbare instanties zijn betrokken bij deze beslissing?
o Hoe?
o Wat zijn de budgettaire gevolgen voor hen?

- Hoe gaat de regering de private instanties aansporen om gebruik te maken van dit referentiesysteem?

- Plant Brussel Leefmilieu communicatie inzake het gebruik van dit referentiesysteem?
o Zo ja, via welke middelen?
 
 
Antwoord    1)

Het werkproces van Be Sustainable is het resultaat van de samenwerking tussen de verschillende gewestelijke diensten voor territoriale ontwikkeling (Leefmilieu Brussel, Perspective, Urban, MSI en de BMA). Deze gedeelde aanpak betekent dat het werkproces stap voor stap ontwikkeld werd. Na een maandenlang en intens institutioneel proces, werd Be Sustainable in oktober 2019 gelanceerd in het bijzijn van alle Brusselse diensten die belast zijn met de ruimtelijke ordening en de stedelijke herwaardering, waaronder zowel de lokale besturen als de gewestelijke overheden (gewestelijke openbare diensten; ION; gemeentediensten; OVM’s; OCMW’s; politieke mandatarissen,…). De bevoegde ministers (ministers belast met Ruimtelijke ordening, Stedenbouw en Leefmilieu) hebben toen ook het woord genomen.

De beslissing om officieel akte te nemen van het Referentiekader Duurzame Wijken is dus het logisch gevolg van dit proces dat het gebruik ervan in het kader van verschillende pilootprojecten getest heeft en als succesvol heeft bevonden en ligt in lijn met de Gewestelijke Beleidsverklaring. Het is nu tijd om dit initiatief te veralgemenen en het Referentiekader Duurzame Wijken als een referentietool te gebruiken voor de ontwikkeling van elk nieuw stadsdeel of grootschalig stadsontwikkelingsproject.


2)

Zoals aangekondigd in de GBV, "
Elk nieuw stadsdeel of grootschalig stadsontwikkelings-project wordt ontworpen en uitgevoerd als een duurzame wijk, beoordeeld op basis van het “Be Sustainable” Brussels referentiekader, waarbij langetermijndoelstellingen voor het klimaat en een sterke duurzaamheidsambitie worden geïntegreerd". Dit instrument heeft dus betrekking op grote, zowel openbare als private, stadsprojecten.

Er werd echter in een eerste fase prioriteit gegeven aan de projecten die door de overheid uitgevoerd worden.

De Facilitator Duurzame Wijken heeft tot nu toe de volgende openbare opdrachtgevers in het kader van hun projecten begeleid: Leefmilieu Brussel (projecten van LB in de SVC), Perspective (RPA Heyvaert, Maximiliaan, Bordet, Defensie, visiestudie Noordwijk), Urban (10
e reeks DWC), Citydev (Petite-île/Citygate II, Lioncity), BGHM (Petite-île/Citygate II), Woningfonds (Klaverwijk), Renovas (Duurzaam Wijkcontract Stephenson), OCMW van Elsene (project OCMW-gebouwen) en de Stad Brussel (ZIR4).

Het Be Sustainable Charter bevat de 10 thematische doelstellingen voor het creëren van duurzame wijken in Brussel. De thema’s worden verder uitgewerkt en geïmplementeerd in de tools die onderdeel zijn van de Be Sustainable Toolbox.

Werk maken van een duurzame wijk betekent maximaal inzetten op de duurzaamheids-doelstellingen van het Be Sustainable charter, en dit in alle fasen van de projectontwikkeling en in een permanente interactie tussen de doelstellingen. In plaats van de som van eendimensionale technische oplossingen zal uw duurzaamheidsaanpak gericht zijn op het ontwikkelen van een optimale link met de context, identiteit, ecologische, ruimtelijke, economische en sociale kenmerken van de wijk.
Be Sustainable biedt een reeks van belangrijke vragen die u zichzelf dient te stellen wanneer u van start gaat met uw aanpak voor een duurzame wijk.

Deze doelstellingen worden vervuld door gebruik te maken van de tools en inhoud van Be Sustainable, wat zowel zelfstandig als met de begeleiding van de Facilitator Duurzame Wijken kan.


3)

De betrokken diensten zijn de overheidsdiensten belast met de stedelijke ontwikkeling. Het Referentiekader Duurzame Wijken is namelijk een soepel en toegankelijk methodologisch instrument dat in uiteenlopende contexten en op verschillende schalen kan aangewend worden: verkavelingsvergunningen, BBP, masterplannen, RPA, programma’s voor stadsvernieuwing (CDW, SVC, ontwikkelings-project voor een stadsdeel, hulp om de uitdagingen te benoemen, een transversale en geïntegreerde visie uit te werken en om de verschillende facetten van het project op elkaar af te stemmen.

Het betreft aldus de partners van Be Sustainable, hetzij voor hun eigen projecten, hetzij voor de projecten die ze begeleiden, namelijk Leefmilieu Brussel, Perspective, MSI, Urban, BMA, maar ook de andere gewestelijke diensten voor stedenbouw, meer bepaald Citydev, de BGHM, het Woningfonds en Brussel Mobiliteit en alle gemeenten en OCMW’s met een project in een bepaald stadsdeel.

Al deze diensten werden uitgenodigd voor de kick-off van 8 oktober 2019 en de meeste diensten hebben zich ook geregistreerd voor de nieuwsbrief van Be Sustainable.

Er wordt hen een waaier aan diensten aangeboden: algemene of opleidingen op maat, veldbezoeken, fiches met goede praktijken en begeleiding van de Facilitator Duurzame Wijken.

Strikt genomen is er geen budgettaire weerslag voor deze diensten aangezien de dienst Facilitator Duurzame Wijken gratis door Leefmilieu Brussel wordt aangeboden.


4)

Het deelplatform, de toolbox (charter, quickscan, compass, memento) en de Be Sustainable opleidingen zijn toegankelijk voor elke geïnteresseerde (professionele), zowel openbare als private, operator.

De huidige strategie voor de bekendmaking van Be Sustainable, en in het bijzonder van de begeleiding van de Facilitator, richt zich echter in de eerste plaats op overheden die een sleutelrol spelen in de uitvoering van de duurzame wijken in Brussel, zowel als ontwikkelaars van vastgoedprojecten als in hun rol als toezichthouder en als vergunningverlenende dienst inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw. In een tweede fase, en afhankelijk van de beschikbare middelen, wordt overwogen om deze rol uit te breiden naar particuliere actoren (opdrachtgevers en de hieraan verbonden ontwerpers). Er zij op gewezen dat de studiebureaus die de overheden begeleiden ook dit referentiekader moeten gebruiken.


5)

Leefmilieu Brussel en haar partners geven ruchtbaarheid aan het gebruik van het referentiekader door middel van de nieuwsbrief die elk kwartaal naar de leden van het netwerk wordt toegestuurd, het programma van de opleidingen en bezoeken bestemd voor de verschillende operatoren, een evenement dat elk jaar georganiseerd wordt, door regelmatig nieuwsberichten te posten op het deelplatform,…

Een groene nota zal bovendien aan alle gewestelijke overheidsdiensten die bevoegd zijn voor stadsontwikkeling gericht worden. Via deze nota worden ze ermee belast het Referentiekader Duurzame Wijken te gebruiken in het kader van hun opdrachten voor studies en uitwerking van nieuwe stadsdelen en grootschalige stadsontwikkelingsprojecten. Er zal ook een soortgelijke brief aan alle gemeenten en OCMW’s overgemaakt worden om ze in te lichten over het gebruik van het Referentiekader.