Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken omtrent de uitvoering van de zogeheten 0,7%-regel en andere aspecten inzake het gewestelijk beleid rond ontwikkelingssamenwerking.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 258)

 
Datum ontvangst: 29/09/2020 Datum publicatie: 27/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 26/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enkele maanden terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent enkele aspecten rond de uitvoering van de kaderordonnantie rond ontwikkelingssamenwerking (cf. schriftelijke vraag nr. 102).

Onder meer het principe om te streven naar het besteden van minstens 0,7% van het BNI aan de officiële ontwikkelingssamenwerking kwam daarbij aan bod. In uw antwoord stelde u onder meer het volgende: “De aan ons Gewest aangepaste berekeningsmethode voor het bepalen van het BNI (d.w.z. een alternatieve indicator) wordt op dit ogenblik verder uitgewerkt. (…) Parallel aan deze werkzaamheden heb ik de administratie gevraagd om de samenwerking met de DGO te versnellen, zodat we dit jaar voor het eerst over onze officiële ontwikkelingssamenwerking aan de federale regering kunnen rapporteren. Dat zou tijdens dit eerste semester moeten gebeuren. De DGO heeft trouwens het BHG (…) uitgenodigd om zijn beleid inzake ontwikkelingssamenwerking voor te stellen tijdens de Peer Review van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, uitgevoerd door de OESO/DAC.”

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u een stand van zaken meegeven wat betreft de aangepaste berekeningsmethode van het BNI voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welke stappen werden daaromtrent reeds gezet sinds uw vorige antwoord? Met welke actoren is hieromtrent overlegd geweest of werden er best practices uitgewisseld? Welke stappen dienen er nog gezet te worden om tot een definitieve bepaling van het BNI te kunnen komen en welk tijdspad voorziet u hiertoe?

- Kan u een stand van zaken geven wat betreft de versnelde samenwerking met de DGO? Werd er inmiddels effectief een eerste officiële ontwikkelingssamenwerking voorgesteld aan de Federale Regering?

- Heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest intussen het beleid omtrent ontwikkelingssamenwerking effectief kunnen voorstellen tijdens de Peer Review van de Belgische ontwikkelingssamenwerking? Zo ja, kan u toelichten waar en wanneer deze voorstelling heeft plaatsgevonden? Wie heeft deze voorstelling op zich genomen en welke krachtlijnen werden daarbij benadrukt? Welke feedback werd er gegeven door de andere actoren na deze voorstelling?
 
 
Antwoord    1/

Zoals u weet, stuurde de COVID-19-crisis in 2020 alles compleet in de war. Dat geldt uiteraard voor onze partners in het Zuiden, maar ook voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De gevolgen van deze crisis, die spijtig genoeg nog lang niet achter de rug is als we het nieuws mogen geloven, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ertoe gebracht zijn financiële inspanningen te heroriënteren om de impact op de Brusselaars zo veel mogelijk te beperken en ter ondersteuning van een omvangrijk herstelplan. Tegelijk heeft het team belast met ontwikkelingssamenwerking zich terecht toegelegd op het beantwoorden van de vragen van onze partners die door deze crisis worden getroffen en van wie de lopende of toekomstige projecten worden aangepast.

Bijgevolg was niet voldaan aan de voorwaarden om dit dossier op serene wijze af te ronden, dat nochtans bijzondere aandacht verdient gegeven de mogelijke budgettaire implicaties ervan. Rekening houdend met de hoogstwaarschijnlijke impact van het COVID-19-virus in 2021 en met nieuwe golven van deze pandemie en de gevolgen ervan, lijkt het me weinig realistisch dat dit dossier voor 2022 afgerond zal zijn. We hadden dit project uiteraard liever sneller afgehandeld, maar de fundamentele uitdaging op dit moment en voor het komende jaar is ons aanpassen aan de behoeften van onze partners en een budget voor ontwikkelingssamenwerking behouden dat minstens gelijkwaardig is, wat al een overwinning op zich zou zijn in de Brusselse, Belgische en internationale context waarin we ons vandaag bevinden.


2/

Net als de kwestie van de aan ons Gewest aangepaste berekeningsmethode voor het bepalen van het BNI, moest de speciale rapportering over overheidssteun aan ontwikkelingssamenwerking volgens de OESO-normen op Brussels niveau worden uitgesteld wegens de COVID-19-crisis. Het is daarentegen realistischer 2021 als aangepaste deadline te hanteren.

Het jaarverslag betreffende de Brusselse ontwikkelingssamenwerking werd daarentegen wel degelijk aan het Parlement bezorgd. Het verslag is dit jaar nog dikker geworden, met een steeds omvangrijker onderdeel over de activiteiten van alle Brusselse besturen en instellingen, wat trouwens een onontbeerlijke fase vormt in de rapportering over de overheidssteun aan ontwikkelingssamenwerking voor ons gewest.


3/

Op verzoek van de DGO werd het BHG op 5 maart jl., net als alle andere deelstaten, uitgenodigd om zijn beleid inzake ontwikkelingssamenwerking voor te stellen tijdens de peer review van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, uitgevoerd door de OESO/DAC.

Deze peer review bestaat uit een onderzoek van het Belgische ontwikkelingssamenwerkingsbeleid door de peers (Zwitserland, Luxemburg, het secretariaat van OESO/DAC). In de week van 2 tot 6 maart overlegden de onderzoekers in de gebouwen van de FOD Buitenlandse Zaken met minister De Croo en de vertegenwoordigers van de DGO, de FOD Buitenlandse Zaken, Enabel, BIO, het federale parlement, het middenveld, de vakbonden en de deelstaten. De rapportering van deze peer review duurt lang en de eindsessie van dit onderzoek werd bij de OESO op 14 oktober geprogrammeerd.

De adviseur belast met ontwikkelingssamenwerking in mijn kabinet en de verantwoordelijke van de cel Bilaterale Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking bij Brussels International hebben het Gewest vertegenwoordigd tijdens deze peer review. Op basis van de kaderordonnantie van 27 juli 2017 en de oriëntatienota, hebben ze de Brusselse visie en de strategieën inzake ontwikkelingssamenwerking uiteengezet, alsook de financiering en de gevoerde acties. Er vonden eveneens gesprekken plaats tussen de onderzoekers en de deelstaten aangaande de coördinatie met het federale niveau. Tijdens deze relatief korte uiteenzetting kwam er geen specifieke feedback over de Brusselse ontwikkelingssamenwerking. We wachten op het eindverslag.