Schriftelijke vraag betreffende de inkomsten van boetes in het kader van de Huisvestingscode.
- Indiener(s)
- Elisa Groppi
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 232)
Datum ontvangst: 08/12/2020 | Datum publicatie: 01/02/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 13/01/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
15/12/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Bij de inkomsten, BA 02.300.06.01 “Opbrengst van de geldboeten uitgesproken in toepassing van artikel 15 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode” zouden de bedragen van ongeveer 250.000 euro voorzien in 2020 overgaan tot ongeveer 600.000 euro voorzien in 2021. Kunt u ons de situaties beschrijven waarin deze boetes worden opgelegd en tevens de redenen die deze aanzienlijke verhoging van de verwachte inkomsten verantwoorden? Hoeveel boetes, om welke redenen en aan wie in 2019 en 2020? |
Antwoord | In antwoord op uw schriftelijke vraag, ben ik zo vrij te verwijzen naar het antwoord dat door Mevrouw Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Huisvesting en Gelijke Kansen (bevoegdheid gedelegeerd door Minister-president Rudi Vervoort). |