Schriftelijke vraag betreffende de opleiding bij de eerste hulplijnen voor geweld tegen vrouwen inzake cybergeweld
- Indiener(s)
- Margaux De Ré
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 505)
Datum ontvangst: 19/02/2021 | Datum publicatie: 23/04/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 07/04/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
01/03/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Tijdens de commissie van 9 februari 2021 zei u over de vereniging SOS Verkrachting; De vereniging beheert ook een gratis hulplijn: In 2019 ontving deze dienst 2.491 oproepen, waarvan 25% werd doorgeschakeld naar een meer geschikte dienst, afhankelijk van de situatie of locatie van de beller; 44%, naar een voorgestelde raadpleging, ter plaatse of in de vorm van een telefonische afspraak met juridische, sociale of psychologische diensten; en 14%, naar een daaropvolgende terugbelronde om verduidelijking te krijgen over het tijdens het gesprek gedane verzoek. Ten slotte werd 13% van de oproepen telefonisch gedaan en leidde 4% niet tot een follow-up. De volgende diensten werden aangeboden voor doorverwijzing: politie, dienst slachtofferhulp politie, SOS Kinderen, centrum seksueel geweld, dienst slachtofferhulp, arts, ziekenhuis, advocaat, centrum voor gezinsplanning. Graag een antwoord op volgende vragen : - Hoe staat het met online seksueel geweld? Zijn de teams getraind en uitgerust voor dit soort geweld? - Bestaan er statistieken over oproepen in verband met online geweld? - Welke andere mechanismen, oplossingen en steun zijn beschikbaar voor slachtoffers van seksueel geweld op het internet? |
Antwoord | Zoals reeds gezegd in de commissie op 9 februari, werd het antwoord waarnaar u verwijst, gegeven door Minister-President Rudi Vervoort. Ik verzoek u daarom deze vraag aan hem te stellen. |